Magazine | Melken | Premium

Melkrobot optimaal benutten

Een van de doelen bij robotmelken is de kosten per kg melk reduceren. Dat lukt vooral bij een hoge hoeveelheid geproduceerde melk per melkbox. Hoe je dat kunt bereiken, lees je in dit artikel.

Een hoge capaciteitsbenutting van het AMS is belangrijk om grip op de kosten te houden. Maar wat is een efficiënte benutting van de melkbox en hoe bereik je die?

  • Per AMS moet de gemiddelde geleverde hoeveelheid melk boven 1.900 kg liggen.
  • Per melkrobot moet (volgens de software) een melkproductie van meer dan 2.000 kg bereikt worden. Worden koeien die speciale aandacht nodig hebben in een melkstal of speciaal daarvoor bestemde robot gemolken, dan is 2.200 tot 2.400 kg geproduceerde melk per box per dag vaak haalbaar.
  • Het AMS moet met het optimale, dus niet met het maximale, aantal koeien worden bezet. Daarvoor zou je een zo hoog mogelijke productie per koe per dag moeten nastreven. Des te hoger de productie van elk individueel dier, des te minder koeien door de robot hoeven.
  • De melkfrequentie moet tussen 2,8 en 3,0 liggen. Een nog hogere melkfrequentie levert geen voordelen op. Bij een lagere frequentie loop je het risico het voordeel van een hogere frequentie mis te lopen.
  • Belangrijk is de melkhoeveelheid die per melking geproduceerd wordt. Deze moet tussen 10 en 14 kg liggen. Meer melkingen met een lagere melkhoeveelheid, verhoogt de totale melktijd, maar ook de variabele kosten.
  • Ook een hoge vaarzenproductie is doorslaggevend voor een goede robotbenutting. De vrije boxtijd moet altijd boven 10 procent liggen, zodat bijvoorbeeld kleine storingen niet meteen een langdurig effect op het melkritme hebben.
De wachtruimte moet zo zijn ingericht dat ranglage ­dieren ranghoge dieren uit de weg kunnen gaan. Foto: Birte Ostermann-Palz
Als laagproductieve koeien aan het voerhek veel energie krijgen, hebben ze minder snel de neiging om naar de melkrobots te gaan. Foto: Birte Ostermann-Palz

Afkalvingen over het jaar verdelen

Een sleutel voor een continue belasting is ten eerste dat afkalvingen gelijkmatig over het jaar zijn verdeeld. Dit zorgt namelijk voor een veestapel van constante omvang. Het optimale gemiddelde lactatiestadium ligt tussen de 160ste en 180ste lactatiedag. Zodoende is consequent insemineren op robotbedrijven des te belangrijker. Als de gemiddelde koe te lang aan de melk is, kan dat leiden tot ver uiteen liggende productiehoeveelheden van individuele koeien. Des te groter de productieverschillen in het koppel zijn, des te groter de spagaat wordt tussen rantsoen, loopgedrag en lichaamsconditie.

Loopgedrag 24/7

Naast de melkproductie en de reproductie is het dagelijkse loopgedrag bepalend voor de optimale benutting van de melkrobot. Komen de koeien te traag naar de robot, dan moet je veel koeien naar de robot brengen. Deze koeien kosten niet alleen veel tijd, ze blokkeren de robot ook nog eens langere tijd voor de andere koeien. Koeien die wel uit eigen beweging naar de robot gaan, kunnen op dat moment niet gemolken worden en keren om. In het slechtste geval moeten deze koeien vervolgens ook opgehaald worden. Kenmerken van een veestapel die goed op de robot loopt zijn:

  • Minder dan 5 procent van de koeien moet gehaald worden.
  • Vrij koeverkeer: 1 tot 2 robotbezoeken zonder melkrecht per koe per dag.
  • Gestuurd koeverkeer: minstens 12 deurbewegingen per koe per dag.

Om ervoor te zorgen dat de koeien ook regelmatig de melkbox bezoeken, moet het rantsoen aan het voerhek op het robotmelken zijn afgestemd. En om ervoor te zorgen dat de koeien zich vrijwillig door de stal bewegen, oudmelkte koeien niet vervetten en voldoende melk per melkbox geproduceerd wordt, moet je op de volgende punten letten:

  • Het PMR aan het voerhek moet op de gemiddelde koppelproductie minus 5 tot 7 kg melk worden afgeregeld. Bij een hogere energievoorziening aan het voerhek hebben koeien met lagere producties minder snel de neiging om naar de melkbox te gaan.
  • Geen selectie: kunnen de koeien de energierijke, smakelijke componenten uitselecteren, dan daalt de motivatie om voor krachtvoer naar de robot te gaan.
  • Het voer moet meerdere keren per dag, ook ’s nachts, aangeschoven worden om liggende koeien aan te sporen om in de benen te komen. Als een koe ’s nachts eenmaal is opgestaan, zal ze waarschijnlijk ook naar de robot gaan. Een aanschuifrobot moet eigenlijk als onderdeel van het automatische melksysteem worden gezien.
  • Krachtvoer: smakelijke, langzaam verteerbare componenten, zoals bijvoorbeeld korrelmais, pulp, soja en koolzaadschroot gebruiken. Altijd letten op een constante voersamenstelling.
  • Ruimte voor AMS moet groot zijn

Naast de voeding zijn er andere punten die het loopgedrag beïnvloeden, waaronder de klauwgezondheid van de veestapel. De koeien zouden minstens driemaal per jaar bekapt moeten worden. Een koppelbehandeling is daarbij niet aanbevolen, omdat veel of alle koeien ineens behandelen het ritme van de robots te veel verstoort. De koeien moeten al bij lichte kreupelheid worden behandeld. Klauwbaden bieden soelaas bij de preventie van Mortellaro. Aanbevolen wordt om de koeien eenmaal per week door een klauwbad te laten lopen. Daarbij wordt het robotritme weliswaar kort onderbroken, een klauwenbad dat vast achter de robot ligt houdt juist de dieren met klauwaandoeningen van de robot weg. Ook de wachtruimte, of beter gezegd de manier waarop deze is voorzien, heeft vooral bij vrij koeverkeer invloed op het loopgedrag. Een wachtruimte moet voldoende ruimte bieden, zodat ranglage koeien de mogelijkheid hebben om plaats te maken voor ranghoge koeien. Alleen als de ruimte rondom de melkrobot de koe geen angst inboezemt, komt ze voor de volgende melking weer vrijwillig terug. De wachtruimte voor de melkrobot kan aantrekkelijker worden gemaakt door drinkwatervoorzieningen. Installeer deze niet bij de in- of uitgang van de wachtruimte, maar op een plaats waar een drinkende koe niet voor een blokkade zorgt. Bovendien moet de ruimte rondom de robot ’s nachts goed verlicht zijn, zodat de koeien er goed in kunnen kijken.

Melkingen optimaliseren

Om de melkroutine niet onnodig te hinderen, moet je bovendien de reinigingstijden van de robot zeer nauwkeurig afwegen. Je moet de belasting van de robot tot in detail bekijken om het optimale moment voor reiniging te vinden. Wanneer komen de koeien vaker in de robotbox en wanneer minder vaak? In de regel kan de hoofdreiniging in de vroege ochtend plaatsvinden tussen 2 en 5 uur. In geen geval mag een hoofdreiniging kort na het uitdoseren van vers voer plaatsvinden. Een buffertank garandeert dat de melkrobot tijdens de tankreiniging kan doormelken. Ook een optimalisatie van de individuele melkbeurt kan helpen de benutting van de melkrobot te verbeteren. Een onderdeel van de melking waarmee mogelijk tijd te winnen is, is met snel aansluiten van de tepelbekers:

  • De camera moet altijd schoon zijn, minstens tweemaal per dag controleren.
  • De beharing van de uiers moet kort gehouden worden voor snelle en goede speenherkenning.
  • Bij koeien met zeer nauwe speenplaatsing kan een langere tijd tussen twee melkbeurten (sterkere uiervulling) de speenherkenning verbeteren.

Naast het aansluitproces beïnvloedt ook de melksnelheid van de koe de duur van de melking. Op lange termijn is dit foktechnisch te bewerkstelligen. Maar wees voorzichtig: een koe met een zeer hoge melksnelheid heeft ook een hoger mastitisrisico. Ook het gedrag van ouderdieren moet in ogenschouw worden gehouden. Nerveuze en agressieve dieren kun je er niet bij hebben op AMS-bedrijven. Als het gaat om de melkduur moet acht worden genomen van de afnamedrempel. Bij drie of meer melkingen per dag, moet de afnamedrempel niet te laag worden ingesteld.

Attentiegroepen inplannen

Bij meer dan twee robots kan het voor de belasting van voordeel zijn als aandachtsgroepen (verse koeien, koeien met uieraandoeningen) apart worden gehouden en tweemaal daags naar de robot worden gebracht om gemolken te worden. De andere robot of robots blijven dan beschikbaar voor de koeien zonder problemen. Na de probleemkoeien moet de robot worden gespoeld. Vooral bij een groep koeien waarvan de melk gedumpt moet worden heb je dan het voordeel dat niet na elke probleemkoe een spoeling nodig is.

In ’t kort

  • Per robot zou een geleverde hoeveelheid melk van 1.900 kg behaald moeten worden.
  • Altijd streven naar het optimale aantal koeien per robot, niet het maximale.
  • Het loopgedrag wordt onder meer gestuurd door het rantsoen aan het voerhek.
  • De wachtruimte moet zo groot als mogelijk zijn.

Melkrobot: noodstroomvoorziening met UPS

Het streven om de melkrobot zo goed als mogelijk te benutten, betekent preventieve voorzieningen treffen voor mogelijke noodsituaties, zoals langdurige stroomuitval. Afhankelijk van hoelang de energievoorziening via het net uitvalt, kunnen zonder noodstroomvoorziening de melkrechten van koeien flink oplopen. Daarna kan het niet alleen dagen duren voordat de koeien weer volgens het normale ritme naar de robot lopen. Ook de uiergezondheid kan er onder lijden als de stroom langer wegvalt. Daarom moet elk AMS-bedrijf beschikken over een noodstroomvoorziening. Een snel, zelf geïmproviseerde voorziening, zoals een mobiele aggregaat of generator, kan de gevoelige technologie van de melkrobot schade toebrengen. Als je investeert in een noodstroomvoorziening, ga dan grondig te werk. Om een voorziening te realiseren die doet wat die moet doen, moet je jezelf wenden tot een gespecialiseerd bedrijf of een op dit gebied kundige installateur. Zij bepalen het vermogen dat nodig is, doen de voorbereidingen en leveren een geteste voorziening op. Het beste is als de noodstroomvoorziening de wegvallende netstroom zonder onderbreking overneemt. Installaties die dit kunnen worden UPS-units (Uninterruptible Power Supply) genoemd en kunnen de tijd tussen wegvallen van de netstroom en aanslaan van een noodstroomaggregaat overbruggen.

 

Tekst: Birte Ostermann-Palz in samenwerking met Jan-Hendrik Puckhaber, adviseur en melkveehouder

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Elite Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Meer over:
Melken
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?