Vergroening en verduurzaming gaan geen staldeur voorbij. Of je nou dertig, honderd of duizend koeien melkt. Hoewel de focus dikwijls eenzijdig op stikstof ligt, moeten we er uiteindelijk integraal aan. Daarvan ben ik overtuigd.
Naast klimaat en milieu zijn de thema’s: dierwaardigheid, biodiversiteit, ook nog altijd antibiotica en gezonde voeding voor de mens. In het huidige landschap van stikstofoverschotten, dreigende biodiversiteits- en klimaatcatastrofes en heel veel onbeantwoorde vragen, is er volop ruimte om te werken aan een bedrijfsvoering die past binnen de integrale kaders. Er is ondersteuning in de vorm van advies en geld. Pilots, proeftuinen en living labs, zoals het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, Koe & Eiwit, Rege NL, Netwerk Praktijkbedrijven en ga zo nog maar even door, bieden melkveehouders de mogelijkheid te zoeken naar en te experimenteren met nieuwe methoden.
Ik denk dat veel melkveehouders ervoor openstaan, al merk ik in m’n eigen omgeving dat niet iedereen deze kansen met twee handen aanpakt. Prioriteiten en vooral onzekerheden kunnen soms verlammend werken. Als je met hulp van publiek geld vooruit wil, dan mag men daar mijn inziens een assertieve houding voor terugverwachten. Als je in zo’n project of een subsidietraject stapt, dan vind ik dat je 100 procent moet geven en dat vergt tijd, aandacht en soms ook geld uit de onderneming. Tijd en geld vrijmaken zijn lastige zaken als je ondanks veel en hard werken bescheiden verdient. Eigenlijk moet je in dergelijke projecten stappen als je er economisch en organisatorisch aan toe bent, maar de vraagstukken rondom water, bodem, emissies, biodiversiteit en dierwaardigheid spelen nu. Niet als jij eraan toe bent. Als je wilt mee leren en mee veranderen, moet je nu meedoen. Doe je dat halfslachtig vanwege tijd- en geldkwesties, dan zal het resultaat ook halfslachtig zijn. Dus stap er vol overgave in of wacht een tweede kans af en werk eerst aan je rendement. Dat helpt om tijd en geld te kunnen vrijmaken.
Onlangs liet ik me vertellen dat een celgetal van 150 op 150 koeien eenvoudigweg een kostenpost van 8.000 euro is. Van 250 van 13.500 euro. Als een vaars in de eerste lactatie 1 kg groeit, gaat dat ten kostte van 8 kg melk in de eerste lactatie. Wist u dat? U leest het in deze Elite. Een vaars die 100 kg zwaarder wordt in de loop van de lactatie, kost dus 800 kg melk. Een vaars die zoveel groeit, is met een te laag gewicht uit de opfok gekomen of te vroeg geïnsemineerd. 10 vaarzen die 800 kg melk laten liggen als gevolg van managementfouten, gaat ten kostte van 8.000 kg melk, 3.200 euro. Welnu, wat kun je doen met 3.200 euro? De ruimte om vol overgave in een project te stappen schuilt dus ook in managementverbeteringen. Een hogere productie uit ruwvoer kan bij 100 koeien al oplopen tot een verschil van 60.000 euro per jaar, zie pagina 14 van het vakblad.