Rabobank publiceert nieuw rapport over de zuivelreuzen van de wereld Sterke verschuivingen in de ranglijst en fusies kenmerken de markt.
apport Global Dairy Top 20 gepubliceerd. Daarin wordt de financiële ontwikkeling van de wereldwijd leidende zuivelondernemingen geanalyseerd.
Omzet slechts licht gestegen
In 2024 steeg de gezamenlijke omzet van de 20 grootste zuivelbedrijven met 0,6%. Voor 2025 voorspelt Rabobank een verdere stijging van 0,5%. Deze verwachtingen zijn echter onzeker, aangezien fusies, overnames, valutaschommelingen en regionale melkprijsontwikkelingen een aanzienlijke invloed kunnen hebben. Opvallend is dat acht bedrijven dit jaar van plek zijn gewisseld in de ranglijst – naar verwachting zal ongeveer de helft van de ondernemingen hun positie tot 2026 weten te behouden.
De ontwikkelingen feiten op een rij:
- Lactalis blijft met een geschatte omzet van 31,9 miljard USD onbetwist aan de top en breidt zijn marktpositie verder uit via overnames.
- Nestlé laat na de afsplitsing van Froneri een stagnerende groei in de zuiveltak zien.
- Dairy Farmers of America (DFA) behoudt ondanks volatiele melkprijzen in de VS de derde plaats.
- Fonterra zal waarschijnlijk door desinvesteringen dalen in de ranglijst.
- Europa: Arla en FrieslandCampina lieten stabiele resultaten zien, terwijl DMK aanzienlijke dalingen moest incasseren.
- China: Een terugvallende vraag en een valutadaling drukten op de prestaties van de Chinese bedrijven.
- Valuta-effecten: Europese aanbieders profiteren van sterke valuta’s, terwijl bedrijven in Latijns-Amerika en Azië lijden onder zwakke lokale munten.
Ingrijpende veranderingen op komst
De sector staat voor grote verschuivingen: fusies zoals FrieslandCampina-Milcobel en Arla-DMK, evenals de geplande afsplitsing van Unilevers ijsdivisie (Magnum), bepalen het marktbeeld. Tegen 2026 zal de ranglijst vermoedelijk aanzienlijk veranderen. Zo zou Arla mogelijk Danone kunnen inhalen, FrieslandCampina zou kunnen doorstoten naar de top 6 en Emmi maakt kans om toe te treden tot de Global Dairy Top 20.
