Teagasc-onderzoeker Laurence Shalloo over vergrijzing en bedrijfsopvolging in de Ierse melkveehouderij.
Is vergrijzing en gebrek aan opvolging een probleem in Ierland?
Laurence Shalloo: “Jazeker. Veel melkveehouders die in 2015 sterk zijn gegroeid, zijn nu richting het einde van hun loopbaan aan het bewegen. Ze hebben goed draaiende bedrijven opgebouwd, maar willen deels een stap terugdoen. Tegelijk zijn er jonge mensen die de sector in willen, maar niet altijd een ingang of financiering vinden. Die mismatch is een risico. We moeten als sector alles op alles zetten om die generatiewissel mogelijk te maken. En dat vraagt om nieuwe bedrijfsmodellen.”
Zoals gedeeld eigendom of pachtconstructies?
Shalloo: “Precies. De Ierse situatie is daar eigenlijk best gunstig voor, omdat de meeste melkveebedrijven relatief lage schulden hebben. In Nederland, Denemarken of Nieuw-Zeeland ligt de gemiddelde schuld per koe veel hoger. Hier ligt dat rond 1.000 euro per koe. Dat schept ruimte voor samenwerking, voor schaalvergroting via pacht of voor instapmodellen voor jonge ondernemers. Natuurlijk is schaal in sommige regio’s een beperking, maar het is niet de grootste. Als bedrijven efficiënt draaien, is schaal niet per se bepalend.”
Ziet u nog meer kansen voor de Ierse melkveehouderij?
Shalloo: “Zeker. Het gebruik van vleesrassen in de fokkerij zie als kans. Waar het kalf uit de melkveehouderij vroeger als ‘overtollig’ werd gezien, zien we nu juist een enorme kans in integratie met vleesrassen. Door gebruik van gesekst sperma en een nieuwe ‘dairy-beef’ index kunnen we doelgericht kalveren fokken die geschikt zijn voor afmesten.”
Bron: The Dairy Edge Podcast