Het familiebedrijf Musiol gelegen in Silezië Gamów (PL) is langzaam gegroeid. Er is altijd geïnvesteerd met spaargeld waardoor ze nauwelijks leningen hebben hoeven afsluiten. En dat loont.
Het melkveebedrijf is al drie generaties in de familie. Ze stammen af van de oberfränkischen kolonisten uit 1300 en spreken in de familie nog steeds Duits. “Veel andere Duitse afstammelingen die in steden woonden vluchtten in 1945 naar Duitsland, maar een boer verlaat zijn land niet zo makkelijk” vertelt manager Pawel Musiol. Voor een paar Poolse zloty kocht zijn vader toen het Poolse burgerschap waardoor ze er konden blijven wonen. Inmiddels heeft Pawel de boerderij van zijn vader overgenomen, maar zijn vader helpt nog mee als het kan. Het werk houdt de familie fit.

Pawel Musiol (50) heeft het melkveebedrijf na de overname verder ontwikkeld en is nu samen met zijn broer bedrijfsleider. In 2000 is er een nieuwe melkveestal gebouwd, zonder krediet van de bank. De investering heeft goed uitgepakt want zijn 180 koeien presteren goed. De koeien produceren meer dan 11.000 kg melk ondanks de lichte overbezetting. De stal is inmiddels afgeschreven en ze hebben geen achterstallige betalingen.
Voor nu investeert Musiol liever in de toekomst dan in koeien. Binnenkort staat de isolatie van de stal op de planning. In de zomer wordt het er soms erg heet. “We hebben al ventilatoren ingebouwd om de temperatuur in de zomer te verlagen, maar dat is niet genoeg.” Of zijn zoon het bedrijf later wilt overnemen weet hij nog niet “ik wil mijn zoon niet verplichten veehouder te worden, misschien komt hij er nog achter dat hij toch iets anders wil.”
In de melkstal is te zien dat het bedrijf langzaam gegroeid is. De eerste jaren heeft de familie met simpele, Poolse techniek gemolken. “We hebben pas geïnvesteerd in nieuwe techniek toen het geld er was, en hebben maar een kleine lening hoeven afsluiten.” In de 2×7 melkstal worden 60 koeien per uur gemolken, in totaal zijn ze drie uur aan het melken.

Voor het rantsoen vertrouwt Pawel op goede maar goedkope voedingsmiddelen. Naast gras en mais, dat ze zelf telen, koopt hij perspulp aan. “De prijs van perspulp ligt normaal rond de 30 euro per ton. Maar door de droogte is het veel duurder geworden.” Vorig jaar kocht hij bijna 1.300 ton perspulp, vooral om op mais te besparen in het rantsoen. Voor de ruwvoerwinning zijn er veel grote machines op het bedrijf. Een hoge efficiëntie is belangrijk voor de melkveehouder. “Als we iets moeten doen, moeten we daar snel mee klaar zijn zodat we weer verder kunnen met het volgende.”
Tekst: Sophie Oehler en Sandra Wilgenhof – Foto’s: Sophie Oehler