Vanwege de coronacrisis is bierbostel minder goed leverbaar dan gewoonlijk. Wat zijn goede alternatieven voor bierbostel in het rantsoen?
Bij de hoofdfoto: Het aandeel bierbostel in het rantsoen verlagen is over het algemeen niet zinvol, daarvoor kost het opslaan en verwerken te veel tijd en moeite. Economisch gezien is een volwaardig alternatief inzetten een betere keuze. Foto: Katrin Berkemeier
De leverbaarheid van bierbostel kan wisselend zijn. De heersende coronacrisis verscherpte de situatie. Als er minder bier gedronken wordt, wordt er minder bier geproduceerd en zodoende minder bierbostel. Daaruit volgt logischerwijs dat bierbostel als bijproduct minder stabiel leverbaar is. Als je bierbostel voert en tegen de beperkte beschikbaarheid aanloopt, welke producten kun je dan als alternatief inzetten? Wat je moet weten:
Wat bierbostel zo begeert maakt onder melkveehouders: pensbestendig eiwit, zeer smakelijk en goed verteerbare vezels.
Bierbostel is een eiwitbron (250 gram ruw eiwit per kg drogestof, hoge pensbestendigheid) die meestal van de binnenlandse markt komt. Het kan in een GMO-vrij rantsoen sojaschroot deels vervangen of raapschroot in een fosforgereduceerd rantsoen.
Bierbostel verbetert de smakelijkheid van een rantsoen en levert tegelijkertijd hoogverteerbare vezels (hemicellulose, hoger gehalte aNDFom) bij een energiegehalte van 6,4 tot 6,7 MJ NEL (930 tot 970 VEM). Bierbostel kan gelijktijdig dienen als vervanger van zowel krachtvoer als ruwvoer.
Aandeel in rantsoen verlagen?
De aanbevolen hoeveelheid bierbostel in het rantsoen ligt in de regel tussen 7 en 10 kg per koe per dag. Sommige melkveehouders hebben vanwege het gematigde aanbod van bierbostel het aandeel ervan in het rantsoen verlaagd. De tijd die je kwijt bent aan het opslaan (inkuilen in sleufsilo of inslurven) is meer dan bij veel andere voedermiddelen. Verse bierbostel is vanwege het hoge watergehalte, de hoge temperatuur bij levering (boven 50 graden Celsius) en de hoge enzymoplosbaarheid van de nutriënten zeer bederfelijk. Bij een verminderd aandeel in het rantsoen, bijvoorbeeld 2 tot 3 kg per dier per dag, staan de positieve effecten van het bijproduct niet per definitie in verhouding met het extra werk wat je ervan hebt. De daadwerkelijke hoeveelheid meerwerk en de baten moeten bij beperkt voeren van bierbostel dus zeker nagerekend worden.
Wat zijn alternatieven voor bierbostel?
Een voordeel van bierbostel is de verbeterde smaak van het rantsoen. Dat kan ook worden bereikt met bijvoorbeeld perspulp of aardappelpulp.
- Als nuttige eiwitalternatieven voor bierbostel zijn DDGS uit mais en granen (uit de productie van bio-ethanol of alcohol) redelijke alternatieven.
- DDGS hebben meestal een eiwitgehalte van meer dan 30 procent en daarbij een hoge energiedichtheid.
- Een uitzondering is DDGS uit rogge, die heeft een duidelijk lagere verteerbaarheid en daarmee een lagere energiedichtheid (5,7 MJ NEL (815 VEM) per kg drogestof).
- Vochthoudende DDGS kan met 5 tot 6 kg per koe per dag worden ingezet in het rantsoen. Gedroogde DDGS wordt in mengvoeders verwerkt.
- Als alternatief kan ook lupine (meer dan 30 procent ruw eiwit) in het rantsoen worden gemengd. De opbrengsten van de teelt van lupine verschillen echter nogal en vaak is de hoeveelheid die je nodig hebt niet of moeizaam verkrijgbaar.
- Veldbonen en erwten zijn vooral in op mais gebaseerde rantsoenen geen goed alternatief, omdat ze met 22 tot 25 procent ruw eiwit niet voldoende eiwitrijk zijn.

Zonnebloemenpitschroot (ontschild) is op de markt verkrijgbaar in West-Europa, maar is geen goede vervanger voor de besparing op bierbostel. De verteerbaarheid ervan is slecht en het energiegehalte te laag (5,6 MJ NEL (830 VEM)). In eiwitaanvullers zit vaak zonnebloemenpitschroot met schil. Deze kwaliteit zonnebloemenschroot is in de regel echter enkel terug te vinden in mengvoeders en niet vrij op de markt verkrijgbaar.
Bijzonder geval: bierbostel als structuurbron
In rantsoenen waarin bierbostel een belangrijke leverancier van structuur is (scherpe rantsoenen) kan worden uitgebalanceerd met bijvoorbeeld luzernehooi. Koeien vreten dat graag, het biedt veel structuur en eiwit. Ook kort gesneden hooi of stro kan deze rantsoenen ‘ontscherpen’. Bied hooi echter niet los of in een ruif aan, maar gemengd in het rantsoen.
Tekst: Birte Ostermann-Palz in samenwerking met Ursula Adams, LWK Noordrijn-Westfalen