Hoe neemt de koe haar omgeving waar? En als we dat weten, helpt ons dat dan de dieren beter te begrijpen? Elite geeft inzicht in de wereld van de koe en tips over hoe ermee om te gaan.
Een plas water op de route naar de melkstal, een kapotte luchtdrukslang, een mestflat van een ander dier: al deze dingen neemt de koe anders waar dan wij. Daarom kunnen we het gedrag van dieren soms maar moeilijk begrijpen. Dat zijn bijvoorbeeld situaties waarin de koeien bij opdrijven schijnbaar zonder reden niet bewegen, niet vrijwillig de robot in gaan of als plotseling paniek uitbreekt.
Benito Weise probeert melkveehouders en melkveehouders in spé uit te leggen hoe koeien hun omgeving zien en laat aan de hand daarvan zien wat belangrijke aspecten zijn in het omgaan met het koppel. “Vaak kan het helpen de wereld vanuit koeienperspectief te bekijken”, verklaart Weise. Weise werkt bij het landbouwopleidingsinstituut in Echem (D).
Het juiste licht in de stal
“Om te beginnen moeten we begrijpen dat een ligboxenstal voor de koe een compromis is.” Waarom dat zo is, wordt snel duidelijk als je de door Weise ontwikkelde ‘koeienbril’ draagt. “Wat wij zien, horen en voelen kunnen we niet maar zo overdragen op de koe.” De koe ziet bijvoorbeeld 50 tot 60 beelden per seconde. De mens ziet er maar 15 tot 25. Dat betekent, dat als koeien een video zouden moeten zien, viermaal meer beelden aan elkaar gekoppeld moeten worden voor ze het als bewegend beeld waarnemen. Dit gegeven is vooral belangrijk bij de keuze van de lampen in de stal. De koe ziet namelijk wat wij niet zien: het ‘flikkeren’ van licht. Vooral in de melkstal moet het licht aangenaam zijn voor de dieren. Als het licht niet hinderlijk is, komen de koeien makkelijker naar de melkstal of robot.
Waarop letten bij lampen?
Normale gloeilampen hebben een frequentie van 50 Hertz. Dat betekent dat er in een seconde honderd korte momenten zijn waarop het licht uit is. De gloeidraad blijft echter helder, omdat die niet zo snel afkoelt (warm licht). De gloeilamp zorgt dus voor een constant licht dat ook de koeien niet stoort.
Ledlampen met 50 Hertz in werkelijkheid 100 maal per seconde donker (koud licht). Het licht heeft een stroboscoopeffect. Voor de koeien is een hoge flikkering van het licht niets anders dan disco.
Tip: bij de aanschaf van ledlampen eerst de lampen testen. Schakel de camera van de smartphone in en loop of beweeg ermee richting de lichtbron. Laat het beeldscherm op een gegeven moment donkere strepen in het beeld zien, dan kan het zo zijn dat de koe stroboscooplicht ziet en de lichtkwaliteit dus onvoldoende is. Het lichtflikkeraandeel, de CFD (compact flicker degree) van ledlampen kan worden gemeten en van sommige lampen is deze beschikbaar. Idealerwijze ligt deze onder 5 procent, maar onder 20 procent is minimaal nodig voor de koe. Uitleg over de CFD en een overzicht van met de methode beoordeelde lampen vind je hier.

Lichtbarrières in de stal herkennen
Koeien hebben bovendien een vertraagde adaptatietijd bij overgangen tussen licht en donker. Wordt een koe bijvoorbeeld vanuit een donkere stal naar de buitenzon gedreven, dan ziet ze niets dan wit licht. Ze heeft het gevoel tegen een witte wand aan te lopen. Hetzelfde geldt als je de koe in een donkere veetrailer wil drijven. Ook als ze de binnenruimte van de trailer kan zien, loopt de koe voor haar gevoel nog steeds ‘het donkere niets’ in. Hun adaptatie aan een plotselinge lichtwisseling duurt vijf tot zesmaal langer dan bij de mens. Het kan tot 30 minuten duren voor hun ogen aan de veranderde lichtverhoudingen zijn aangepast. Geen wonder dus, dat een koe vaak tijd nodig heeft om een veewagen op te gaan of dat ze blijft staan bij een lichtbarrière. “Licht dat reflecteert in een plas kan de koe verblinden en ervan weerhouden door te lopen.” Aldus Weise.
Zicht is vervaagd
Hoewel de mens een zichthoek van 110 graden heeft, heeft een koe met 330 graden nagenoeg rondom zicht. Alleen direct achter zich en net voor de neus ziet ze niets. Bovendien ziet ze niet alles scherp. Al vanaf zo’n 30 graden wordt haar zicht wazig. Ze kan bewegingen buiten die 30 graden zichthoek wel waarnemen, maar herkent vormen alleen maar als schimmen.

Daarom is het belangrijk, zeker als we de koe van achteren benaderen, dat we ons kenbaar maken met geluid. Voor een vluchtdier is alles wat stil komt aansluipen verdacht.
Ze hoort wat ons niet stoort
Nog belangrijker dan het zien is voor de koe het gehoor. Ze heeft gevoelige oren. De verlichting zoemt, de omvormer fluit. Een kapotte drukluchtslang sist onaangenaam. De mens neemt deze geluiden niet waar, omdat ze met bijvoorbeeld 19 tot 35 kilohertz buiten ons hoorbare spectrum liggen. “Of omdat we geen tijd nemen eens rustig in de stal te gaan zitten, de ogen te sluiten en te luisteren naar alles wat je kunt horen in de stal”, geeft Benito Weise melkveehouders mee. Alles wat ons stoort kan ook de koe storen en stress veroorzaken. Om alle geluiden, die de koe hoort, eruit te filteren, heb je speciale meetapparatuur nodig. Die pakt Weise erbij als hij in stallen komt waar problemen voorkomen.
“Ik was eens op een bedrijf waar alle koeien altijd op dezelfde plek bleven staan en zorgden voor opstoppingen als ze werden teruggedreven na het melken. Aan het eind van de route lag een kapotte waterslang waardoor druppels telkens voor een metaalachtig geluid zorgden. Je zou als mens niet denken dat koeien zo gevoelig zijn voor geluid.”
De koe ruikt stress
De koe ruikt beter dan de mens. Dat maakt het voor de koeien mogelijk te communiceren via feromonen. Geuren worden meestal waargenomen door zintuigcellen (chemoreceptoren) die zich bevinden in het neusslijmvlies. Koeien hebben echter een tweede reukorgaan: het orgaan van Jacobsen wat zich bevindt in de mond, in het bovenste gedeelte van het gehemelte.

Gestreste koeien scheiden ‘stressmest‘ uit. Die wordt bijzonder goed geroken door andere koeien en veroorzaakt een reactie. Op de ‘kritische’ plekken in de stal, waar koeien mesten uit angst of stress, is het dus raadzaam mest grondig te verwijderen. De geur van stressmest kan de koeien triggeren en ze ervan weerhouden een trailer of verzorgingsbox in te lopen. Ook voor dierverzorgers is het belangrijk bewust te zijn van deze ‘geurcommunicatie’. Stress van een dier dat ruw is behandeld, kan dus worden overgedragen op andere dieren.

Samengevat
De in dit artikel opgesomde punten over waarnemingen van de koe, zijn in eerste instantie niet wereldschokkend. Je kan van mening zijn dat een beetje flikkerend licht of een sissend geluid maar verdragen moet worden door de koeien. De koe neemt echter alle prikkels uit de omgeving waar en beoordeelt ze kritisch: gevaarlijk of ongevaarlijk. De stressbouwstenen stapelen zich op totdat de toren instort en de koe reageert door te willen vluchten. Elk dier heeft haar eigen tolerantiegrens en mate van gevoeligheid. Als we werken of omgaan met koeien moeten we de gevoelige zintuiglijke waarnemingen altijd in ons achterhoofd hebben.
Tekst: Ruth Annette Thiemann – Foto’s: Ruth Annette Thiemann en Katrin Berkemeier, Landwirtschaftsverlag GmbH