Jongvee

Effect van vijf dagen transitiemelk voeren aan kalf

Wat zijn de effecten op het kalf van het voeren van transitiemelk aan kalveren? Met transitiemelk wordt de melk van de eigen moeder bedoeld. In een studie met 15 kalveren werd dit effect onderzocht.

De vraag hoe voeding van kalveren in de eerste momenten van het leven de prestaties van het dier op latere leeftijd beïnvloeden, heeft de aandacht van de wetenschap en van melkveehouders.

30 Holstein-kalveren werden in twee groepen verdeeld. De onderzoeksgroep en de controlegroep. De onderzoeksgroep kreeg na de biestperiode tot en met levensdag vijf transitiemelk, de andere groep kreeg na de biestperiode melkvervanger. In beide groepen kreeg elk kalf 12 liter per dag. Na dag vijf gingen ook de onderzoekskalveren over op melkvervanger.

Omdat de studie zich richtte op de langetermijn effecten, werden de betreffende kalveren maandelijks gewogen tot ze als vaars voor het eerst afkalfden. Na de eerste afkalving werd het lichaamsgewicht tweemaal per dag gemeten. De conditiescore werd om de week bepaald alsook de rugvetdikte. Tot lactatiedag 200 werd ook de melkproductie van de dieren bijgehouden. Rond de afkalving werd driemaal ee bloedmonster genomen; drie weken voor de afkalving, op de dag van afkalving en drie weken erna.

De kalveren in beide groepen gedeiden en groeiden even goed tot de eerste inseminatie. Ook het lichaamsgweicht in de eerste lactatieweken liep niet uiteen. Na lactatieweek zeven, bleken de vaarzen die als kalf tot en met levensdag vijf transitiemelk kregen, een lager lichaamsgewicht te hebben, maar een hogere BCS. In de melkproductie en de samenstelling ervan, werden geen verschillen gevonden. In de bloedanalyses werden geen verschillen aangetoond tussen de twee groepen voor wat betreft oxidatieve stress. Het voeren van transitiemelk in plaats van melkvervanger gedurende de eerste vijf levensdagen, lijkt dus geen invloed op de prestaties op lange termijn te hebben.

Wel namen de onderzoekskalveren meer kalverstarter op rond het spenen, de pens van deze dieren ontwikkelde sneller en in de opfok hadden ze minder gezondheidsproblemen. Hoewel dit niets veranderd aan het feit dat de vaarzen die als kalf vijf dagen transitiemelk kregen, niet beter presteren dan koppelgenoten die melkvervanger kregen, zijn dit wel aspecten die de opfok in de praktijk verbeteren.

Bron: Ostendorf et al., 2025, Journal of Science 2025 en Amanj Moloudi

Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen Elite...
Meer over:
Jongvee
Deel dit bericht: WhatsApp Facebook

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?