Er is bijna niets zo ontmoedigend als mastitis bij een vaars die voor het eerst afkalft. Nog erger is een vaars die start met een blind kwartier. De opfokperiode kan een invloed hebben op de uiergezondheid.
Vaarzenmastitis wordt meestal veroorzaakt door een bacteriële of intramammaire infectie en komt vaak voor. Echter is toch nog weinig bekend over in welke productiefase het optreedt en hoe de oorzaak het beste vastgesteld kan worden. Pamela Adkins, D.V.M., van de universiteit Missouri werkte samen met een team onderzoekers om kweekmonsters te verzamelen in verschillende ontwikkelstadia van vaarzen.
Tijdstip
Meer dan 30 procent van de vaarzenmastitisgevallen treedt op in de eerste twee weken van de lactatie. Wanneer een vaars afkalft met een hoog celgetal, is de kans groot dat dit hoge celgetal aanhoudt gedurende de hele eerste lactatie.
Infecties kunnen zich al ontwikkelen vóór het afkalven. “Als het binnen de eerste 14 dagen na het afkalven optreedt, schrijven we dat meestal toe aan een infectie die tijdens de dracht is ontstaan,” legt Adkins uit. Haar team analyseerde 304 kwartieren en ontdekte dat drachtige vaarzen acht keer zoveel kans hadden om ziekteverwekkers te ontwikkelen als niet-drachtige leeftijdsgenoten.
“Wanneer de uier groter wordt, wordt zij ook kwetsbaarder,” aldus Adkins. “Hormonale veranderingen en het begin van de colostrogenese spelen waarschijnlijk ook een rol.”
Niet-aureus Staphylococcus
De meest gekweekte bacteriesoorten uit dit onderzoek waren niet-aureus Staphylococcus-soorten (NAS). Deze bacteriën koloniseren vaak de speenhuid en worden opportunistisch, waarbij ze via het slotgat de uier binnendringen. Infecties met NAS-soorten vormen meestal geen groot probleem voor vaarzen, maar sommige vaarzen ontwikkelen een intramammaire infectie met belangrijke mastitisverwekkers, zoals Staphylococcus aureus en Streptococcus dysgalactiae. “Dit zijn de infecties waarvan we graag zouden willen weten hoe we ze het beste kunnen voorkomen. Helaas zijn er nog steeds veel onbeantwoorde vragen over het verloop van mastitis bij vaarzen,” aldus Adkins.
Bewezen managementmaatregelen blijven belangrijk:
- Zorg voor een schone omgeving voor vaarzen om blootstelling aan modder te verminderen.
- Verminder de vliegenoverlast in de omgeving.
- Verminder de voedingsstress bij opgroeiende vaarzen door te zorgen voor voldoende voervoorziening.
Oorzaak achterhalen
Als er op je bedrijf problemen zijn met mastitis bij eerstekalfskoeien, overweeg dan samen met je dierenarts monsters te nemen. Deze diergroep kan lastig te beoordelen zijn. Onderzoekers gebruikten lichte sedatie om schone monsters te nemen bij deze ‘pittige’ vaarzen.
Een doel van dit onderzoeksproject was het vaststellen van de beste methode om ziekteverwekkers in de uier op te sporen vóór het afkalven, bij verschillende leeftijden. Omdat er in die fase weinig tot geen vloeistof aanwezig is, zocht het team naar de meest geschikte bemonsteringsmethode. Fijne naaldpunctie, naaldaspiratie van de cisternen en een uitstrijk van de speen werden vergeleken. Alle methoden vonden ziekteverwekkers. Vanwege het hoge infectierisico vóór afkalven heeft de naaldmethode momenteel echter weinig voordeel. Wacht een veehouder liever tot na afkalven, dan volstaat een melkmonster.
Het invriezen van melkmonsters helpt meestal om overgroei van aanwezige bacteriën te beperken. Dit is vooral belangrijk voor het identificeren van specifieke organismen zoals Staphylococcus aureus, maar kan het aantonen van mycoplasma of gramnegatieve ziekteverwekkers wel bemoeilijken.
Bron: Hoard’s Dairyman op basis van een Dairy Science Digest-podcast