Onderzoekers van de universiteiten van Bern en Wageningen analyseerden gegevens van Holstein-Friesian melkkoeien en hun vrouwelijke nakomelingen om vast te stellen hoe de fysiologische toestand van droogstaande koeien de samenstelling van biest en de ontwikkeling van hun dochters beïnvloedt. De studie maakte gebruik van een bestaande dataset en biestmonsters uit een eerder experiment dat gericht was op de effecten van de vrijwillige wachttijd. Het experiment werd gedaan op Dairy Campus.
In de huidige analyse werden variabelen uit de droogstand, zoals lichaamsgewicht, lichaamsconditiescore, drogestofopname, energiebalans, bloedmetabolieten en melkproductie in de laatste week vóór het droogzetten, gecombineerd met biestmetingen na afkalven. De ontwikkeling van de geboren vrouwelijke nakomelingen werd vervolgens gevolgd vanaf de geboorte tot en met de eerste lactatie, waarbij hun lichaamsgewicht, bloedmetabolieten en biestsamenstelling na hun eerste afkalving werden gemonitord. Het ging om 62 nakomelingen.
BCS en biestkwaliteit
Uit de resultaten bleek dat de BCS van de moederdieren voor de afkalving nauw samenhing met de kwaliteit van de biest. Een hogere lichaamsconditiescore vóór afkalven ging gepaard met lagere lactoferrineconcentraties, terwijl een gunstiger energiebalans juist resulteerde in hogere Immunoglobulinen M-gehalten in de biest. Deze hogere IgM-waarden bleken vervolgens samen te hangen met hogere concentraties van natuurlijke antistoffen in het bloedplasma van de nakomelingen.
Dit verband bleef stabiel van de geboorte tot in de eerste lactatie en suggereert dat de immunologische voordelen die via de biest worden overgedragen, een blijvend effect hebben. Daarnaast was een hogere melkproductie in de week voorafgaand aan droogzetten geassocieerd met verhoogde concentraties groeifactoren in de biest, waaronder IGF-I.
Dergelijke groeifactoren bleken op hun beurt samen te hangen met hogere NEFA-waarden bij kalveren van geboorte tot spenen en met een hoger lactosegehalte in hun latere melkproductie. Verhoogde NEFA-waarden zijn bij zowel koeien als kalveren doorgaans een indicator van vetmobilisatie als gevolg van een negatieve energiebalans en worden geassocieerd met metabole stress.
De onderzoekers concluderen dat een gunstige energiebalans en voldoende drogestofopname in de droogstand bijdragen aan betere biestkwaliteit, met hogere concentraties natuurlijke antistoffen en groeifactoren.
Biestsamenstelling consistent gedurende lactaties koe
Een opvallend resultaat van het onderzoek was dat de samenstelling van biest bij dezelfde koe na elke afkalving consistent bleef, terwijl de overeenkomsten tussen biestparameters van moederdieren en hun vrouwelijke nakomelingen beperkt waren. Wel bleek de biestopbrengst van het moederdier voorspellend voor de biestopbrengst van haar dochter bij haar eerste afkalving. Verder werd vastgesteld dat hogere niveaus van natuurlijke antistoffen in biest positief samenhingen met de antistoffenniveaus bij nakomelingen vanaf de geboorte tot spenen en tot aan het afkalven. Dat onderstreept hoe sterk de immunologische overdracht via biest bijdraagt aan de weerstand op zowel korte als langere termijn.
Wang et al., 2025







