Een veranderend klimaat is waarschijnlijk een van de grootste hedendaagse uitdagingen in het ontstaan van mastitis. Op warme, zomerse dagen is er een verhoogde kans op mastitis, enerzijds door een verhoogde infectiedruk, anderzijds door een verminderde afweer van de koe door hittestress.
Wat is het effect van hittestress op koeien?
De thermoneutrale zone bij een koe is een temperatuurszone waarin koeien geen extra energie nodig hebben om hun lichaam te verwarmen of af te koelen. Deze zone ligt bij melkkoeien ongeveer tussen de -5˚C en 20 ˚C.2 Hoeveel hittestress een koe ervaart, hangt niet alleen af van de omgevingstemperatuur, maar ook van de relatieve luchtvochtigheid. Deze twee parameters worden gecombineerd in de temperatuur-luchtvochtigheidsindex (THI). Een melkkoe ervaart al hittestress bij een THI van 68. Een echte Nederlandse zomerdag (warm en een hoge luchtvochtigheid) kan er voor zorgen dat een koe al hittestress ervaart bij 21 ˚C. (zie onderstaande tabel).2
Figuur 1: THI tabel2
Hittestress beïnvloedt verschillende fysiologische processen in het lichaam van de koe, waaronder de immuunfunctie. Onder normale omstandigheden is het immuunsysteem in staat om pathogenen in de melkklier te bestrijden en zo het ontstaan van mastitis te voorkomen. Echter, tijdens periodes van hittestress neemt de efficiëntie van het immuunsysteem af en is er een grotere kans op het ontstaan van mastitis.4
Verder zorgt hittestress voor gedragsveranderingen van de koe, verlaging van de vruchtbaarheidsresultaten, minder water- en voeropname, melkproductiedaling, een hoger risico op pensverzuring, toename van klauwproblemen en een negatief effect op het dierenwelzijn.2,4,5
Hittestress veroorzaakt ook hoge cortisolgehaltes in het bloed, wat het immuunsysteem onderdrukt. Hierdoor wordt de koe vatbaarder voor infecties, inclusief mastitis.1, 6
Er is een positief verband tussen melkproductie en hittestress; koeien met een hogere melkproductie zijn eerder vatbaar voor hittestress. Daarnaast zijn multipare koeien ook gevoeliger voor hittestress dan unipare koeien.
Een verhoogde infectiedruk tijdens warme periodes vergroot de kans op mastitis.
Hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid creëren een ideale omgeving voor de groei van bacteriën, waaronder de ziekteverwekkers die mastitis veroorzaken. In warme en vochtige omstandigheden vermenigvuldigen bacteriën zich sneller en verhogen ze de kans op een infectie. Met name mastitisverwekkers als Staphylococcus aureus, Streptococcus Uberis, Escherichia coli en Klebsiella spp. groeien goed in dergelijke omstandigheden. 3,6 Een koe in hittestress zal dus door een verminderde afweer op uierniveau vatbaarder zijn voor een verhoogd celgetal of klinische mastitis. Onderzoek onder melkveebedrijven toont aan dat in de zomer tot bijna 50% van de bedrijven een verhoogd tankcelgetal heeft.6
Het correct nemen van een melkstaal
Voor het bepalen van de ziekteverwekkers die mastitis veroorzaken, is het correct nemen van een melkstaal erg belangrijk. Een melkstaal geeft meer informatie over de soort ziekteverwekker, de melksamenstelling (o.a. celgetal) en maakt het mogelijk om van de geïsoleerde kiemen de antibioticagevoeligheid te bepalen. Op deze manier is het opstellen van een gepaste behandeling op individueel koeniveau mogelijk. Onjuiste bemonstering kan leiden tot verontreinigde monsters, wat de nauwkeurigheid van laboratoriumresultaten negatief beïnvloedt.
Bij het nemen van een melkstaal zijn de volgende aandachtspunten van belang:
- Zorg voor een strikte hygiëne wanneer de monsters worden verzameld.
- Gebruik handschoenen.
- Melk minimaal 3 stralen weg voordat het melkmonster wordt verzameld.
- Maak het uier en de spenen schoon en ontsmet de speentop met een desinfecterend doekje.
- Zorg dat u bij het nemen van de melkstaal de binnenkant van het melkbuisje niet aanraakt.
- Houd het melkbuisje schuin onder de koe, zodat er zo min mogelijk vuil in kan komen.
- Noteer duidelijk van welke koeien (en kwartieren) de stalen zijn genomen en waarop ze onderzocht moeten worden.
- Schrijf het koenummer, datum en het kwartier op het melkbuisje.
- Stuur het melkstaal zo snel mogelijk op. Het melkmonster kan tot maximaal een halve dag in de koelkast bewaard worden. Wilt u het melkmonster niet meteen opsturen? Bewaar deze dan in de vriezer.
- Neem geen monsters van behandelde koeien.
- Vraag extra onderzoeken aan bij vermoedens van bepaalde ziekteverwekkers. (bijv. Mycoplasma spp.).
Referenties:
- Collier, R. J., Beede, D. K., Thatcher, W. W., Israel, L. A., & Wilcox, C. J. (2012). Influences of environment and its modification on dairy animal health and production. Journal of Dairy Science, 65(11), 2213-2227.
- Geerinckx K., van den Bogart T, Hubrecht L., Frijlink M. (2021). Hittestress, wat doet het met een koe? Boer & Tuinder. 1 p. 1 – 3.
- Hogan, J. S., & Smith, K. L. (2012). Managing environmental mastitis. Veterinary Clinics: Food Animal Practice, 29(1), 217-230.
- Herbrut P., Angrecka S., Godýn D., Hoffman G. (2019). The physiological and productivity effects of heat stress in cattle – a review. Ann. Anim. Sci. 19 (3) 579-594.
- Polsy L., Keyserlingk M. A. G. (2017). Invited review: Effects of heat stress on dairy cattle welfare. Journal of Dairy Science. 100 p. 8645 – 8657.
- Rakib M. R. H., Zhou M., Xu S., Liu Y., Khan M. A., Han B., Gao J. (2020). Effect of heat stress on udder health of dairy cows. Journal of Dairy Research. 10 p. 1- 8.
- Vitali A., Felici A., Lees A. M., Giacinti G., Maresca C., Bernabucci U., Gaughan J. B., Nardone A., Lacetera N. (2020). Heat load increases the risk of clinical mastitis in dairy cattle. Journal of Dairy Science 103 p. 8378 – 8387.
Geschreven door drs. J. de Mul, werkzaam voor Dechra als productmanager Landbouwhuisdieren & Paard.