De oorzaak van dood- en zwaargeboorten is multi-factoraal. Om problemen op dit vlak op te lossen is daardoor een integrale beschouwing van het volledige proces rondom afkalven nodig.
Het daadwerkelijk aantal zwaargeboorten op een bedrijf is moeilijk vast te stellen. Of een afkalving al of niet zwaar verloopt, wordt altijd subjectief beoordeeld, onder meer doordat degene die de afkalfhulp verleent beoordeelt aan de hand van eigen ervaring. Zodoende moet het percentage doodgeboorten worden genomen als kengetal om het afkalfmanagement op een melkveebedrijf te beoordelen.
Het percentage doodgeboorten (8,53 procent gemiddeld in Nederland in 2015, percentage bij vaarzen hoger dan bij koeien) is slechts het topje van de ijsberg van het aantal kalveren dat bij de afkalving schade oploopt. Om de drie hoofdoorzaken van de complicaties rondom de geboorte an sich te achterhalen, moet een onderscheid worden gemaakt tussen koeien en vaarzen.
Vaarzen:
- Fetomaternale verhoudingen niet in evenwicht (kop van het kalf te groot voor het bekken van het moederdier): leidt tot een verstoord afkalfverloop, maar zorgt ook voor vaker voorkomen van verkeerd liggen van het ongeboren kalf wat ook weer in afkalfverstoringen resulteert.
- Stress: kan leiden tot vertraagd of ontoereikend zacht worden van onderdelen van het geboortekanaal, alsook tot verminderde persing vanuit de buik tijdens het afkalven, met ook een langer durende afkalving als gevolg.
Koeien:
- Subklinische melkziekte: Veroorzaker van het ‘slow calving syndrom’. Het calciumtekort zorgt voor een verzwakking van de weeën, het gevolg daarvan is een langere afkalfduur. Zowel het calciumtekort als de verzwakte weeën zijn niet waarneembaar.
Ook moeten de volgende twee factoren als oorzaken van doodgeboorten niet vergeten worden:
- Onvoldoende kennis over het verlenen van de juiste afkalfhulp.
- Afkalfmamangement binnen het bedrijf: Werkprotocollen voor de afkalfmonitoring alsook voor het herkennen van afkalfproblemen en op het juiste moment ingrijpen bij zwaargeboorten.
Samenvatting: Het aanpassen van het bedrijfsmanagement alsook het trainen van de medewerkers en een geoptimaliseerd werkprotocol voor de afkalfmonitoring, kunnen bijdragen aan een lager aantal doodgeboorten.
Bron: Dr. Alexandra Koch (Diergezondheidsdienst van TSK Sachsen-Anhalt), Schwer- und Totgeburten beim Milchrind: Häufige Ursachen und wirksame Gegenmaßnahmen, Samenvatting inleiding op Stendaler Symposium 2017
Tekstbewerking: Anna Schworm – Foto: Gregor Veauthier