Premium | Veevoer

De voeropname sturen

Het voeren en de voeding vormen samen dikwijls de grootste kostenpost op een melkveebedrijf. Dikwijls worden fouten gemaakt in de ruwvoerproductie, bijvoorbeeld vervuiling van het geoogste gewas of slechte conservering.

Voerfouten leiden tot een lagere voerefficiëntie en verhogen de voerkosten. Naast de rantsoensamenstelling en de controle erop, is het eigenlijke uitdoseren en aanbieden van het voer een belangrijk facet, dit gebeurt immers iedere dag en iedere dag kunnen er fouten gemaakt worden.

Wat beïnvloedt de voeropname?

Aanbevelenswaardig is iedere dag voeren op hetzelfde tijdstip. Koeien houden namelijk van regelmaat. Het gemengde rantsoen moet gelijkmatig worden uitgedoseerd zonder bulten en gaten. Als kuilvoer slecht verdicht is in de silo of rijkuil en daarmee niet stabiel anaeroob is, moet vaker vers voor uitgedoseerd worden om bederf voor te blijven. Ook de volgende criteria beïnvloeden de voeropname:

  • Smakelijkheid: zuren, zoals boterzuur, schimmel en verontreinigingen beïnvloeden de smakelijkheid.
  • Altijd toegang tot voer.
  • Het gemengde rantsoen is gelijk aan het berekende rantsoen.
  • Beschikbaarheid: meerdere malen per dag voeren zorgt voor meer bereikbaar voer, meer melk, minder concurrentie aan het voerhek en derhalve meer rust in de stal.
  • Stress voorkomen: geen overbezetting, rustig en goed omgaan met koeien, toepassen van Low Stress Stockmanship, comfortabele huisvesting, geen hittestress, afgestemde ventilatie.
  • Als het aandeel ruwe vezels in het rantsoen te hoog is ingesteld, neemt de verteerbaarheid af alsook de dichtheid aan voedingsstoffen en energie. De dieren nemen er minder van op, het hogere NDF-gehalte vult de pens sneller.

Voor een hoge voeropname moet de verhouding tussen dieren en vreetplaatsen 1 op 1 zijn, de koeien in een koppel doen bij voorkeur alles gelijktijdig, zo ook vreten. Voor elke vreetplaats moet voer liggen. Als door overbezetting enkele vreetplaatsen tekort zijn, hebben vooral de ranglage dieren daaronder te lijden. Ze kunnen pas bij het voer als de ranghoge dieren gevreten hebben en worden vaker verdrongen. Daardoor stijgt het risico op subacute pensacidose met als gevolg lagere gehalten in de melk. Volgens studies lijdt 19 tot 26 procent van de hoogproductieve koeien aan subacute pensacidose. De streefwaarde voor de pens-pH ligt tussen 5,8 en 7,2. Dan leiden de pensvilli en micro-organismen geen schade. Bij ziekten worden de voedingsstoffen in hogere mate gebruikt voor het op peil houden van de lichaamsfuncties en minder voor de productie van melk of het maken van lichaamsweefsel.

Aanschuifrobot

Alleen koeien die het voer kunnen bereiken, kunnen het opnemen en omzetten in melk. Daarom moet het voer meerdere keren per dag worden aangeschoven. Als dat met een machine wordt gedaan, de shovel bijvoorbeeld, is de frequentie van aanschuiven lager dan met automatische aanschuiftechniek. In het eerste geval is vooral ’s nachts niet gewaarborgd dat het voer in het bereik van de koeien ligt. Als het aanschuiven geautomatiseerd is, wordt vanaf zes uur na het uitdoseren elk anderhalf tot elke twee uur aangeschoven. Als met robots gemolken wordt moet de voergang visueel gehalveerd worden. In de buurt van de robot moet tweederde van het voer worden uitgedoseerd, in de helft verder van de robot een derde. Na het melken moet de koe water en voer opnemen. Dat wordt makkelijker voor de koe als het voer in de buurt van de robot ligt.

Als gevoerd wordt op een lege voergang, betekent dit dat het rantsoen niet altijd beschikbaar is. Kort voor het voeren is er dan immers geen voer op de voergang. Het doel bij machinaal aanschuiven van het voer is vijf procent restvoer. Bij automatisch aanschuiven twee procent. Als altijd op hetzelfde tijdstip wordt gevoerd, is de hoeveelheid restvoer beter in te schatten.

Automatisch voersysteem

Een automatisch voersysteem neemt routinematig werk uit handen en kan 20 procent werktijdbesparing opleveren. Een automatisch voersysteem ondersteunt de melkrobots, omdat de koeien in beweging blijven en vaker maar telkens minder lang rusten. Een ander voordeel is dat makkelijk meerdere rantsoenen voor meerdere groepen gemengd kunnen worden zonder extra inspanning. De investering ligt in vergelijking tot een conventionele voermengwagen aanzienlijk hoger.

Tekst en foto: Theresa Hagemann 

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen Elite...
Meer over:
Veevoer
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?