Polen is de op vier na grootste melkproducent van Europa. Hoe denken Poolse bedrijfsleiders en hoe zijn hun melkveebedrijven georganiseerd? Elite bezocht een aantal melkveehouders in Polen.
Ook in Polen verandert de structuur van de melkveehouderij. Het aantal melkveebedrijven daalt en lag in 2019 op circa 100.000. In het jaar dat Polen bij de EU kwam, 2004, waren het er nog krap 340.000. Daarentegen bleef tussen 2004 en nu het aantal melkkoeien met 2,16 miljoen koeien nagenoeg stabiel.
De zelfvoorzieningsgraad van melk ligt in Polen op 126 procent. Het overschot wordt geëxporteerd. Na Groot-Brittannië en de EU-landen Duitsland, Frankrijk, Nederland is Polen de grootste melkproducent in Europa. Het grote voordeel voor Polen is dat het land midden in de Europese melkbelt ligt en bovendien een voor de melkproductie gunstig klimaat heeft.
Duitstalige agrariërs in Zuid-Polen
In het kader van een studiereis bezocht Elite meerdere melkveebedrijven in het zuiden van Polen in de bestuursdistricten (powiat) Oppeln en Silezië. In deze gebieden leven naar schatting 350.000 Polen met Duitse wortels, waaronder twee van de hierna geïnterviewde melkveehouders. Deze minderheid heeft in de Poolse Bondsdag een vaste zetel. Na de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel Duitsers vanuit Polen richting het westen. Veel Duitstalige agrariërs namen echter de Poolse identiteit aan om hun land te kunnen behouden en erop te blijven verbouwen.
Melkveehouders in de zuidelijke regio’s Oppeln en Silezië leveren hun melk aan de zuivelondernemingen Zott, Hochland en Danone alsook aan de coöperatie Włoszczowa. Ongeveer twee derde van de zuivelondernemingen zijn coöperatief, een derde is privaat. Elite bezocht drie zeer verschillende bedrijven.
Maatschappelijke acceptatie
Net als hier ervaren Poolse melkveehouders een afnemende acceptatie voor de veehouderij door de samenleving. Dierenwelzijnsorganisaties groeien en wet- en regelgeving wordt alsmaar strenger. “We moeten dus uitbreiden en meer winst maken, van het melkgeld blijft steeds minder voor ons over”, verheldert melkveehouder Martin Ziaja. De Poolse melkprijs pendelt tussen 26 en 38 eurocent (september 2019). Waarom is de spanne zo groot? “Er zijn veel kleine zuivelondernemingen en dat drukt de prijs”, legt Ziaja uit. Toeslagen op de melkprijs voor bepaalde productieomstandigheden worden vaak de nieuwe standaard en niet elk bedrijf past zich even gemakkelijk aan die nieuwe eisen aan.
Alleen kleine en jonge agrariërs
Toen Polen net EU-lid was ontvingen melkveehouders veel subsidiegeld van de EU. Nu krijgen vooral jonge agrarische ondernemers subsidie van de Poolse regering. De uitbreiding van bestaande melkveebedrijven wordt niet meer gesteund door de staat. “Hoe groter het bedrijf, des te minder de subsidies.” Zo verklaart Ziaja de landbouwpolitiek die regeringspartij PiS voert.
PiS regeert sinds 2015 en heeft een bovengrens voor eigen land ingesteld van 300 hectare per persoon. Dat heeft soms geleid tot op papier kleinere bedrijven waar in de praktijk de grond over meerdere familieleden is verdeeld. Grotere bedrijven zijn volgens de minister-president van Polen vijanden van de middenklasse. Voor staatsbedrijven geldt een uitzondering. Die mogen veel groter zijn. Er zijn er 40 van in Polen. Ze betalen geen pacht voor het land, maar moeten wel voldoen aan voorschriften van de staat, bijvoorbeeld voldoende genreserves hebben.
“De politiek is catastrofaal”, zegt Ziaja over de nationaalconservatieve regeringspartij. “Het populisme wordt steeds sterker.” Beloftes van meer sociale diensten en betere infrastructuur hebben de meerderheid van de kiesgerechtigden in oktober 2019 overtuigd om op het PiS te stemmen.
Toch staat Polen onder bijzonder toezicht van de Europese Commissie omdat zij vreest dat het rechtssysteem en de persvrijheid niet langer gewaarborgd zijn. “Het is ongelofelijk dat de mensen niets uit de geschiedenis geleerd hebben. De regeringspartij wil het minimumloon met 100 procent verhogen in twee jaar, maar dat kan alleen als de economie het kan dragen”, bekritiseert Ziaja.
Overtuigd Europeaan
- Naam: Martin Ziaja
- Plaats: Debrociesz
- Melkkoeien: 150
- Productie: 9.500 kg
- Bijzonder: Ziaja is bestuurder bij de Poolse fokkerijorganisatie, lid van EDF. Op eigen initiatief organiseert hij studiereizen in Polen, vooral voor Duitse melkveehouders. Vorig jaar organiseerde hij 20 reizen.
Het rondeleiden van buitenlandse collega’s ziet Ziaja als zijn bijdrage aan Europa. De regering streeft op dit moment vooral nationalistische doelen na, vindt hij.
Om al zijn nevenfuncties te kunnen vervullen, heeft Ziaja zijn melkveebedrijf strak georganiseerd. Zijn zoon Lukas managet inmiddels het dagelijkse werk. In 1996 nam Martin het bedrijf over, toen werd met 29 koeien 130.000 kilo gemolken, nu zo’n 1,4 miljoen kilo met 150 koeien. Vernieuwen en verbouwen doen de Ziaja’s veelal zelf. Ook de nieuwe stal voor de melkkoeien hebben ze zelf gebouwd. Het laatste project was een overkapping boven de 32 kalveriglo’s. Voor de kalveren erin gaan, verblijven ze eerst 24 uur in een eenlingbox met een warmtelamp. Het volgende project is een nieuw melkhuis, want ze melken nog in de oude grupstal. Tweemaal per dag drie uur.
Op 220 hectare waarvan 150 gepacht, teelt Ziaja zijn eigen krachtvoer. Hij bouwde een voerkeuken en mengt het voer zelf. De investering in de voerkeuken verdiende hij in twee jaar terug. Dit jaar verloopt een van zijn pachtcontracten. Omdat de regio veel gezinnen trekt vanwege de werkgelegenheid in de vele meubelmakerijen, zullen op die grond woningen gebouwd worden. “Wat de toekomst brengt, moet ook ik afwachten”, besluit de ondernemer.
3.700 koeien in dienst van de staat
- Naam: Mariusz Sikona (bedrijfsleider)
- Plaats: Kiertz
- Melkkoeien: 3.700 op drie locaties
- Productie: 10.200 kg
- Bijzonder: Kiertz is een van de 40 staatbedrijven. Het betaalt geen pacht. De overheid schrijft de bedrijfsdoelstellingen voor, maar Kiertz moet wel de eigen broek ophouden
Het staatsbedrijf Kiertz, gelegen rondom de kleine gelijknamige stad, heeft in totaal 3.700 melkkoeien en beschikt over 9.200 hectare. Kiertz telt 341 medewerkers, de meeste komen uit de buurt. De taken worden dagelijks verdeeld onder de vaste medewerkers, behalve het insemineren, dat wordt gedaan door een vast team.
De koeien zijn verdeeld over drie melkveebedrijven met elk plek voor 1.300 melkkoeien. Elke locatie heeft twee even grote ligboxenstallen met in het midden het melkcentrum met 60-stands buitenmelker. De twee laatste bedrijven werden gebouwd in 2011 en 2016. De melkbeurten duren zes uur en beginnen om negen uur ’s ochtends en negen uur ’s avonds.
De kalveren zijn op elke locatie in een aparte jongveestal gehuisvest. Na 12 maanden gaan ze naar de vaarzenstal, daar krijgen ze een activiteitsmeter en worden ze geïnsemineerd. Alles verloopt op de bedrijven via SOP’s. Ook het justin-time afkalven. “De veestapels zijn volledig met eigen aanfok opgebouwd”, vertelt Mariusz Sikona.
Uit de stierkalveren worden er elk jaar twee tot drie als dekstier aan KI-organisaties verkocht. In de buurt worden jaarlijks ook zo’n 20 dekstieren verkocht. De overige stierkalveren worden door het bedrijf zelf afgemest. Elk jaar gaan er 500 stieren naar de slachterij.
Vaarzen onder folie
- Naam: Jozef Fichtte
- Plaats: Kujakowicze
- Melkkoeien: 190
- Productie: 9.800 kg
- Bijzonder: De pinken huisvest Fichte in drie hoge koepelstallen met foliedak. Fichtte begint met insemineren op basis van het lichaamsgewicht. Hij krijgt het voor elkaar al op 13 tot 14 maanden te insemineren.
Toen Fichtte zijn bedrijf overnam, werden er 21 koeien gemolken. In 2004 bouwde Fichtte het eerste deel van zijn ligboxenstal met 120 zandboxen. In het begin gebruikte hij een trekker met schuif om het zand met mest naar buiten te schuiven, later installeerde hij mestschuiven. Nu de stal met 30 meter naar 230 ligboxen is uitgebreid, gebruikt hij een stro-kalkmengsel. Hij maakt het mengsel zelf met de voermengwagen. Hoewel volgens hem zand het beste koecomfort levert, is hij ook over het ligcomfort op de stro-kalkbedden tevreden. Hij is erop overgestapt omdat het zand slecht was voor de kabelschuiven die de mest van de dichte stalvloer schoven.
Als Fichtte verder wil uitbreiden, moet hij volgens eigen zeggen op het erf van de buren bouwen. De stal zette hij al in de wei tegenover de oude boerderij in plaats van op het erf. Voor het oudere jongvee en de droge koeien koos hij voor drie eenvoudige foliehallen met lengteventilatie en slechts een smalle, niet-doorlopende voergang.
Het werk doet Fichtte met enkele Oekraïense medewerkers. Zijn vrouw werkt als docent en zijn kinderen kozen een loopbaan elders. Fichtes doel is 220 koeien melken met een productie van 10.000 liter. Nog 30 koeien en 200 kilo melkproductie meer dus. “Dit jaar kan het lukken”, voorspelt de 55-jarige melkveehouder.
Tekst: Sophie Oehler