Premium | Veevoer

Inspelen op regeling minder eiwit in krachtvoer

Vanaf september geldt de regeling voor maximale gehaltes ruw eiwit in krachtvoer. Daardoor kun je minder corrigeren op het gewenste eiwitniveau. In dit artikel legt Elite uit hoe de regeling in elkaar steekt, op welke groepen je extra moet letten en hoe je je kunt voorbereiden.

Vanaf 1 september 2020 tot 1 januari 2021 geldt de regeling minder eiwit in krachtvoer. Per grondsoort is de maximale hoeveelheid eiwit vastgesteld. Zolang deze regeling geldt mag je geen krachtvoer met een hoger eiwitgehalte op je bedrijf hebben. Hoeveel eiwit in je krachtvoer mag zitten is afhankelijk van grondsoort en intensiteit.

Tabel 1. Maximale hoeveelheid eiwit in krachtvoer in gram per kg diervoeder aan de hand van grondsoort en intensiteit.

Standaard Melkproductie 14.000 – 20.000 kg/ha Melkproductie > 20.000 kg/ha
Zand- of lössgrond 191 192 192
Kleigrond 171 172 173
Veengrond 164 164 165

De regeling is van toepassing op alle mengsels, mengvoeders en voedermiddelen die van derden zijn ontvangen. Veldbonen, voederbieten en kunstmelkpoeder zijn uitgezonderd van de regeling. Andere uitzonderingen op de regeling zijn tarwegistconcentraat, bierbostel, bietenloof, stro, hooi, grasbrok, kuilvoer, snijmais, luzerne, luzerne zongedroogd en -kunstmatig gedroogd. Lees meer over de eiwitregeling op www.aanpakstikstof.nl

Het is belangrijk om bij levering van voeders de bijbehorende documenten goed te bewaren (minimaal 6 maanden). In deze documenten moet staan wat de hoeveelheid ruw eiwit is per kg diervoeder en voor welke diercategorie het bedoeld is. Toezicht en handhaving van deze regeling wordt uitgevoerd door NVWA.

Invloed op gezondheid

Dierenarts en weidecoach Gerrit Hegen is van mening dat het eiwitgehalte in het voer voor melkkoeien soms wel 10 procent omlaag kan, zonder problemen voor de diergezondheid. Ook de melkproductie en de gehaltes kunnen met minder eiwit op peil blijven, zegt hij. “Melkveerantsoenen bevatten veelal meer dan 160 gram ruw eiwit per kg droge stof; 168 tot 170 gram komt veel voor. Melkveehouders moeten eigenlijk terug naar 150 tot 160 gram ruw eiwit. Daarbij is van belang dat de balans in de pens wordt bewaard; er moet aandacht zijn voor penseiwit, pensenergie en de vorming van ureum.” Met de balans in de pens bedoelt Hegen de verhouding tussen energie en eiwit in het voer dat de koe opneemt. Als dat in orde is, blijft de pens goed zijn werk doen. Dierenarts Erwin de Heer van de ULP in Harmelen is het met Gerrit Hegen eens dat wat minder eiwit voeren aan melkkoeien waarschijnlijk kan. “Maar met minder eiwit voeren neem je wel een deel van de veiligheidsmarge weg. En waar ligt de grens? Er is meer kennis en kunde voor nodig als je scherper eiwit gaat voeren.”

Een pens die in balans is heeft een goede penswerking, maar daarvoor moet hij wel voldoende eiwit, energie en structuur binnen krijgen. Zonder optimale penswerking gaat de koe namelijk niet efficiënt om met eiwit en gaat melkproductie verloren. Richard ter Beek, verkoopleider rundvee bij AgruniekRijnvallei legt uit hoe dit zit, ”Als het gaat om eiwitefficiëntie zie je vaak dat energie de beperkende factor is. Als een koe daar te weinig van binnen krijgt, dan gaat de lever (microbieel) eiwit omzetten in energie. En dat wil je juist niet want microbieel eiwit is een hele goede eiwitbron die de koe goed om kan zetten in melkeiwit.”

Risicogroepen

Volgens Jan Dijkstra, universitair hoofddocent veevoeding bij Wageningen University & Research, zijn er inderdaad een paar risicogroepen waar extra op gelet moet worden als je minder eiwit gaat voeren:

Kalveren: Als je gewend bent om kalverbrok of kalvermuesli te voeren (waar veel eiwit in zit) aan jongvee tot ongeveer 6 maanden, dan kan het zijn dat dit met de nieuwe regeling niet meer mag. Dat speelt vooral op veengrond, waar het maximum eiwitgehalte met maximaal 164 tot 165 gram het laagst is. Dijkstra geeft in dit geval als optie om deze dieren luzerne of grasbrok met een hoog eiwitgehalte te voeren. Een stuk eiwitrijk gras inkuilen in balen is een alternatief.

Oudmelkte koeien: Als koeien in het eind van de lactatie een hoge voeropname houden, maar weinig eiwit binnen krijgen, is de vervettingskans groter. “Bij droogstaande koeien kan de kwaliteit van de biest afnemen als ze een rantsoen krijgen met een laag eiwitgehalte dat onvoldoende DVE levert. Afhankelijk van de situatie kan het dus zinvol zijn om eiwitrijker ruwvoer te voeren.”

Verse koeien: “Een wat lager eiwitgehalte in het rantsoen van verse koeien zorgt voor een minder diepe en minder lange periode van negatieve energiebalans”, legt Dijkstra uit. Koeien die aan het begin van de lactatie veel eiwit binnen krijgen, produceren immers veel melk wat samengaat met een hoog risico op een diepe en lange negatieve energiebalans. Minder eiwit in deze periode leidt ook tot minder melk en daarmee tot een minder heftige NEB. Druk je de melkproductie van de verse koe echter te lang en te stevig, dan kan dat voor de rest van de lactatie een lagere productie betekenen. “Het speelt dus nogal nauw”, benadrukt Dijkstra.

Eigen gras benutten

Als veehouder moet je gaan inspelen op deze regeling, maar hoe doe je dit op de beste manier? “In het algemeen geldt: eigen ruwvoer, en vooral gras is goedkoop” vertelt Jan Dijkstra.

Volgens Dijkstra is het een goede optie om vooral te blijven weiden in de herfst. Een andere optie is om in de herfst gras te maaien en vers te verstrekken aan het voerhek, zomerstalvoeren dus. Of je kunt kiezen om nu te beginnen met iets meer snijmais voeren en daarmee te besparen op je graskuil om van september tot januari meer (eiwitrijke) graskuil te voeren.

Eigen ruwvoer, en vooral gras, is een goedkope eiwitbron. Foto: Birte Ostermann-Palzz

Kuilmanagement

Het is altijd belangrijk om je gras op het goede moment te maaien en in te kuilen. Maar zeker met deze regeling is het belangrijk om een goede graskwaliteit te oogsten. Het optimale oogstmoment bepalen is in theorie makkelijker dan in praktijk. Je wilt graag dat het gras een goede verteerbaarheid heeft met daarbij een goede eiwitkwaliteit. Bij vroeg maaien is het gras goed verteerbaar maar is de eiwitkwaliteit niet optimaal. Hoe later je maait, hoe beter de eiwitkwaliteit wordt. Er treedt echter ook verhouting op, hierdoor wordt plant minder verteerbaar. Ter Beek: “ Een belangrijk moment om in de gaten te houden is de bloei, tegelijk met de bloei begint namelijk de verhouting en dat wil je voorkomen. De meeste grassen gaan in mei/juni bloeien dus hou dat goed in de gaten. Maar niet alleen na bloei treedt verhouting op. Ook na ongeveer vijf weken kan het gewas gaan verhouten. Probeer je maai-interval niet langer te laten worden dan vijf weken. De seizoenen hebben ook invloed op de kwaliteit van het gras. Over het algemeen geldt dat voorjaars- en najaarsgras goed verteerbaar is omdat minder verhouting optreedt. In de zomer loopt de verteerbaarheid sneller terug, maai daarom op tijd.”

Ook als je niet het juiste maaimoment hebt gekozen kun je nog bijsturen door iets natter of droger in te kuilen. “Als je gewend bent om vroeg in te kuilen en vaak met nattere kuilen werkt, probeer dan wat droger in te kuilen, zo tegen de 45 procent drogestof”, adviseert Dijkstra. Droger inkuilen betekent dat je meer DVE bewaart en de OEB wat lager wordt. Dit is Ter Beek met hem eens “Als je inkuilt vindt er altijd wat afbraak van eiwit plaats en door droger in te kuilen blijft het eiwit beter behouden.” Een drogere kuil heeft echter wel meer kans op broei en schimmel. Als de kuil goed verdichten niet lukt kan het gebruik van een inkuilmiddel lonen. Gebruik hiervoor een inkuilmiddel dat bestaat uit een mix van homo- en heterofermentatieve bacteriën.

Ben je iets te laat met maaien en is het gras al aan het verhouten? Dan kan het helpen om iets natter in te kuilen, rond de 35 procent drogestof. Ter Beek: “Door iets natter in te kuilen verhoog je de verteerbaarheid. Doordat de kuil iets natter is, blijft het gewas een beetje vochtig, hierdoor worden de celwanden week en zijn ze makkelijker te verteren.”

TMR’s

Vooral het voeren van een TMR wordt moeilijk met de nieuwe eiwitregeling. Veel losse componenten zoals bijvoorbeeld raapschroot zitten te hoog in eiwit en mogen dus niet op het bedrijf aanwezig zijn. Waar een veehouder eerst zelf zijn rantsoen kon mengen moet hij nu de grondstoffen door een mengvoerleverancier laten mengen, zodat het product bij aankoop voldoet aan de eiwitnorm. Richard ter Beek vergelijkt dit met het bestellen van een kant-en-klaar maaltijd, “Waar veehouders eerst zelf de maaltijd voor hun koeien konden samenstellen, moeten ze dit nu kant en klaar bestellen als mengvoer.”

Wanneer te weinig eiwit?

Als koeien te weinig eiwit binnen krijgen, zie je dat aan een daling in de melkproductie en het eiwitgehalte. Ook melkureum is een praktische maatstaf, al is er geen vaststaand optimum voor, omdat dit erg afhankelijk is van het bedrijf, legt Dijkstra uit.

Vanuit de sector is veel kritiek op de regeling. Zo vindt Ter Beek het kort gezegd een slecht plan. “Het is een hele platte maatregel die niet in relatie staat tot de totale bedrijfsvoering. Ik had liever gezien dat gekeken werd naar het totale rantsoen dan naar losse componenten zoals nu wordt gedaan.” Ook Dijkstra vindt het een lastige regeling maar ziet ook mogelijkheden om eens kritisch naar het krachtvoergebruik op je bedrijf te gaan kijken. “Uiteindelijk is krachtvoer, en zeker eiwitrijk krachtvoer per kg duur. Krachtvoer is een hoge kiloprijs waard als een dier het eiwit ook nodig heeft. Kortom, gebruik deze lastige situatie van laag eiwit in krachtvoer ook om te kijken of het misschien een tikkie minder kan met eiwit zodat je op voerkosten kunt besparen.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Sandra Wilgenhof
Sandra Wilgenhof (1998) studeert Dier- en veehouderij aan de Aeres Hogeschool in Dronten. Via stages op de middelbare school in aanraking gekomen met veehouderij en...
Meer over:
Veevoer
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?