Ziekteverwekkers zoals cryptosporidiose komen in vrijwel elke jongveestal voor. Afhankelijk van de weerstand van de kalveren kunnen die in meer of mindere mate ziek worden.
De eerste aanwijzing dat een kalf diarree heeft, is dunne mest die later waterig wordt en ook bloederig kan zijn. Afhankelijk van de ernst van het ziektebeeld, nemen geïnfecteerde kalveren steeds minder melk op en kunnen ze last krijgen van een te lage glucosespiegel in het bloed. De lichaamstemperatuur van de kalveren verschilt, van koorts (> 39,5 °C) tot te lage lichaamstemperatuur (< 38,5 °C). In de zwaarste gevallen hebben de kalveren weggezonken oogbollen en komen ze niet meer zelfstandig in de benen. In het ergste geval sterven ze, zonder zichtbare symptomen, aan bloedvergiftiging of door gifstoffen van bacteriën.
Ziekteverwekkers herkennen
Kalverdiarree behoort tot de typische factorenziekten. Tot de infectieuze oorzaken behoren:
- Eencelligen (cryptossporidiose)
- Virussen (rota- en coronavirus)
- Bacteriën (E. coli, clostridia)
- Coccidiosen, bij kalveren vanaf de derde levensweek
Een gezond kalf is bestand tegen een geringe hoeveelheid ziekteverwekkers. Komt er echter stress bij, dan kan het kalf makkelijk ziek worden. De basis van diarreebehandeling is de toevoer van vocht, elektrolyten, buffersubstanties en energie (melk). Hoe vroeger vocht wordt toegediend, hoe groter de genezingskans. Zodra de eerste symptomen van diarree zichtbaar worden, moet in beginsel driemaal per dag twee liter elektrolytenmix worden aangeboden. De melk kan vanaf dat moment worden verdeeld in meerdere kleine porties van één tot twee liter. Bij waterige diarree hebben kalveren minstens vijfmaal per dag twee liter elektrolytenmix nodig. Als ad libitum melk wordt gevoerd, moeten alleen elektrolytenmixen worden gebruikt die compatibel zijn met melk.
Stop pas met het aanbieden van elektrolytenmix als de mestconsistentie weer normaal is, kalveren met diarree hebben veel energie nodig. Daarom moet altijd worden doorgegaan met melk voeren. Als kalveren niet meer zelfstandig drinken moet de dierenarts worden ingeschakeld – de toenemende uitdroging kan snel levensbedreigend worden. De dierenarts kan indien nodig snel grote hoeveelheden vocht via een infuus toedienen om zo verloren vocht te compenseren.
Warmtetoevoer (warmtelamp), kalverdekjes, droog en schoon strooisel, alsook met geduld een kalf ondersteunen bij het drinken kan helpen bij een spoedige genezing. Behandeling met antibiotica heeft alleen zin als de diarree bacterie-gerelateerd is, het kalf koorts heeft en naast de diarree nog een ziekte heeft zoals navel- of longontsteking.
Cryptosporidiose en coccidiose
Als in laboratoriumonderzoek cryptosporidiose is aangetoond, helpen de volgende behandelingen:
Oraal toedienen van
Product | Natrium, kalium, chloride | Energie | Alkaliserende (bufferende) substanties | Overige substanties | |||
Propionaat | Acetaat | Citraat | Bi-carbonaat | ||||
Boviferm Plus | x | x | x | Probioticum (E. feacium), vitamine, betoniet, guarpitmeel | |||
Calf-Lyte Plus | x | x | x | Vitamine | |||
Benfital Plus | x | x | x | x | x | Gisten, citruspulp | |
Diaproof pro | x | x | x | x | Gisten, vitamine, vlozaadschalen, tarwemeel | ||
Effydral | x | x | x | x | |||
Enerlyte Plus | x | x | x | Probioticum (E. feacium), vitamine E, rijstmeel, johannesbroodpitmeel | |||
Glutellac | x | x | x | ||||
Rehydion Gel | x | x | x | x | x |
De buffercapaciteit is een belangrijke bouwsteen in de bestrijding van diarreegerelateerde acidose. (Overzicht is niet volledig.) Bronnen: Vet Consult
Halofuginone (Halagon, Kriptazen). Voorzichtig, het geneesmiddel heeft een beperkte behandelbreedte en moet exact gedoseerd worden.
- Zijn colikiemen de oorzaak van diarreeverschijnselen, dan kan paromomycine (parofor) ondersteunend worden ingezet.
- Gistculturen (bijvoorbeeld van SmartCare) kunnen de duur en ernst van een infectie met cryptosporidiose significant verlagen.
Wordt coccidiose bij gespeende of aangekochte kalveren in de mest aangetoond, dan helpen coccidiose-werkzame geneesmiddelen. Voorbeelden van werkzame stoffen:
- Diclazuril (Vecoxan, Diclazuril)
- Toltrazuril (Baycox bovis)
- Sulfonamide (bijvoorbeeld Bigram, Hefo trim)
Diclazuril en Toltrazuril zijn ook toegelaten voor behandeling in het vroegste stadium. Dat betekent dat kalveren al worden behandeld vóór een verwachtte infectie. Deze behandeling moet voorkomen dat de infectie daadwerkelijk uitbreekt of op z’n minst de symptomen verzachten. Naast de behandeling van de kalveren is in dergelijke gevallen ook desinfectie van de kalverafdelingen nodig met een middel dat werkzaam is tegen cryptosporidium.
Tekst: Marion Weerda
Ontwikkelingscyclus van pathogene cryptosporidiose

1. In dier en mens: cryptossporidia zijn protozoën die leven in het maagdarmkanaal. Ze zijn niet erg gastheerspecifiek. De pathogene soort Cryptosporidium parvum komt ook bij de mens voor.
2. Infectie: de infectie verloopt oraal. De sporozoiëten komen uit in de darmepitheelcellen. Daar vermeerderen ze zich en besmetten andere darmcellen. Vervolgens worden oöcysten uitgescheiden.
3. In omgeving: oöcysten worden in de regel één tot twee weken uitgescheiden, zijn zeer besmettelijk en niet te elimineren met normale reiniging en desinfectie.
In ’t kort
- Diarreeverwekkers komen voor in elke stal. Of diarree optreedt, is afhankelijk van de afweer van de kalveren.
- Kalveren met waterige mest, moet direct elektrolytenmix gevoerd worden.
- De verantwoordelijke ziekteverwekker kan met sneltests geïdentificeerd worden.
- Cryptosporidium parvum behoort tot de zoönosen en kan zowel mensen als andere kalveren ziek maken.
- Wordt cryptosporidiose of coccidiose aangetoond, dan is een op de verwekker toegesneden desinfectie nodig.
Diagnose en behandeling
Een mestmonster laten onderzoeken is zinvol om de diarreeveroorzakers te identificeren en een op de kiem toegespitste behandeling te starten. Het dier mag dan nog niet met antibiotica behandeld zijn, de verwekker is dan namelijk niet meer aan te tonen. De mest moet vers uit de endeldarm van het kalf komen. Met een sneltest is het mogelijk binnen enkele minuten aan te tonen om welke diarreeveroorzaker het gaat: cryptosporidiose, E. coli, rota-coronavirus of clostridium.