De BSK hoger dan het celgetal, dat is een mooi streven. Melkveehouders die een koe hebben die dat bereikt, willen nog wel eens trots een foto van de MPR-uitslag op social media plaatsen. Elite vroeg zich af of een zo laag mogelijk celgetal het streven moet zijn.
Een laag celgetal levert meer melk op en verlaagt de infectiedruk van vooral koegebonden bacteriën. Zo antwoordt GD op de vraag of het celgetal ook te laag kan zijn. GD verwijst naar Braziliaans onderzoek met 32.000 melkkoeien op 240 bedrijven; vanaf 12.400 cellen per milliliter melk wordt de productie negatief beïnvloedt.
De oorzaak van de productievermindering als gevolg van een hoog celgetal is ontsteking in het kwartier, veroorzaakt door een mastitisverwekker. Des te hoger het aantal cellen, des te groter de kans dat het kwartier geïnfecteerd is. Op bedrijven met lage celgetallen spelen koegebonden mastitisverwekkers, zoals S. aureus, vaak een kleine rol.
BSK hoger dan celgetal
Een laag celgetal zegt echter niets over het voorkomen van omgevingsgebonden mastitisveroorzakers, zoals E. coli, op een bedrijf. Wel zegt het iets over de effectiviteit van hygiëne- en managementmaatregelen ertegen. Toch is de vraag of het celgetal niet te laag kan zijn, niet geheel onterecht volgens Amber Yutzy van de Penn State University (VS). Het celgetal representeert immers de witte bloedcellen die naar de uier komen om infecties te bestrijden en weefsel te herstellen. Yutzy schrijft dat er melkveehouders zijn die vrezen dat een te laag celgetal resulteert in meer mastitisgevallen door verminderde capaciteit om pathogene bacteriën te bestrijden. Volgens Yutzy zijn er aanwijzingen dat koeien met een celgetal lager dan 50.000, trager op een infectie in de uier reageren. Meer koeien met zulke lage celgetallen zou dan dus het risico op (klinische) mastitis verhogen. Dit nadeel weegt volgens Yutzy echter niet op tegen de voordelen van een laag celgetal. Zeker lijkt dus dat 50.000 cellen per milliliter geen gevaren oplevert en dat koeien met een zeer hoge BSK een lager celgetal mogen hebben dan dat de BSK hoog is.
Uierontsteking bij laag celgetal: omgevingskiemen
Als op bedrijven met dergelijk lage celgetallen uierontsteking voorkomt, is dat volgens Yutzy meestal aan omgevingskiemen te wijten die toeslaan bij koeien met verlaagde weerstand. “Die omgevingskiemen zijn opportunistisch en kunnen de concurrentie met koegebonden kiemen niet aan waardoor koeien in veestapels met lage celgetallen juist het vaakst worden getroffen”, legt Yutzu uit. “De weg naar nog minder mastitisgevallen op een laag-celgetal-bedrijf is niet verhogen van het celgetal, maar nog striktere hygiënemaatregelen. Hoe lager het celgetal, hoe hoger namelijk de productie.” Aldus Yutzy.
Omgevingsgerelateerde mastitis valt meer op
Yutzy voegt er aan toe dat koeien met een laag celgetal niet perse vatbaarder zijn voor de omgevingskiemen die mastitis verwekken, maar dat de getroffen koeien meer opvallen door de klinische symptomen. Mastitis met koegebonden kiemen als veroorzaker, verloopt vaker subklinisch en als er klinische klachten zijn, dan zijn ze mild. Ten eerste hebben de opportunistische omgevingsgebonden kiemen dus meer kans zich te manifesteren bij laag celgetal-koeien en ten tweede vallen koeien met mastitis als gevolg van omgevingsgebonden kiemen meer op door het meer klinische verloop van de mastitis.
Bronnen: GD en Amber Yutzy op dairyherd.com