Als de koeien de melkstal maar traag binnenkomen en de melk slecht laten schieten, kan het zijn dat de melkstalafmetingen te krap zijn.
Bij de hoofdfoto: Dat koeien in de melkstal voldoende kopruimte hebben is van groot belang. De koe mag nooit met haar neus en ogen tegen de wand ‘plakken’. Alleen als ze voldoende kopruimte heeft zal ze vrijwillig de juiste positie op de melkstand innemen.
De melkstal moet niet alleen goed functioneren, maar ook de koe en melker optimaal ‘werkcomfort’ bieden. Voelen de koeien zich niet prettig op hun ‘werkplek’, dan zal de capaciteit van de melkstal dalen. Bovendien worden koeien dan vaak niet goed leeggemolken.
De koeien moeten de melkstal snel en vrijwillig inlopen. Omdat ze niet graag van een lichte naar een donkere ruimte lopen, moeten wachtruimte en melkstal met gelijke lichtsterkte zijn verlicht. Heldere en lichtgekleurde wanden in de melkstal zijn dus een pré. Koeien vrezen snelle lichtovergangen. Die wisselingen van lichtsterkte ondervinden ze als hindernis.
De snelheid waarmee de koeien de melkstal inkomen kan ook worden bevorderd met ventilatoren die worden geïnstalleerd bij de uitgang van de melkstal. De ervaring leert dat koeien de melkstal dan sneller betreden, omdat ze met de neus in de wind lopen. Het inlopen van de melkstal wordt bemoeilijkt als er direct voor de melkstal vrij toegankelijke ligboxen zijn. Die hebben een enorme, misschien wel magische, aantrekkingskracht op koeien die de melkstal nog in moeten. Let erop dat de oppervlakken waarop koeien staan en lopen grip bieden. Als de dieren het gevoel hebben niet veilig te kunnen lopen in de melkstal, zullen ze de melkstal bij voorkeur mijden. Voorzichtigheid is wel geboden bij vloeren die met epoxyhars zijn afgewerkt. Deze bieden weliswaar grip, maar zijn vaak te ruw. Daardoor staan de koeien ongemakkelijk.
Koeien moeten ontspannen staan
De lengte en de breedte van de stands in de melkstal moet passen bij de grootte van de koeien. Bijvoorbeeld Fleckvieh-koeien hebben bredere stands nodig dan Holstein-koeien. Belangrijk is voldoende kopruimte. De koe mag niet met haar hoofd tegen de muur staan. Alleen als de dieren hun kop kunnen bewegen stellen ze zichzelf juist op. Als ze met de neus tegen de buitenwand staan, zullen ze zich traag opstellen in de melkstands. Bovendien wordt de hormonaal geregelde melkafgifte gestoord door plaatstekort (stress).
Als veel koeien de melkstal niet als eerste in willen, kun je voorzichtig concluderen dat in ieder geval de eerste stand te krap is. Vaak zorgt dan het fronthek ervoor dat koeien zich er niet goed kunnen opstellen. Buizen of stangen hinderen bij de hals of buik.
Bij zij-aan-zij-melkstallen hebben indexeringshekjes zichzelf als nuttig bewezen, doordat ze flexibel reageren op de beweging van de koeien (dieren positioneren zich zelfstandig). De indexering zorgt ervoor dat dieren in de optimale positie gaan staan. Dit hek ‘duwt’ de koe als het ware terug. Indexering per dier functioneert beter dan indexering per groep. Daarbij komen kleine koeien bij groepsindexering vaak niet dicht op de putrand te staan waardoor de melker langere armen moet hebben. Het gevaar voor lichaamsoverbelasting neemt dan toe. Tip: Let op sterk glimmende plekken op het hek en buiswerk dat aan de koeien grenst. Glimmende plekken betekent dat de koeien tegen het metaal aan staan.
Tabel 1. Richtlijnen voor melkstandafmetingen
Melkstaltype | Melkstandbreedte | Melkstandlengte |
Visgraat 30 graden | 115 tot 120 cm | minstens 150 cm |
Visgraat 45 graden | 85 tot 90 cm | minstens 180 cm |
Visgraat 60 graden | 80 tot 85 cm | 200 tot 230 cm |
Zij-aan-zij (80 tot 90 graden) | 80 cm | 250 tot 500 cm |
Lucht, lucht, lucht en nog eens lucht
Om ervoor te zorgen dat water goed kan wegvloeien, moeten de melkstandvloeren 1 tot 3 procent aflopen. Bij een sterkere afloop staan de koeien iets voorover wat de uier iets verder naar de putrand schuift. Maar dat heeft als nadeel dat de voorpoten meer worden belast.
Koeien hebben het graag koel en houden van frisse lucht. Doordat ze in de melkstal dicht op elkaar staan, wordt het er toch snel benauwd en vochtig. Goede ventilatie door een hoog plafond, open wanden en anders ventilatoren of beluchtingsslangen is een must.
Wachtruimte: 1,8 vierkante meter per koe
Ideaal is het als de koeien voor aanvang van de melkbeurt in een wachtruimte of stalgang staan achter de melkstal met 1,6 tot 1,8 vierkante meter per dier. Bij voorkeur wordt een drijfhek gebruikt om de koeien de melkstal in te drijven. Een wachtruimte is het best licht oplopend richting de melkstal en moet bij voorkeur in ieder geval het voorste deel zijn voorzien van dichte wanden, zodat koeien buiten de wachtruimte aan het zicht onttrokken worden. Rapid-exit (alle koeien tegelijk eruit) kan de capaciteit van de melkstal met 15 tot 20 procent opschroeven.
Tekst: Gregor Veauthier
Stress kost melk
Alleen een koe die ontspannen en rustig in de melkstal staat en zich daar zichtbaar op haar gemak voelt, zal zich volledig leeg laten melken. Stress tijdens het melken kan de melkgift van koeien verminderen. Daardoor daalt de melkproductie en ook de uiergezondheid op lange termijn. Het gedrag van de koe in de melkstal kan uitsluitsel geven over haar innerlijke onrust. Als de koe zich in de melkstal ontdoet van veel urine en mest, is dat ook terug te voeren op angst of stress. Door het vrijkomen van stresshormonen verhoogt ook de hartslag en bovendien verstoort het de melkafgifte. Zodoende kan ook taaiheid een stresssymptoom zijn.

In ’t kort
- De melkstal en wachtruimte moeten met vergelijkbare lichtsterkte verlicht zijn.
- De melkstands moeten grip bieden, kopruimte is zeer belangrijk.
- Een hoog plafond, open wanden ventilatoren of beluchtingsslangen zorgen voor een aangenaam klimaat voor de koe in de melkstal.