Magazine | Premium | Veevoer

AMS en weidegang: tips uit de praktijk

Met de tips uit dit artikel kun je voorkomen dat de melkproductie terugvalt en je meer koeien naar de robot moet brengen als ze de wei opgaan.

Bij de hoofdfoto: Automatische weideselectiehekken die zijn gekoppeld aan het automatische melksysteem, maken het mogelijk om koeien wel of geen toegang tot de wei te geven. Soms zijn twee richtingen voldoende, soms zijn drie richtingen nodig. Foto: Katrin Berkemeier

Bij de combinatie van weidegang en automatisch melken moet de melkveehouder erin slagen de koeien te motiveren meerdere keren per dag van de wei (vreten) naar de stal (robotgebruik) te bewegen. Vanuit arbeidstechnisch oogpunt is het belangrijk het aantal op te halen koeien zo klein mogelijk te houden.

Of dit lukt wordt voor het overgrote deel door twee aspecten beïnvloed, zo blijkt uit een studie van de Universiteit Osnabrück (D) naar de weidegangstrategieën van zestien AMS-bedrijven: des te kleiner de afstand tussen de wei en de stal is, des te minder koeien opgehaald hoeven te worden voor het melken. Bij een afstand van 50 meter ging het om 4 à 5 dieren per dag (7 procent). Waren AMS en wei 300 meter van elkaar gelegen, dan moest meer dan de helft (53 procent) van de koeien worden opgehaald die niet terug naar de stal gingen voor de melking.
Ook de tijdsduur die koeien op de wei waren beïnvloedde het aantal op te halen koeien. Na een kortdurende tijd op de wei (minder dan zes uur) bleven duidelijk meer dieren op de wei (56 procent). Bij meer dan 12 uur op de wei, moest nog 29 procent opgehaald worden.
Bovendien beïnvloedde het weer sterk het loopgedrag van de koeien. Bij zeer heet of regenachtig weer bleven meer koeien in de stal, wat ten koste ging van de voeropname op de wei.

Prikkels om naar het AMS te gaan

Om de hoeveelheid werk die gepaard gaat met koeien naar de robot brengen te minimaliseren, moeten koeien worden geprikkeld, ondanks de grote afstand tussen wei en stal, terug te keren naar de stal of juist naar de wei te gaan.
Deze prikkels houden de koeien aan het lopen:

  • Naast de krachtvoergift in de melkrobot, lokt ook vaker vers ruwvoer of PMR voor het voerhek de koeien naar de stal. Dat effect wordt ook met vaak aanschuiven van het voer bereikt. Doe dit vooral rond de tijden waarop de koeien trendmatig het slechtst lijken te lopen (minste melkingen) en als je de stal ingaat voor klussen als controles, inseminaties et cetera.
  • Een aangenaam stalklimaat, ook vooral bij en in de melkstal of melkrobots, lokt de koeien vooral op warme dagen naar de stal respectievelijk melkrobot.
  • Verse wei na het melken: als een koe weet dat ze na het melken toegang tot vers gras krijgt, motiveert dat vaak erg goed om meermaals per dag van de wei naar de melkbox te lopen. Dat vraagt wel om dagelijks of zelfs meerdere keren per dag vers gras beschikbaar te maken middels een passend weidesysteem.

Prikkels om naar de wei te gaan

Het beste middel om koeien te motiveren de wei op te gaan, is ze erop te leren vertrouwen dat ze elke keer (na de melking) dat ze lopen, vers, smakelijk weidegras vinden en niet enkel graasresten.
Dat geldt vooral als de afstand tussen wei en stal groot is en hoge opnames van vers gras nagestreefd worden. Een weidesysteem (rotatie) is onontbeerlijk. Het meerdere keren per dag afrasteringen verzetten betekent echter wel meer werk.
Automatische, met het melksysteem gekoppelde weideselectiepoorten maken het mogelijk de koeien doelmatig te sturen en kunnen het extra werk voor telkens zetten of verplaatsen van afrasteringen uitvlakken.

Als de koeien van de wei naar de stal gaan, passeren ze via een eenrichtingshek de selectiepoorten. Foto: Katrin Berkemeier

Selectiepoorten regelen weidetoegang

Automatisch geregelde selectiepoorten maken het mogelijk alleen koeien met bepaalde melkrechten en/of na een bepaalde tijd toegang tot weidegang te geven. Zijn koeien nog niet gemolken of hebben ze een ‘hoog’ melkrecht, dan krijgen ze geen weidetoegang in de selectiepoort. Zo’n selectiepoort maakt het bovendien mogelijk oudmelkte koeien (lage uierdruk) of verse koeien (in lactatiestart geen weidegang) apart te houden of te weiden.

  • Het gebruiken van selectiepoorten vermindert het aantal uit de wei op te halen koeien aanzienlijk. Getallen uit de praktijkstudie van Universiteit Osnabrück laten zien dat AMS-bedrijven met een selectie-eenheid 36 procent koeien minder uit de wei hoeven te halen dan bedrijven zonder selectie-eenheid (78 procent). Dat kan vanzelfsprekend werk uitsparen. De bedrijven met selectiepoort konden bovendien 0,2 melkingen per koe per dag meer realiseren (2,6 versus 2,4).

Welke selectiepoort past?

  • Een tweewegselectiepoort (wei of stal) kan worden gebruikt als niet dagelijks van perceel wordt gewisseld en de koeien slechts beperkt geweid worden (bijvoorbeeld ‘kurzrasen’).
  • Wordt er intensief geweid en moet het vrijwillige loopgedrag flink gestimuleerd worden, dan is roterend weiden beter. Dan worden twee (AB) of drie (ABC) percelen parallel gebruikt waartussen de dieren rouleren en dus in verschillende richtingen gestuurd moeten worden. Voor zo’n weidesysteem is een selectiepoort met minstens drie of meer richtingen nodig.

Tekst: Katrin Berkemeier, Anna-Lena Bräucker

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Elite Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Meer over:
Veevoer
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?