Bij hittestress wordt de bloedstroom omgeleid; weg van de binnenste organen en meer richting de huid.
Melkkoeien die last hebben van hittestress, hebben een aantoonbare lagere melkproductie. Over het algemeen werd aangenomen dat deze lagere productie wordt veroorzaakt door een lagere drogestofopname. Dat komt doordat bij een toenemende hittebelasting (stijgende THI, zie Elite 4/2017, pagina 27) de voeropname zou dalen.
Sinds kort is echter bekend dat slechts 50 procent van deze daling kan worden toegeschreven aan een lagere voeropname, aldus Lance Baumgard van de Iowa State University (VS).
Voeronderzoek
In een onlangs uitgevoerd voeronderzoek werd een deel van de dieren blootgesteld aan hittestress. De overige dieren werden gelijktijdig op een speciaal dieet gezet (circa 30 procent minder voer). Die laatste groep kreeg dus hetzelfde TMR als de koeien met hittestress die minder voer opnamen. Resultaten: De melkproductie van de koeien met hittestress was duidelijk lager (-45 procent voor de hittestressgroep in vergelijking met -19 procent voor de dieetgroep). De lagere voeropname kan niet de enige oorzaak zijn van de verlaagde productie en dus moeten er nog andere oorzaken zijn die in het geval van hittestress tot een lagere melkproductie leiden.
Minder lactose door hittestress
Tijdens het voeronderzoek bleek ook dat de koeien met hittestress dagelijks ongeveer 400 gram minder lactose produceerden dan de koeien met het dieet. Waardoor komt dat?
De toenemende hittebelasting (stijgende temperatuur-luchtvochtigheidsindex/THI) leidt tot een toename van de insulineconcentratie in het bloed van de koe. Een hoger insulineniveau zorgt er vervolgens voor dat de koe minder opgeslagen vet verbrandt en daardoor is minder energie beschikbaar. Uiteindelijk gaat het organisme aangeven dat de ‘benzine’ op is en dat voorzichtiger om moet worden gegaan met de brandstof die nog beschikbaar is. De koe zet dus zelf de rem erop en produceert minder.
Waarom hittestress een dergelijk grote invloed op de stofwisseling heeft, is nog niet volledig onderzocht, aldus Lance Baumgard. Alles lijkt er echter op te wijzen dat door toenemende hittestress de bloedsomloop verandert, weg van de binnenste organen en meer richting de huid. Dat lijkt een nadelige invloed te hebben op de spijsvertering. Die is namelijk zeer gevoelig voor veranderingen in de bloedcirculatie. Dit beïnvloedt op zijn beurt onder meer de barrièrefunctie van de darmen nadelig. Lipopolysachariden (LPS of mycotoxinen), die in toenemende mate vrijkomen, komen dus ook in grotere aantallen door de darmwand. Datzelfde geldt voor een aantal kwaadaardige bacteriën, die ook sneller in de bloedbaan terecht komen. Een stijging van de LPS-concentratie in het bloed bevordert de insulineproductie, maar heeft ook een nadelige invloed op het immuunsysteem (ontstekingsreacties). Ontstekingen leiden tot een verhoogd glucosemetabolisme, waardoor de koe uiteindelijk te weinig glucose beschikbaar heeft voor de melkproductie.
Conclusie
Hittestress is schadelijk voor het immuunsysteem van de koe en leidt tot een verhoogde glucosemetabolisme. Beide symptomen resulteren in een (blijvende) afname van de melkproductie. Om deze negatieve effecten te beperken raadt de wetenschap aan om het dagelijkse rantsoen aan te vullen met antioxidanten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan gist, preparaten met aminozuren en zink, mycotoxinebinders en het speciaalvoer Omnigen-AF (zie Elite 3/2017, pagina 36).
De melkproductie van de koeien met hittestress is duidelijk lager dan die van de koeien ‘op dieet’.
N.a.v. lezing 35ste Western Canadian Dairy Seminar, Red Deer – Foto: Gregor Veauthier