Gezondheid | Premium

Extra aandacht bij tweelingdrachten

Een tweelingdracht is voor de koe vanwege de hogere energiebehoefte en de bijkomende geboortecomplicaties eerder na- dan voordelig. Over factoren die de kans op tweelingdrachten verhogen, las je al eerder een bericht op deze website. Komt het dan toch tot een tweelingdracht, dan heeft de betreffende koe een uitzonderlijke behandeling nodig.

Naast meer risico op vruchtresorptie in de vroege dracht, verwerpen later in de dracht en geboortecomplicaties, leidt vooral energietekort bij de moederkoe tot problemen bij tweelingen. Bij tweelingdrachten komt onder meer een hoger ketoserisico kijken. Maar ook aan de nageboorte blijven staan, metritis, lebmaagverdraaiing en vruchtbaarheidsstoornissen zijn meer aan de orde. Verminderde vruchtbaarheid en een kortere levensduur zijn het uiteindelijke resultaat voor menig koe die een tweeling draagt. “Het energietekort komt voort uit de verhoogde energiebehoefte voor de ontwikkeling van twee kalveren. De baarmoeder die meer ruimte inneemt en daarmee de voeropname belemmert, versterkt dit effect”, verduidelijkt Dr. Arnd Grottendieck. Redden beide kalveren het tot aan de geboorte, dan moet ook bij de kalveren met meer problemen rekening worden gehouden. “Ze worden vaak te vroeg geboren en zijn nog niet volgroeid”, vult de dierenarts aan.

Positieve drachtscan en tweeling, wat nu?

Om de opgesomde risico’s te beheersen, moet aan de hand van een positieve uitslag van een drachtonderzoek waaruit een tweeling blijkt, als volgt te werk worden gegaan:

Tijdens de dracht

  • Registreren en markeren: eerst de tweelingdracht aangeven in het managementprogramma en ook een kenmerk aanbrengen op of aan de koe is zinvol. De koe moet in het bijzonder in de gaten worden gehouden en ook de conditie (BCS) moet met regelmaat gecontroleerd worden.
  • Tweede scan: is de eerste drachtscan met ultrasoonapparatuur gedaan (dag 30 tot 35), dan is een tweede scan in, op z’n vroegst, de twaalfde drachtweek aanbevelenswaardig. “Wordt de eerste drachtscan pas in de zesde of zevende week uitgevoerd en worden er twee even grote vruchten waargenomen, dan zien we in de regel van een tweede scan af”, licht Dr. Katrin Röhrer toe. “Ook omdat niet zelden één van de twee vruchten pas later in de dracht afsterft en bij de geboorte een levend kalf en een eerder afgestorven foetus geboren worden. De veel voorkomende problemen bij tweelingdrachten voor koe en kalf, lijken in deze gevallen ook niet aan de orde te zijn.”
  • Eerder droogzetten: de koe moet twee tot drie weken eerder droog gezet worden, omdat met een verkorte drachtperiode rekening gehouden moet worden. “Naarmate de dracht vordert, is het abortusrisico hoger. Zodoende wijzen we er bij gebruik van droogzetters op, dat problemen met wachttijden voor melk en vlees kunnen ontstaan”, vult Röhrer aan.
  • Beste omstandigheden: voor Arnd Grottendieck behoort ook een moederdierenting tegen het Rota- en Coronavirus en E. coli tot een goede voorbereiding van de doorgaans zwakkere kalveren. Voor de koe is klauwverzorging tegen het droogzetten extra belangrijk, net als maximaal koecomfort in de droogstand. Dat bevordert ook de voeropname.
  • Voerovergang eerder: Vanwege de verwachte eerdere geboorte moeten koeien die een tweeling dragen twee tot drie weken eerder omschakelen naar transitievoeding. Bij een-fasige droogstandsrantsoenen is de energiedichtheid in de regel 6,0 tot 6,2 MJ NEL (Megajoule Netto Energie Lactatie, 869 tot 898 VEM). Koeien die drachtig zijn van een tweeling, zouden in de laatste twee tot drie weken voor het afkalven circa twee kg krachtvoer per dag moeten krijgen. Dan komt de energiedichtheid inclusief het aangeboden krachtvoer op circa 6,5 MJ NEL (942 VEM). Bij twee-fasige voeding van de droge koeien, kunnen koeien die drachtig zijn van een tweeling, afhankelijk van hun conditie, ook direct aan de close-up-groep worden toegevoegd. De energiedichtheid bij deze rantsoenen zou tussen 6,5 en 6,7 MJ NEL (942 en 971 VEM) moeten liggen. Let op: Als aan het close-up-rantsoen zure zouten worden toegevoegd, mogen deze dieren niet langer dan drie weken dit rantsoen krijgen. Anders spoelt namelijk teveel calcium uit.
  • Ketose voorkomen: al tijdens de close-up-fase moeten regelmatig ketosetests gedaan worden. Bij verhoogde waarden raadt Grottendieck stofwisselingsbehandeling aan door middel van een glucoseinfuus. “Koeien die drachtig zijn van een tweeling, hebben al een verhoogd risico. Ik raad daarom al vier weken voor de reguliere afkalfdatum aan een Kexxtone-bolus in te brengen”, zegt de dierenarts.

Voor de afkalving

Om het risico op complicaties bij de afkalving te verminderen, is een intensieve monitoring nodig alsook een schone afkalfstal. Treden complicaties op, zoals twee kalveren gelijktijdig in het geboortekanaal, dan moet de dierenarts erbij gehaald worden. Melkziekte kan mogelijk voorkomen worden door al voor de afkalving een caciumbolus te geven. Is de afkalving achter de rug, dan moet standaard 50 tot 80 liter lauwwarm water worden gegeven en een afkalfdrank. Drinkt de koe deze hoeveelheid water niet, dan moet ze het gedrencht krijgen. Melk de koe direct na de afkalving volledig uit en geef haar calcium in de vorm van boli of vanaf de derde lactatie een infuus. In de nazorg voor de verse koe moet dagelijks de temperatuur worden gemeten en om de dag op ketose worden getest. Geef de koe bovendien propyleenglycol. Blijft de koe aan de nageboorte staan, dan dient dit terstond behandeld te worden om het risico op reproductiestoornissen te voorkomen. Zo is het advies van Grottendieck.

De kalveren verzorgen

Tweelingkalveren zijn zwakker en vatbaarder dan eenlingen, ze hebben de best mogelijke verzorging nodig.

  • Om na de geboorte de ademfunctie op gang te brengen, moet direct na de geboorte de luchtwegstimulans Doxapram worden toegediend.
  • Desinfecteer de navel met jodium
  • Optimale verstrekking van biest aan de kalveren, de eerste gift direct na de geboorte. Minimaal zes liter per kalf binnen de eerste 24 levensuren, desnoods drenchen.
  • Zekerstellen dat de kalveren voldoende ijzer en vitaminen binnenkrijgen.
  • Als de kalveren kortademig zijn en rochelen 24 uur na de geboorte eenmalig Dexamethason toedienen. Daardoor kunnen de onvolgroeide longblaasjes beter ontvouwen (ondersteuning van de surfactant-factor). Let op: Dexamthason verhoogt het risico op een navelonsteking doordat het immuunsupprimerend is. De navel in deze situatie dus dagelijks controleren.

Bronnen: Dr. Katrin Röhrer, Rundveepraktijk Miesbach (D) en Dr. Arnd Grottendieck, DAP Bramsche (D)

Tekst: Katrin Berkemeier 

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen Elite...
Meer over:
Gezondheid
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?