Zeven Europese landen participeren samen met China en de VS in het onderzoeksproject GplusE. Het doel van GplusE is de ontwikkeling van een bruikbare databank van feno- en genotypen om een duurzame toekomststrategie voor fokkerij en huisvesting uit te kunnen stippelen.
De melkproductie door koeien en het welzijn van melkkoeien wordt wereldwijd vanuit zeer verschillende invalshoeken bediscussieerd. Een belangrijk speerpunt in de melkveehouderij is de verlenging van de gebruiksduur van de koeien. Daarvoor zullen de vruchtbaarheid en de gezondheid verbetert moeten worden.
Huisvestings- en omgevingsinvloeden hebben aanwijsbaar beslissend invloed op het welzijn en productiepotentieel van dieren. Met deze kennis zoeken wetenschappers uit zeven Europese landen en China en de VS al sinds 2014 naar de juiste oplossings- en managementrichtingen op globaal niveau. Het bovenliggende doel van het EU-project GplusE (genotype & environment) is de ontwikkeling en het daadwerkelijk gebruiken van een fenotype-genotype-databank waaruit toekomstig nieuwe fok- en huisvestingsstrategieën voor een duurzame melkveehouderij afgeleid kunnen worden.
Daarin spelen vooral aspecten van de genotypen en ecologische vragen over het houden van melkkoeien een rol. “Na vier jaar intensief onderzoek weten we wat de vruchtbaarheid en gezondheid van melkkoeien beïnvloedt”, zegt Dr. Frank Becker. Becker is projectleider en veterinair aan het instituut voor voortplantingsbiologie van het Leibniz-instituut voor landbouwhuisdierenbiologie (FBN) in Dummerstorf (D). “Deze veelzeggende resultaten moeten nu worden vergeleken met de data van vijf nationale onderzoekskoppels uit de centrale databank van het onderzoeksconsortium, die onder geografisch verschillende weide- en stalomstandigheden worden gehouden.
Genetisch speurwerk in het laboratorium
Samen met de Chileense veterinair Dr. Sergio Eliseo Palma Vera en enkele andere wetenschappers is Becker verantwoordelijk voor genetische analyses van de bloed- en weefselproeven van de onderzoekskoppels in Denemarken, België, Ierland en Italië. Het betreft onderzoek naar Holsten-Friesian-koeien, het meest gebruikte ras. Voor de analyses van de omvangrijke datastroom werken de onderzoekers in Dummerstorf met een dataverwerkingsplatform van de universiteit in Rostock. Het genetische speurwerk binnen het platform zou ook gebruikt kunnen worden om een nieuwe generatie wetenschappers met de specialisatie bio-informatica op te leiden.
Moederzijde genotype nauwelijks onderzocht
“Veehouders weten heel veel over hun koeien, maar relatief weinig over omgevings- en genetische invloedsfactoren. Terwijl de genomische selectie van fokstieren in de praktijk al de standaard is, is de invloed van moederszijde met het huidige genotype nog nauwelijks onderzocht”, aldus Becker. “Het vinden van biomarkers voor het genetische verband tussen stofwisseling, omgeving en reproductie, ligt in de hand van de wetenschappers. Het gaat erom welzijn en gezondheid van melkkoeien te verbeteren en de productie op peil te houden. We staan nog maar aan het begin, maar strategieën op basis van moleculaire biologie zullen zich ook in de melkveehouderij doorzetten.”
Het FBN houdt zich al langer bezig met onderzoek naar en ontwikkeling van technologe voor fenotypering (vastleggen van waarneembare kenmerken) van landbouwhuisdieren. Daarbij worden vele methoden gecombineerd om individuele kenmerken, zoals stofwisseling, gezondheid of vruchtbaarheid, met genetische eigenschappen van landbouwhuisdieren en hun omgeving in verband te brengen en zo kenmerken van dieren volledig te registreren. Op basis van dit onderzoek zou het dierwelzijn sterker in ogenschouw genomen kunnen worden in een productie-economie die beter met bronnen omgaat en kunnen nieuwe maatstaven voor de omgang met productiedieren gedefinieerd worden.
Het project loopt tot 2018 onder leiding van University College Dublin in Ierland. Er is 8,5 miljoen euro mee gemoeid waarvan overigens 360.000 euro door het FBN wordt besteed. Meer informatie over het project is te vinden op http://www.gpluse.eu.