Het is belangrijk het gewicht van net geboren klaveren te bepalen. Dan kan later worden beoordeeld of het dier voldoende groeit. Wanneer je dat bepaald en hoe je groeidoelen voor de opfok stelt, lees je in deze tip.
Vanuit hygiënisch oogpunt moet een net geboren kalf zo snel mogelijk de afkalfbox uit. Dan kan de koe het kalf echter niet zelf drooglikken. Als de koe het kalf droog likt heeft dat echter wel voordelen: afnemen van de nageboorte, de circulaties in het lichaam komen beter op gang, droge vacht met rechtopstaand haar. Er bestaan praktische oplossingen om het kalf uit de afkalfbox te verwijderen en de koe toch droog te laten liggen. Bijvoorbeeld de Cuddle Box.
Dergelijke systemen waarbij de koe het kalf enkel met de kop kan bereiken, moeten aan een aantal eisen voldoen:
- Goed reinigbaar, beschut, geen risico op verwonding en tochtvrij.
- Voorzien van warmtelamp (warmte werkt positief, houd de lamp aan totdat de vacht droog is of minimaal de eerste 24 uur.
- Vers strooisel (zaagsel of stro).
Idealiter is deze speciale kalverboxaan een vastzetvoerhek gelegen. Dan kan de koe het kalf drooglikken terwijl het kalf schoon ligt en de koe veilig verzorgd of gemolken worden. Het kalf blijft in deze box tot en met de tweede biestgift en langer indien de vacht nog niet droog is.
De Cuddle Box is een methode om het kalf in een schone en beschutte omgeving te leggen, de koe kan het kalf nog wel drooglikken.
Wegen is belangrijkste controle
Bij de eerste (uit de afkalfbox) of tweede (naar de eenlingbox) verplaatsing van het kalf, moet het gewogen worden. Het gewicht is later namelijk nodig om voor de analyse van voeding en huisvesting. Een ziek kalf of een kalf dat onvoldoende aandacht heeft gehad, zal in de eerste levensweken geen groei van 850 gram per dag bereiken. Ook voor de hoeveelheid te voeren biest alsook voor het nastreven van opfokdoelen is het belangrijk het lichaamsgewicht van net geboren kalveren te weten.
Streefgewichten binnen de opfok zouden af moeten hangen van rassen en genetica op het bedrijf. In beginsel zijn de volgende opfokdoelen als standaard te gebruiken:
- Verdubbeling van het gewicht ten opzichte van het geboortegewicht op levensdag 56
- Een toename van de schofthoogte van 10 tot 12,5 cm op levensdag 56
De volgende kengetallen zouden bijgehouden moeten worden:
- Gemiddeld geboortegewicht
- Het lichaamsgewicht bij spenen
- Het gewicht van de gespeende kalveren op een leeftijd van zes maanden
Groeidoelen in de opfok koppelspecifiek bepalen
Gemiddeld volgroeid gewicht in de koppel¹ | ||||||
450² | 650³ | 800⁴ | ||||
Gem. Gewicht in kg | Groei per dag (g) | Gem. Gewicht in kg | Groei per dag (g) | Gem. Gewicht in kg | Groei per dag (g) | |
Geboorte | 30 | 500 | 35 | 640 | 40 | 730 |
56e levensdag | 55 | 770 | 70 | 900 | 80 | 1090 |
1) Koeien halverwege 3e lactatie; 2) Aanname: 30 kg geboortegewicht, eerste inseminatie op 10 maanden en 10 maanden tussen eerste inseminatie en afkalving; 3) Aanname: 35 kg geboortegewicht, eerste inseminatie op 12 maanden en 10 maanden tussen eerste inseminatie en eerste afkalving; 4) Aanname: 40 kg geboortegewicht, eerste inseminatie op 13 maanden en 10 maanden tussen eerste inseminatie en afkalving.
Bron: volgens DCHA, 2017
Het lichaamsgewicht is nodig om doelen te stellen en om huisvesting en voeding in de opfok te beoordelen.