Intensief voeren van kalveren in de eerste levensweken is de succesfactor voor gezonde en goed groeiende kalveren. Maar hoe lang duur de optimale melkfase en hoe kun je kalveren het beste spenen na de ad-libitum melkfase?
Naarmate de voeding van kalveren intensiever wordt, wordt het voor de jonge dieren moeilijker om te gaan herkauwen en de overgang na het spenen makkelijk door te komen. Bij melkveehouders roept dat de vraag op hoe de speenfase na de ad libitum-melkfase eruit moet zien, om vermindering van de groei in deze levensfase te voorkomen. Antwoorden komen van een voedingsonderzoek aan de universiteit van Osnabrück.
De overgangsfase overwinnen
Voor de studie werd een onderzoeksgroep bestaande uit 20 kalveren samengesteld, alsook een controlegroep van 20 kalveren. Het onderzoek bestond uit twee fasen. Alle kalveren kregen vijf weken lang ad libitum melk via een kalverdrinkautomaat en werden daarna stapsgewijs gespeend door de hoeveelheid met twee liter kunstmelk per dag te verlagen. De kunstmelkpoederconcentratie was 163 gram per liter water. De kalverdrinkautomaat registreerde de kunstmelk- en krachtvoeropname per dag dierindividueel tot aan de 16e levensweek. Elk kalf werd tweemaal per week gewogen. Het verschil tussen de onderzoeks- en controlegroep in de speenfase was als volgt:
- Onderzoeksgroep: 9 weken lange speenfase, melkfase in totaal 14 weken
- Controlegroep: 5 weken lange speenfase, melkfase in totaal 10 weken
100 gram meer groei per dag
Resultaten: door de langer durende speenfase namen de onderzoekskalveren meer kunstmelk op: 31,5 kg meer drogestof dan de controlekalveren, maar ze namen ook 19 kg minder krachtvoer op. In totaal viel de energieopname van de onderzoekskalveren door de hogere hoeveelheid kunstmelk toch hoger uit dan die van de controlekalveren. Bovendien was de krachtvoeropname van de kalveren in de onderzoeksgroep in de laatste twee weken voor het spenen enorm. Ze vraten dubbel zoveel krachtvoer als de kalveren in de controlegroep in deze twee weken. Daardoor ontstond bij de kalveren in de onderzoeksgroep amper een energietekort: de energieopname daalde in de weken zeven tot en met negen van 28,5 naar 26,5 megajoule metaboliseerbare energie per dag. De controlekalveren daarentegen, kregen wel met een duidelijk energietekort te maken. De energieopname daalde in de weken 7 tot en met 11 van 27,5 naar 20,5 megajoule metaboliseerbare energie per dag.
Vier weken langer aan de melk
De controlekalveren die tien weken lang melk kregen, groeiden gemiddeld 870 gram per dag in de eerste vier levensmaanden, tegen 970 gram bij de kalveren die 14 weken lang aan de melk waren. Deze kalveren waren sterker ontwikkeld en groeiden ook na het spenen meer. De hogere groei per dag resulteerde in een gemiddeld eindgewicht van 148 kg lichaamsgewicht tegen 137 kg bij de kalveren in de controlegroep. Een verschil van meer dan tien kg dus.
Samengevat: een verlengde melk- en speenfase;
- resulteert in een hogere drogestofopname (kunstmelk plus krachtvoer) in de speenfase;
- zorgt voor meer energie-opname tijdens het spenen bij een lagere krachtvoeropname;
- animeert de kalveren tot opname van meer krachtvoer in de laatste twee weken voor spenen;
- verhoogt de gemiddelde lichaamsgroei per dag met 100 gram, dat is meer dan 11 kg na de eerste vier levensmaanden.
Onderzoekers Christina Kuck, Prof. Dr. Heiner Westendarp, universiteit Osnabrück en Johannes Kordesee (Cargill) concluderen dat een melkfase van in totaal 14 weken, opgesplitst in een ad libtum-fase van vijf weken en een speenfase van negen weken zeer aanbevelenswaardig is.