Vooral in de winter gedijen luizen goed in de vochtige en warme stallen. Ook deze parasieten moet je serieus nemen, omdat ze ringworm kunnen overdragen. Daar is de mens ook vatbaar voor.
Een ruwe doffe vacht en een plakkerige huid zijn zichtbare symptomen voor een besmetting van de huid met luizen. De luizen bewegen zich over de gastheer en bijten op verschillende plekken, waar ze heftige jeuk veroorzaken. Dat kan leiden tot aanzienlijke productievermindering, door de luizen getroffen dieren zijn namelijk erg onrustig. Bij kalveren kan een luizenbesmetting leiden tot bloedarmoede en bij slecht gevoerde kalveren zelfs tot de dood.
Door het schuren ontstaan kale plekken op de huid. Als de jeuk lang aanhoudt, kan dat leiden tot ontstekingen. De lichaamsdelen die het meest getroffen worden zijn borst, kop en hals, de schouders en de ruglijn. De dieren beginnen dan met wederzijds belikken om de jeuk te verminderen.
Bij runderen komen de kortneuzige en de langneuzige runderluis voor. Luizenbesmetting treedt vooral in de winter op, met name in loopstallen, met een vochtig en warm klimaat. Gunstig voor luizen zijn vooral open wonden waaraan ze voor het bloed zuigen ‘aandokken’. Ook voerfouten en lange haren bevorderen luizenbesmettingen.
Onder gunstige omstandigheden vermeerderen luizen zich razendsnel en na acht weken is besmetting maximaal. Luizen voeden zich met bloed van de runderen. Buiten hun gastheer kunnen ze tot een week overleven. Omdat luizen van dier naar dier gaan, zijn ze ideale vectoren voor andere ziekten, zoals ringschurft. Bij de behandeling van een luizenbesmetting, moet de hele veestapel onder handen genomen worden, met bijvoorbeeld ivermectine, moxidectine en noromectine. Onderdeel van de behandeling is reiniging en desinfectie van alle stallen of afdelingen die door besmette dieren zijn gebruikt en grondige reiniging van de koeborstels.
Luizen dragen ringworm over
Zijn luizen eenmaal onder de dieren in de veestapel, dan stijgt het risico op andere ziekten. Zoals ringschurft, die wordt veroorzaakt door de schimmel trychophyton. De schimmel voelt zich op z’n best onder dezelfde omstandigheden als de luis: een warme, vochtige en vuile stal, slechte voedingstoestand van de dieren. Vooral zieke dieren zij kwetsbaar voor ringschurft. Ook vitaminetekort en overbezetting zijn risico’s. De schimmel leeft op de huid en dringt via open schuurplekken tot in de haarwortels waar dit leidt tot sterkte verhoorning. Vooral kalveren in het eerste jaar, waarbij de immuniteit nog niet volledig ontwikkeld is, worden vaak door ringschurft getroffen. Aan de kop en hals ontstaan ovale, kale of korstige plekken die niet jeuken.
Levenscyclus van de luis
De levenscyclus van de luis. De generatiecyclus duurt vier weken.
- De luis. Door bloedopname is de luis donkerrood en met het blote oog zichtbaar.
- De eieren. Na de paring kleven vrouwelijke luizen de eieren aan de haren van het rund.
- De larven. Larven zuigen bloed en in drie verhuidingen ontwikkelen ze zich 7 tot 14 dagen tot luis.

Ringschurft is op mens overdraagbaar
Als de mens wordt getroffen door ringschurft ontstaan kleine, roodverkleurde, jeukende plekken die zich ringvormig uitbreiden (ringschurft). Om de over dracht van dier op mens te voorkomen is het aanbevolen zieke dieren met wegwerphandschoenen te behandelen. Bij individuele dieren kunnen de getroffen plekken met preparaten worden besproeid. Zijn meerdere dieren door ringschurft getroffen, dan is vaccinatie een optie. Dan moet altijd de hele groep gevaccineerd worden. Niet-besmette dieren kunnen preventief gevaccineerd worden, maar ook bij besmette dieren heeft vaccinatie zin. Vaccinatie is naast preventie namelijk ook meteen behandeling.
Afhankelijk van de voorschriften van de farmaceut zijn naast twee basisvaccinaties met een tussentijd van 14 dagen meer entingen nodig. De dieren zijn na drie tot vier weken na de vaccinatie beschermd.
Preventie is het sleutelwoord
Ter preventie van ringworm zijn de volgende maatregelen te namen:
- Basisimmunisatie van alle kalveren en pinken in de veestapel door preventief vaccineren. Daarna een quarantaineperiode van drie weken aanhouden.
- Aanwas en aangekochte dieren met regelmaat naenten.
- Zorgen dat getroffen en gezonde kalveren geen onderling contact hebben en gezonde dieren niet in geïnfecteerde afdelingen onderbrengen.
- Met frisse lucht en met licht zorgen voor een goed stalklimaat. Voorkom overbezetting.
- Zorgen voor een goede voedingstoestand en de toediening van vitaminen A, D en E verbeteren.
- Reinigen en desinfecteren van de kalverstallen voor ze weer bezet worden.
In ’t kort
- Vooral in de winter vermeerderen luizen zich graag in vochtige, warme stallen. Ze veroorzaken hevige jeuk wat leidt tot onrust, verminderde productie en huidontstekingen.
- Luizen dragen verschillende ziekten over binnen de stal, waaronder ringschurft. Dieren met ringschurft alleen aanraken en behandelen met wegwerphandschoenen. Deze ziekte is op mensen overdraagbaar.
- Individuele dieren kunnen met sproeiapparatuur worden behandeld. Hebben meerdere dieren ringschurft, dan is een vaccinatie aanbevolen.
Tekst: Marion Weerda, Sophie Oehler