Management | Premium

Alberta: Melken bij min 30

Koeien melken en verzorgen bij ijskoude temperaturen, de dagelijkse uitdaging voor melkveehouders in de West Canadese provincie Alberta. De winters zijn er lang en ijskoud. Het vriest er meestal van begin oktober tot eind april.

Het is koud, ijskoud. De temperatuur is soms min 37 graden Celsius in de nacht. Warm aangekleed, met een dikke muts over het hoofd, stapt John Crow door de sneeuw richting de stal waar de trekker met voermengwagen staat. Na een paar minuten is het eentonige geluid van de brullende 200 pk sterke motor te horen. Als Crow de trekker buiten had laten staan, dan had de motor deze ochtend niet gestart.

Een pick-up stopt voor het melkcentrum. Een jong echtpaar stapt uit. Ondanks de kou dragen ze beide, in tegenstelling tot Crow, geen thermokleding. Alice Wirbel en Jake Karrick zijn onderdeel van het driekoppige melkteam op het bedrijf. In het melkcentrum is het warm, vloerverwarming zorgt ervoor dat de temperatuur niet tot onder vijf graden daalt, ook niet bij de lage nachttemperaturen. Mocht de vloerverwarming uitvallen, dan staan twee grote heaters klaar. Daarmee kan de 2 x 16 zij-aan-zij melkstal in no-time worden ontdooid.

Zware vorst van oktober tot mei

Melken en koeien en jongvee verzorgen bij temperaturen die ver onder nul liggen is de dagelijkse gang van zaken voor melkveehouders in de West-Canadese provincie Alberta. De winters zijn er lang, het vriest er vaak van begin oktober tot eind april. De Canadese winter is langer, kouder en harder dan de winter in West-Europa, maar ook droger en zonniger. Dus of het sneeuwt er, wat maar zelden het geval is, of de zon schijnt er. Op dagen met een blauwe heldere hemel kunnen de temperaturen in de nacht ook dalen tot minus 45 graden Celsius. Bij deze temperaturen is de wandeling naar het melkhuis al een uitdaging.

En de melkkoeien? Die krijgen niet zoveel mee van de lange winter met ijzige temperaturen. Vorig jaar was het gedurende drie weken niet warmer dan minus 28 graden. De stallen zijn dermate goed geïsoleerd, dat zelfs bij minus 35 graden buiten in de stal geen vorst heerst. Dat komt de koeien ten goede. De temperatuur waarbij zij zich het best voelen ligt immers tussen minus vijf en plus tien graden.

Zijgevels zijn voorzien van luchtkussengordijnen. Door ze op te pompen sluit de gevel.

De gevels van de stallen in Alberta zijn in de regel massief en de daken geïsoleerd. De prefab-wanden hebben meestal een spouw die met isolatiemateriaal wordt opgevuld. Toch is het bovenste derde deel van de zijwanden meestal van een gordijn voorzien. Hier wordt echter geen, zoals in Europa, windbreekgaas gebruikt, maar worden luchtkussengordijnen of meerlagige, doorzichtige acrylglasplaten gemonteerd. Zo kunnen de zijwanden volledig worden gesloten, maar komt er nog wel licht binnen.

Geen ramen maar doorzichtige luchtmatrassen

De luchtkussengordijnen kunnen net stalgordijnen worden op- en afgerold. Om de zijwanden te sluiten worden de kussens opgeblazen met een capaciteit tot 280 kuub per uur. Omdat er altijd het risico is dat er wat lucht uit de kussens ontsnapt, mogen de compressors nooit van de stroom worden gehaald. Het energieverbruik per pomp is met circa 55 Watt vermogen per pomp relatief laag. Deze luchtkussengordijnen hebben volgens de fabrikanten een levensduur van zeven tot tien jaar. De oprolbare rollen zijn tot 50 meter breed verkrijgbaar en kunnen aan elkaar worden gekoppeld.

Een optimaal klimaat met voldoende luchtverversing is in melkveestallen die zo goed geïsoleerd zijn een flinke uitdaging in de wintermaanden, ondanks en juist door het grote temperatuurverschil. De oorzaak daarvan is dat koeien zelf kleine warmtebronnen zijn die 24 uur per dag warmte produceren. Bovendien ontstaan ook vocht en schadelijke gassen, zoals methaan en ammoniak. Voldoende luchtverversing is nodig om vocht, gassen en stof af te voeren. Gebeurt dat onvoldoende, dan ontstaat condenswater. De toevoer van lucht moet nauwkeurig geregeld kunnen worden, omdat de temperatuur continu boven nul graden moet blijven. In beginsel komt verse lucht binnen onder de dakrand van de stal en gaat naar buiten via uitstroomopeningen in de nok van de stal. De temperatuur in de stal wordt gestuurd met de luchtinlaat en de doorstroom van de luchtuitstroomopeningen.

Voor de luchtcirculatie worden vaak cycloons gebruikt. Die verdelen de warme lucht goed in de stal.
Condenswater betekent onvoldoende ventilatie.

Ventilatoren ook aan bij mintemperaturen

Wat opvalt is dat je ook bij de laagste temperaturen ventilatoren hoort zoemen in de stallen. In oudere stallen zijn de ventilatoren meestal boven de ligboxen gemonteerd. Ze moeten het vocht bij de koeien wegblazen. In nieuwere stallen vind je steeds vaker nokventilatoren of cycloons. Beide systemen zorgen voor een wervelende luchtbeweging in de stal en drukken de lucht die zich verzamelt onder het dakoppervlak naar beneden en zorgen zo voor een gelijkmatige verdeling van de warmte in de stal zonder dat treklucht ontstaat. Dat koeien meer melk produceren als de stallucht droog en koel is, is bewezen. Daarom worden ook in de winter minstens vier tot zes luchtverversingen per uur nagestreefd. De toe- en afname van de luchtverversing bij koud weer in een stal met natuurlijke ventilatie, wordt bereikt door eenvoudigweg de binnentemperatuur in te stellen. Het aantal luchtverversingen wordt minder als de zijwanden gesloten blijven (bij een systeem met luchtuitstroomopeningen of schotten in de nok.

Waterleidingen en drinkbakken in de stallen zijn met hittedraden of circulatiesystemen vorstvrij aangelegd of uitgevoerd. Melkhuizen worden verwarmt. Melkrobots die ook in Alberta duidelijk hun intrede doen, zijn compleet omsloten en worden verwarmd. Vaak wordt warme lucht in de dichte robotruimtes geblazen.

De stalvloeren zijn dicht. In noodgevallen kunnen ze worden bereden. De mestschuiven met aandrijving en kabelrollen zitten in de stal. De mest wordt via goten in de lengterichting van de stal afgevoerd en van daaruit naar mestsilo’s of lagoons gepompt.

De stallen in Alberta hebben dichte vloeren. De mestafschuiftechniek is volledig in de stallen aangelegd.

Het massief bouwen en de robuuste staltechniek zijn vanzelfsprekend niet goedkoop. Per koeplaats lopen de investeringen op tot 12.000 tot 13.000 Canadese dollars per koeplaats. Dat betekent dat bouwen er net zo duur is als in West-Europa. Zelfs al in meer dure techniek wordt geïnvesteerd, is melken in Canada nog lonend. De melkprijs is er immers wat hoger dan hier.

Aangename temperaturen boven min 15

Problematischer dan voor de melkkoe zijn de lage temperaturen voor de dierverzorgers. De kou doet een wezenlijk beroep op de werkende mens. Voor elke beweging over het bedrijf, of het nu naar de open jongveestallen (meer informatie hieronder) of het voercentrum is, moet men zich dik inpakken. Met normale winterwerkkleding is het namelijk niet te doen. Een thermo-overall, dikke handschoenen, een wollen muts, thermolaarzen en een zonnebril moeten telkens aan en op. De zonnebril omdat de zon in de sneeuw heftig reflecteert. De beschermende kleding heeft echter ook een nadeel. Even snel een notitie maken, een machine bedienen, telefoneren of een berichtje versturen gaat bij deze kou niet zo makkelijk. Geen wonder dus dat veel Canadezen milde vorst niet als koud ervaren. “Als de temperaturen boven min 15 graden komt begint het voorjaar”, vertelt melkveehouder Coer Roland uit Ponoka knipogend. “Als ik dan buiten ben, is het voor mij niet koud. Als het plus 20 zou zijn buiten, vind ik dat erger.”

Jongvee in open stallen

Terwijl de mensen zich beschermen tegen de strenge vorst en blij zijn als ze in de vorstvrije stallen kunnen werken, moet het jongvee zich maar zien te redden met de enorme kou. Die kou lijkt ze echter weinig te doen als je de pinken vrolijk ziet rondspringen. Het meeste jongvee in Alberta zit in openfrontstaalen of in eenvoudige sheds die aan drie zijden zijn gesloten. Het voer ligt voor de openfront, buiten de stal dus. Onmisbaar voor de pinken bij dermate lage temperaturen, is bescherming tegen wind. De wind in combinatie met kou onttrekt de dieren veel warmte. De dieren moeten dus in een dik pak strooisel liggen. Stro is in Alberta overigen in overvloed voorhanden. Op de eindeloze prairies wordt veel graan verbouwd.

Diepvriesmaaltijd uit de silo

Het voeren is met de kou een stuk moeilijker. Bij de ijzige temperaturen kan ruwvoer in de silo bevriezen. Meestal trekt de vorst echter niet verder in de kuil dan tot net achter het snijvlak zeggen de melkveehouders. Het bevroren ruwvoer ontdooit in de voermengwagen. Ruwvoer met meer dan 35 procent drogestof bevriest doorgaans niet.

Krachtvoer en enkelvoudige voeders worden meestal in torensilo’s of in een voerkeuken opgeslagen. Zo kan het volledige TMR in principe vanuit de verwarmde trekkercabine worden samengesteld. De grootste (mentale) uitdagen van voeren bij diepe vorst is het telkens afdekken van de kuilen.

Krachtvoeders en enkelvoudige voeders worden in Alberta veelal in torensilo’s opgeslagen, zo kunnen ze vanuit de trekkercabine worden geladen.

Tekst en foto’s: Gregor Veauthier

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen Elite...
Meer over:
Management
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?