Vroege herkenning van een klauw- of pootprobleem is mogelijk met scherpe observatie. Dat klinkt gecompliceerd en tijdrovend, maar dat is het niet.
Ziekten aan klauwen en benen duiden zichzelf niet aan door een plotselinge productiedaling, zoals mastitis dat wel doet. Klauw- en pootproblemen worden kwakkelend duidelijk. De economische verliezen zijn echter niet minder hoog: de kosten van een kreupelheid worden becijferd op bedragen tot maar liefst 850 euro. Vooral ‘lichte’ kreupelheden drukken zwaar op het resultaat. De daaraan verbonden gevolgen, minder activiteit en veranderde voeropname, zijn immers minder duidelijk en worden daardoor snel onderschat en dat is fataal. Ook de pijn die het dier met lichte kreupelheid vaak ondervindt wordt onderschat.
Voor het welbevinden van de koe en de kans op snelle genezing en daarmee weinig kosten, moet een probleem zo vroeg als mogelijk worden behandeld. De broodnodige vroegtijdige herkenning gaat het best door de dieren intensief te observeren. Het is dan wel zo dat regelmatig doorvoeren van de locomotiescore ingewikkeld klinkt en maar moeizaam in de dagelijkse routine past, maar het is haalbaar. Daarvoor is een vereenvoudigd scoresysteem nodig, scherpe dagelijkse dierobservatie en elke 14 dagen 30 minuten tijd per 100 melkkoeien.
Vier duidelijke pijnsymptomen
Verwondingen, breuken, drukplekken, ontstekingen et cetera veroorzaken pijn. Koeien laten pijn in het bewegingsapparaat zien in minstens één van vier goed waarneembare gedragskenmerken:
Asymmetrische gang: De koe stapt niet gelijkmatig, ze treedt met haar achtervoet in de afdruk van haar voorvoet. De gang is niet vloeiend.
Rugkromming: De lijn van de wervelkolom is niet recht, maar naar boven gekromd, in stand en/of in beweging.
Kophouding: De koe houdt haar kop en hals niet in balans, maar lager dan de schoft en ze ‘knikt’ met elke stap.
Ontlasting: De koe belast stilstaand en/of lopend niet alle vier haar poten gelijk. Bij de achterpoten staat de klauw die ze ontlast dan richting het midden van het lichaam. Bij de voorbenen staat dan één been naar voren gericht. Vooral als ze staat zie je dit goed. Zijn meerdere klauwen getroffen (Mortellaro, zoolzweer), dan ontlast ze haar benen wisselend, ze ‘trippelt’.
Valt een koe op door asymmetrische gang, dan is ze zonder meer kreupel en vrijwel zeker ziek, of ze heeft een verwonding. Laat ze tenminste één van de andere drie symptomen zien, dan is ze verdacht op een verwonding of ziekte.
Degene die koeien observeert moet zich ervan bewust zijn dat koeien prooidieren zijn en pijn dus niet graag laten zien. Bovendien verschilt het van koe tot koe. Licht knikken met de kop kan bij een koe die haar pijn sterk verbergt de enige reactie zijn op een zware verwonding.

Aandacht voor verdachte koeien
Elke koe die door één of meer afwijkende gedragingen opvalt, zou bij voorkeur op dezelfde dag, maar in ieder geval in dezelfde week, gecontroleerd moeten worden in de klauwverzorgingsbox. Dat deze controle van de ‘slechts’ verdachte dieren lonend is, blijkt uit de volgende ervaring: 64 procent van de verdachte, maar niet duidelijk kreupele koeien, bleek bij onderzoek met een hoeftang pijnlijke klauwen te hebben. Maar het is niet zo dat de pijnoorzaak altijd meteen gevonden wordt. Vind je niets, dan is een klauwblokje onder de niet-pijnlijke klauw vaak de eerste hulp. Een drukplek kan zo al vóór de ontwikkeling van een pijnlijke zoolzweer worden behandeld.
Elke 14 dagen klauwenkijkdag
Een kreupelheid ontwikkelt zich in 10 tot 14 dagen. Dat is gebleken uit koppelbeoordelingen waarbij koeien wekelijks op basis van de genoemde gedragswijzen werden geclassificeerd. Kreupelheid betekent in deze dat een koe zich van ‘onopvallend’ tot ‘kreupel’ ontwikkelt. Om problemen vroeg te herkennen, is het aanbevolen de hele veestapel, ook de droge koeien, naast de dagelijkse routinematige controle, op het voorkomen van kreupelheid te beoordelen. Per koe duurt het ‘scannen’ 3 tot 5 seconden. In de alledaagse bedrijfsroutine zijn de volgende situaties geschikte momenten: Als ze aan het voerhek staan voor of tijdens het uitdoseren van voer. Aan de achterkant kun je dan ontlasten van de klauwen waarnemen. Schuin van voren kun je de ruglijn beoordelen. Een ander geschikt moment is als ze de melkstal inlopen of deze via de terugloop verlaten (locomotie, ruglijn). Alle kreupele en verdachte koeien noteren is voldoende. Investeer je tijd in controle en behandeling, niet in schrijven.
Tekst: Katrin Berkemeier