Magazine | Management | Nieuws | Premium

Micro-organismen in mest

Microbiologische analyses van feces en drijfmest bieden uitkomst bij de diagnose van de diergezondheid op koppelniveau alsook bij bemesting. Dit artikel gaat over deze nieuwe diagnose.

Uit de microbiologie in feces kan veel over de kwaliteit en hygiëne van de voeding worden afgelezen. Het in beeld brengen ervan heeft zich als nuttig bewezen als toevoeging op voer- en wateranalyse in de zoektocht naar oorzaken van gezondheidsproblemen op koppel- of bedrijfsniveau.

Een voorbeeldsituatie: een mengmestmonster van koeien met veelvuldige ontstekingsreacties (verhoogde celgetallen, niet-specifieke mastitis, diarree, verzwakte algemene toestand) geeft aan dat de microflora in de mest uit balans zijn geraakt. Pathogene kiemen zoals E. coli en clostridia hebben de overhand en het ontbreekt aan de ‘goede‘ concurrerende micro-organismen (onder andere melkzuurbacteriën). E. coli vormt endotoxinen als celwandbestanddeel, die ontstekingsbevorderend zijn. Als belangrijkste concurrent voor E. coli geldt Clostridium perfringens. Ook deze bacteriegroep vormt sterke gifstoffen. Beide bacteriesoorten concurreren met elkaar en belasten de koe daardoor zwaar. De achtergrond van een dermate overmatige vermeerdering van E. coli en clostridia in de dikke darm van koeien kan een nutriëntenoverschot in de darm op basis van een verstoorde vertering in de pens zijn. Dit kan wederom een reactie zijn van pensbacteriën op microbiële restproducten, bijvoorbeeld van schimmel in kuilvoer. Clostridia kunnen ook direct via het voer in de darm terechtkomen. Aanvullend op voerbeoordeling en -analyse helpt mestonderzoek de oorzaak van het koppelprobleem eenduidig te identificeren: het veelvuldig vóórkomen van ontstekingsreacties kan worden veroorzaakt door een microbieel belast kuilvoer (zeer vochtig ingekuild, smerig, weinig zuren). Hoewel de microbiologie in mest de koppeldiagnose zinnig kan ondersteunen, wordt er tot dusver maar weinig gebruik van gemaakt. Daar zijn meerdere redenen voor.

Knowhow en dure techniek ­noodzakelijk

De microflora van runderfeces (alsook van mengmest) zijn nog maar weinig onderzocht. Er is geen wetenschappelijke basis en daarmee ontbreken vergelijkingsdata zoals die in de diagnostiek van mastitis wel voorhanden zijn. Laboratoria moeten bij de interpretatie van de resultaten van microbiologisch onderzoek van mest voor de situatie van het betreffende melkveebedrijf uitgaan van eigen data en ervaring. Daarbij komt dat de analyse van de resultaten minstens voor de helft van het onderzoeksresultaat verantwoordelijk is. Tot dusver zijn er maar weinig laboratoria met deze expertise.
Daarnaast verschilt elk mestmonster in diversiteit en hoeveelheid aan micro-organismen. Het uitlezen van microflora volgens schema F is niet mogelijk.
Verder zijn eenvoudige biochemische onderzoeken op voedingsbodems niet toereikend om op betaalbare wijze betekenisvolle resultaten over de microbiologie in mest te verkrijgen. Want om het effect van microflora op de diergezondheid te kunnen analyseren, zijn niet alleen de voorhanden zijnde soorten van belang, maar ook de absolute hoeveelheden en de betreffende stammen. Dergelijk nauwkeurig gedifferentieerde resultaten kunnen worden verkregen met een op laser gebaseerde eiwitanalyse volgens de methode Maldi-TDF die slechts 5 minuten duurt. Het resultaat wordt met een computer vergeleken met een databank waarin het eiwitprofiel van meerdere duizenden kiemen is vastgelegd. Deze techniek is erg duur wat het gebruik voor de veehouderij inperkt. Het laboratorium van MQD (Mecklenburg-Vorpommeren, D.) kan zo’n apparaat gebruiken in samenwerking met een levensmiddelenlaboratorium. Hiervoor ontvangt het laboratorium niet alleen steeds vaker monsters van feces, maar ook van strooisel, mest, voer en melk.

Controle-instrument

Microbiologische analyse van feces zijn ook bruikbaar als resultaatcontroles van behandelingen. Zo kan bijvoorbeeld het effect van probiotica duidelijk in de microflora worden herkend. Hetzelfde geldt voor mest die met effectieve micro-organismen is behandeld. Als voor dit doel mestmonsters op micro-organismen worden onderzocht, is het belangrijk dat niet alleen na, maar ook voor de behandeling monsters worden onderzocht. Via een mestmonster kan ook achterhaald worden of bijvoorbeeld een met clostridia vervuilde graskuil in de mest is terug te zien. Net als bij de bepaling van de belangrijkste mastitiskiemen, kan het jaarlijks microbiologisch analyseren van mest een goede aanvulling zijn op de koppelmonitoring. Treedt binnen het koppel een probleem op, dan is het zinvol als je de resultaten van microbiologisch mestonderzoek kunt vergelijken met de ‘normale’ mestflora van hetzelfde koppel of dezelfde veestapel.

Het relatief eenvoudige bacteriologische onderzoek van verdunde mest gebeurt op voedingsplaten.
Voor nadere differentiatie van voorhanden zijnde soorten micro-organismen, worden eiwitten in deelmonsters op een chip geanalyseerd met laser.

Goede monsters nemen

Voor een verzamelmonster voor koppeldiagnose moet verse feces of mest worden gebruikt. De mest moet uit de endeldarm worden genomen van tien representatieve koeien. Zodra feces met lucht in aanraking komen, begint de microflora te veranderen. Neem per koe een theelepel mest. Het monster moet worden verzameld in een uitgekookte kunststof koker met schroefdop. Vul de koker tot een centimeter onder de rand en zorg voor lek- en breukvrije verzending. Als individuele dieren ziek zijn en er aanleiding is voor het nemen van een mestmonster, moet een monster per dier worden genomen en geanalyseerd. Voor de jaarlijkse koppelmonitoring middels microflora in de mest is het belangrijk dat elk jaar een vergelijkbaar moment voor bemonstering wordt gekozen qua weer en voeding. Bij het in te sturen monster moeten altijd de omstandigheden waaronder het genomen is worden omschreven. Dat is belangrijk voor de interpretatie van de resultaten door het laboratorium.

In ’t kort

  • Nauwkeurig microbiologisch onderzoek van mest (en andere te bemonsteren producten) heeft zich bewezen als nuttig in de koppeldiagnostiek. Aan de hand van alleen het totaal kiemgetal kunnen namelijk weinig conclusies getrokken worden.
  • Een microbiologisch mestonderzoek is ­bovendien interessant.
  • De kosten per monster, inclusief interpretatie en voorzien van opmerkingen, bedragen afhankelijk van de werktijd voor het laboratorium (eventueel navraag naar bedrijfsomstandigheden) 50 tot 100 euro.

Tekst: Katrin Berkemeier in samenwerking met Dr. Birgit ­Swagerick en Heidrun Kloss, MQD Foto’s: Katrin Berkemeier, Emma Berkemeier

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Elite Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?