Magazine | Premium | Veevoer

Wagen vol verantwoording

Wie voert, draagt een hoge verantwoordelijkheid. Fouten zijn duur, vooral als de voerkosten hoog zijn. Tips om de chauffeurs van de voermengwagen scherp te houden.

Het vinden van een goede balans tussen tijdsdruk en nauwkeurigheid is een uitdaging als je dagelijks een grote koppel koeien voert. Het bereiden van het rantsoen is een taak die om veel verantwoordelijkheid vraagt. Fouten hebben een groot effect op de gezondheid en productie van de koeien alsook directe financiële gevolgen. Vaak gaat zo’n 40 procent van de productiekosten van het bedrijf door de handen van degene die de voermengwagen vult. Fouten die in de praktijk vaak voorkomen, zijn afwijken van het recept door onnauwkeurige dosering of het niet communiceren van veranderde aantallen dieren in de voergroepen.

Hoe duur zijn fouten?

Bij een rantsoen voor 250 melkkoeien, dat per koe 
4 kg raapzaadschroot bevat, gaat dagelijks een ton schroot in de voermengwagen. Laat de chauffeur 50 kg te veel uit de bak glijden, dan is dat een afwijking van 5 procent; dan ontstaan bij een prijs van raapzaadschroot van 30 euro 15 euro meerkosten per dag. Reken je dat uit op jaarbasis, dan komt deze onachtzaamheid uit op een kostenpost van 5.475 euro. Hoe groter het koppel en de afwijking, des te duurder de fout je komt te staan. Hetzelfde geldt voor fouten doordat het onjuiste aantal dieren wordt gevoerd: een dag eerder zijn nog even snel koeien van de ene naar de andere groep verplaatst, maar dit is niet aan de chauffeur doorgegeven. De ochtend erna wordt een rantsoen voor 270 in plaats van 250 koeien gemaakt. Bij voerkosten van 5 euro per koe per dag komt dit neer op een kostenpost van 100 euro per dag. De grootste foutkans op het bedrijf schuilt in niet-toereikende communicatie. In de cabine is de chauffeur min of meer afgesloten van wat er op het erf gebeurt. Als je problemen en veranderingen niet kunt mededelen en bespreken, kun je ze ook niet oplossen.

Regelmatig een opname maken met een warmtebeeldcamera van het ­snijvlak van de kuil kan problemen identificeren. Foto: Ruth Annette Thiemann

Onduidelijkheden voorkomen

Als het om het voeren gaat, mogen er geen onduidelijkheden zijn. Onafhankelijk van wie er voert, hij of zij moet volgens een protocol kunnen werken. Olaf Steinhöfel en Stefan Neumann hebben enkele praktische tips om dagelijkse fouten te voorkomen en de personen die voeren scherp te houden:

  • Werk medewerkers die voeren eenduidig in volgens een gestandaardiseerde volgorde. Om tijdens het inwerken geen stappen over te slaan, helpt het om dit op basis van een to-do-lijst te doen. Zet de voerinstructies schematisch op papier en hang ze op. Vraag en ga met regelmaat na of het schema actualisatie nodig heeft.
  • Een vast aanspreekpunt voor onduidelijkheden bij het voeren is belangrijk. Dat voorkomt dat verschillende antwoorden worden gegeven als er vragen zijn.
  • Maak duidelijk hoe belangrijk correct voeren is. Het werk dat degenen doen die voeren, heeft consequenties voor de koeien en de resultaten. Aan de hand van concrete getallen kan snel en makkelijk het effect van onnauwkeurig voeren worden aangetoond, bijvoorbeeld met rekenvoorbeelden van doseer- en mengfouten.
  • Gebruik software of programmeerbare weeginrichtingen. Rantsoenaanpassingen worden daarmee automatisch geactualiseerd, en op de weegcomputer of in de app is altijd het juiste rantsoen geprogrammeerd. Zo’n programma dwingt de chauffeur om de laadvolgorde en mengtijden aan te houden. Het programma slaat data over het mengen en voeren op. Het nog te laden deel van het rantsoen kan automatisch aangepast worden als een laadfout is gemaakt. Het werken met software vraagt om mensen die dat kunnen en willen en vergt een intensievere inwerking van personeel.
  • Maak de medewerkers die voeren bewust van de impact van voerfouten aan de hand van bijvoorbeeld de resultaten van de schudboxcontrole, opnames met timelapsecamera’s van het koegedrag aan het voerhek of opnames van warmtebeeldcamera’s van het snijvlak van de kuil.
  • Door de hoeveelheden gemaakt rantsoen en de hoeveelheid restvoer dagelijks te (laten) documenteren op een bord of kalender, houd je zicht op de nauwkeurigheid waarmee het werk wordt gedaan. Bij sterke of juist bijna geen afwijking op dagelijkse basis, kun je om terugkoppeling vragen van de betrokken medewerker of een compliment geven.
  • Als je medewerkers die voeren laat meedenken als er investeringen in materiaal gedaan moeten worden en hun wensen en opmerkingen mee laat wegen, voelen ze zich betrokken, dat motiveert ze. Bovendien is de kans groter dat een investering wordt gedaan in materieel dat echt bij het bedrijf past als de mensen die er dagelijks mee werken meedenken.
  • Wie verantwoordelijkheden afstaat en vertrouwen schenkt, laat zien iemand op waarde te schatten. Een voorbeeld daarvan is de chauffeur van de voerwagen zelf de hoeveelheid teruggewogen restvoer laten analyseren.
  • Als er geen gezamenlijk doel is, werken de meeste mensen op de manier zoals het ze gemakkelijk afgaat. Spontane extra inspanningen hoeven dan niet worden verwacht. Gezamenlijk naar een doel toewerken kan helpen. Zo’n doel kan zijn de afwijkingen in het gemengde rantsoen tot onder een bepaalde waarde laten dalen.
  • Zorg voor goede en comfortabele werkomstandigheden. Verlichting bij de sleufsilo’s bijvoorbeeld kan zorgen dat schimmelbollen worden herkend.
  • Rijd af en toe mee met degene die voert. Dan houd je gevoel bij het werk. Mogelijk zie je zwakke punten die gezamenlijk opgelost kunnen worden.
  • Met een Whatsapp-groep kan snel worden gecommuniceerd binnen een groep mensen die zich bezighoudt met het voeren. Veranderingen en opvallende zaken kunnen laagdrempelig en snel gedeeld worden.
  • Als je tijdens de koffie of in de wandelgangen met elkaar praat en vraagt hoe het loopt, krijg je nieuwe informatie. Het lijkt eenvoudig en vanzelfsprekend, maar vraagt om gevoel en mensenkennis. Het is ­namelijk belangrijk niet de indruk te wekken te willen controleren, de schuld te willen geven of mensen niet te vertrouwen, maar de indruk te wekken een onderdeel te willen zijn van het oplossen van dagelijkse problemen.

Tekst: Ruth Annette Thiemann in samenwerking met Prof. Olaf Steinhöfel, LfULG Sachsen (D) en Stefan Neumann, Advieskring Koesling Anderson (D)

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Elite Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Meer over:
Veevoer
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?