Een probleem in de kalveropfok dat in de meeste gevallen niet wordt opgelost, is de niet toereikende voorziening van biest bij pasgeboren kalveren. Dat leidt tot ziekten en levenslang achterblijvende producties.
Vier liter kwalitatief hoogwaardige biest in het eerste uur na de geboorte is het allerbeste wat je een net geboren kalf kunt geven. De dagelijkse praktijk gaat vaak echter makkelijk om met deze aanbeveling. Het resultaat hiervan is dat één op de vier kalveren kampt met een tekort aan immunoglobulinen (IgG).
De gevolgen hiervan dienen zich al in de eerste levensweken aan in de vorm van vaker voorkomen van infecties (diarree en griep) en op lange termijn door een 500 tot 1.000 kg lagere productie van dieren die als kalf te weinig biest kregen. Zo luidt de samenvatting van de lezing tijdens het Kuhkraft-symposium van Professor Michael Steele van de universiteit van Guelph in Canada. De specialist uit Noord-Amerika heeft de belangrijkste controlepunten wetenschappelijk onderzocht en nam de volgende adviezen mee naar het symposium:

De biestcheck
Kwaliteit: verse biest moet een Brix-waarde van meer dan 22 procent hebben. De Brix-waarde meet je met een refractometer. Met een waarde van 22 procent bevat biest voldoende IgG en kan het immuunsysteem van het kalf optimaal functioneren.
Hoeveelheid: drie tot vier liter (tien procent van geboortegewicht) aanbieden in een speenfles. Wat ervan overblijft moet gedrencht worden.
Tijdstip: in de eerste levensuren moet het kalf biest krijgen. Direct na de geboorte kan het kalf via de biest grote hoeveelheden antilichamen opnemen. Zes tot twaalf uur later is deze opnamecapaciteit duidelijk ingeperkt (figuur 1).
Figuut 1. Minder IgG bij late biestopname
Duur: Voer tien dagen lang colostrum. Dat leidt weliswaar niet tot meer IgG in het bloedserum, maar wel tot lokale bescherming in de darm (figuur 2).
Figuur 2. Langer biest voeren
Hygiëne: biest-speenflessen moeten dagelijks grondig gereinigd worden en worden gedesinfecteerd voor ze voor een volgend kalf gebruikt worden. Elk kalf moet een eigen speen hebben.
Biestbank: Goede biest wordt in kleine porties (1 liter) ingevroren en bij behoefte ontdooid in warm water (50 graden Celsius, thermometer gebruiken). Met een biestbank kun je ‚s nachts snel over biest beschikken zonder eerst de koe te hoeven melken.

Antilichamen kalf controleren
Worden de kalveren toch vaak ziek (infecties), ondanks goede biestvoorziening, dan kun je middels bloedmonsters serum op IgG-gehalte laten analyseren. Bij kalveren die 24 tot 48 uur oud zijn, is het doel meer dan 8,5 procent brix in het serum.

Kiemgehalte van de biest controleren
Het kiemgehalte in de biest moet onder 100.000 kolonievormende eenheden per milliliter melk liggen. Niet zuivere biest verstoort de absorptie van antilichamen uit de darm en kan in het ergste geval tot diarree leiden.
Moet je ’s nachts opstaan om een pasgeboren kalf biest te voeren? Ja, dat zou je moeten doen. Hier lees je vijf redenen waarom.
Tekst en foto’s: Marion Weerda