Een lagere doorbloeding van een speen leidt tot beschadiging van het speenkanaal of zelfs tot totaalverlies van de speen. Uit een enquête onder Engelse melkveehouders, bleek dat afsterven van een speen regelmatig wordt gezien bij vaarzen.
Ziekteverloop
Een werkzame behandeling of strategie om deze vorm van necrose onder controle te krijgen, is er op dit moment niet. Een dierenartsenpraktijk in Engeland heeft krap 250 door melkveehouders ingevulde enquêtes geanalyseerd om potentiële risicofactoren op bedrijfsniveau te identificeren. De resultaten hiervan werden gepresenteerd op het World Buatrics Congress in Madrid. Elke tweede melkveehouder gaf aan ischemische speennecrose al eens te hebben waargenomen, meestal in de laatste vijf jaar. 47 procent van de gevallen trad op in de eerste lactatie en 79 procent binnen de eerste 90 lactatiedagen. Slechts 19 procent van de getroffen dieren genas, bij 23 procent ontstonden complicaties of vervolgziekten, zoals mastitis. Bij de overige gevallen (57 procent) resulteerde de necrose in vroegtijdige afvoer.
Speenconditie speelt een rol
Aan de hand van deze data worden de kosten voor ischemische speennecrose door productieverliezen en directe kosten op gemiddeld 1.260 euro per bedrijf per jaar geschat. De kosten voor een van speennecrose genezen koe worden op 808 euro geschat, voor koeien die genezen met bijkomende complicaties op 965 euro en op 2.390 euro voor vaarzen die vroegtijdig worden afgevoerd. De oorzaak van plots optredende necrose is onbekend. Denkbaar is een ontstekingsreactie van het lichaam door stofwisselingsstoornissen en stress. De slechte doorbloeding leidt tot zuurstoftekort in het weefsel en het daaropvolgende afsterven van de speen. Als er al huidontstekingen bestaan bij de uieraanhechting (uierdermatitis) of als de speenhuid kloven vertoont, verhoogt dit het risico op ischemische speennecrose met de factor drie tot zes.
Alleen preventie
In onderzoeken uit Saksen-Anhalt (D) werd bij vergelijkbare ziektebeelden samenhang met overmatige uieroedemen aangetoond. Daarbij lijken de spenen na het melken eerst slecht te doorbloeden, als gevolg van het vacuüm of de tepelvoeringen, en daarna weer beter te doorbloeden. Dit kan zorgen voor de tintelingen en jeuk die leiden tot hetzelfde gedrag als dieren laten zien bij ischemische speennecrose.
Verder werden ook infectieveroorzakers zoals Treponemen (Mortellaro) aangetoond. Differentiaaldiagnostisch kunnen ook andere verwekkers, zoals uierpokken (Parapoxvirus) voor huidverandering van de spenen verantwoordelijk zijn. Er is geen tevredenstellende behandeling voor ischemische speennecrose. Wat overblijft is preventie van uieroedeem (close-upvoeding) en jodiumhoudend dipmiddel gebruiken om mogelijke infectieverwekkers op de speen te doden. Bij voorkeur is dipmiddel ook voorzien van een verzorgend middel om een rauwe speenhuid te voorkomen.
Bronnen: eigen onderzoek, dierenarts Joseph Angell (presentatie World Buatrics Congress/WBC, Madrid 2022)