Gezondheid | Magazine | Premium

Diarree onder de loep

Over de zin en onzin van laboratoriumonderzoeken. Dr. Ingrid Lorenz legt uit hoe de analyse-­uitslagen van mestmonsters van kalveren met diarree geïnterpreteerd kunnen worden.

Diarree is een van de belangrijkste oorzaken van het verliezen van pasgeboren kalveren. Diarree is een klassieke factorenziekte. Naast ziekteverwekkers zijn dus ook altijd ongunstige omgevings- en managementomstandigheden oorzaak van de ziekte. Bij kalveren die ziek zijn als gevolg van diarree, worden verschillende verwekkers (virussen, bacteriën, parasieten) aangetoond in de mest.

Bacteriën zijn darmbewoners

E. coli-bacteriën zijn heel normale darmbewoners, ze worden aangetoond in de darmen van zowel zieke als gezonde dieren. Bij kalveren is er een soort die door de vorming van een gifstof (ETEC: entertoxische E. coli) diarree kan opwekken. Deze soort diarree treedt echter alleen in de eerste vijf levensdagen op en wordt volgens onderzoeksresultaten de laatste jaren nog maar zelden aangetoond. In de meeste laboratoria wordt de bacterie niet op de ziekmakende factor (E. coli E5 [K99]) getest. Wel is die onderdeel van enkele sneltests. Hoe nauwkeurig dat is, is vanwege het lage aantal monsters niet nauwkeurig te zeggen. Andere soorten colibacteriën kunnen bij kalveren die te weinig biest krijgen een bloedvergiftiging veroorzaken.

Samengevat: of de stammen al of niet medeverantwoordelijk zijn voor de ziektesymptomen kun je niet concluderen aan de hand van E. colibacteriestammen die met de mest zijn uitgescheiden.

  • Clostridium perfringens: Deze anaeroob groeiende, toxine-vrijmakende bacteriën, worden ook aangetoond bij gezonde kalveren. In zeldzame gevallen leiden ze tot zware infecties met bloederige diarree. Of de clostridia de ziekte hebben veroorzaakt, kan worden beoordeeld aan de hand van het karakteristieke beeld van de organen bij sectie.
  • Rota-Corona-virussen: Ook hier is het zo dat de virussen in mest van gezonde en zieke dieren worden gevonden. Er is slechts een korte tijdspanne waarin de virussen in de mest aantoonbaar zijn (direct na de infectie). Wie voor de diagnostiek vertrouwt op sneltests, kan afhankelijk van het testsysteem vaker te maken krijgen met valsnegatieve resultaten. Dan wordt de infectie niet herkend, een moederdiervaccinatie is onder deze omstandigheden ook niet aanbevolen.
  • Cryptosporidia komen op bijna elk melkveebedrijf voor. Hoe hoger de infectiedruk van deze parasiet, des te vaker kalveren er ziek van worden. Bij positieve testuitslagen en symptomen die bij cryptosporidia passen, moet kiemgericht gedesinfecteerd worden en daarna de desinfecteereffectiviteit worden gecontroleerd. Bij een zeer hoge infectiedruk en veel ziektegevallen kan voor de korte termijn worden teruggevallen op behandeling en metapreventie met een halofuginone-oplossing. Wegens de beperkte behandelingsbreedte (is bij overdosering snel giftig) moet dit niet als de standaardbehandeling worden gezien. Een minder toxisch alternatief is de werkzame stof paromycine. Nieuw toegelaten bij de indicatie cryptosporidiose is het product Gabbrovet Multi.

De ontnuchterende boodschap: De meeste verwekkers die in het laboratorium of met sneltests worden aangetoond, zijn ook te vinden bij gezonde kalveren. Afhankelijk van de infectiedruk en immuniteitstoestand van de kalveren, komt het al of niet tot een uitbraak. Bovendien geven sneltests snel uitsluitsel over de verwekker, maar zijn ze minder betrouwbaar dan laboratoriumtests. Dat is belangrijk om te weten als je negatieve testuitslagen interpreteert. Voordat gestart wordt met een duur vaccinatieprogramma of metapreventie, met bijvoorbeeld halofuginone, moeten de verwekkers die ten grondslag liggen aan de diarree geïdentificeerd worden.

Sneltests bij diarree geven resultaat binnen tien minuten. Het risico op valsnegatieve uitslagen is groter.
Foto: Christine Stöcker-Gamigliano
Als kalveren met hevige diarree niet meer opstaan, hebben ze een infuus nodig om de vochthuishouding op peil te brengen.
Foto: Marion Weerda

Kritische controlepunten

Alleen de inzet van geneesmiddelen of vaccins zal de situatie niet verbeteren. Zonder veranderingen in het management, kun je een koppelprobleem immers niet oplossen. De belangrijkste risicofactoren binnen het management zijn, op basis van ervaring, geen goede biestverstrekking en daaropvolgende ondervoeding bij pasgeboren kalveren.

Naast de voeding van de melkgevende en droge koeien en het voorkomen van hittestress, is ook het tijdstip waarop de biest wordt gemolken bepalend voor de kwaliteit ervan. Al na zes uur is de kwaliteit van de biest met 20 procent afgenomen. De controle van het gehalte aan afweerstoffen is eenvoudig en betaalbaar uit te voeren met behulp van een Brix-refractometer. Waarden van 22 procent Brix en meer geven aan dat de biest van goede kwaliteit is. Bij waarden van minder dan 18 procent moet worden teruggevallen op andere, al eerder ingevroren biest.

Hygiëne: Ook de reinheid van de biest die wordt verstrekt moet worden gecontroleerd. Biest die niet hygiënisch is gewonnen of bewaard, kan kiemen bevatten die de opname van antilichamen in het bloed verstoren: zuivere biest heeft een totaal kiemgetal van minder dan 100.000 kolonievormende eenheden per milliliter en minder dan 10.000 coliforme kiemen per milliliter.

Kwaliteit: Om te beoordelen of kalveren 3 tot 4 liter biest opnemen in de eerste twee levensuren en daarna onbeperkt transitiemelk opnemen, kan het bloedserum worden onderzocht. Daarvoor wordt bij tien tot twaalf gezonde kalveren in de leeftijd van twee tot tien dagen het gehalte aan totaal eiwit in het bloedserum vastgesteld. Als 80 procent van de kalveren een hogere waarde heeft dan 57 gram totaal eiwit per liter bloedserum, is de kwaliteit gewaarborgd.

Verstrekken: Des te beter de energievoorziening, des te meer kalveren in de strijd te brengen hebben tegen veroorzakers van infecties. Bij restrictieve melkverstrekking zijn kalveren gevoeliger voor infecties. Daarom is het aan te bevelen kalveren vanaf de tweede maaltijd die ze krijgen minstens vier weken ad libitum te voeren.

IJzer: De toediening van ijzer middels toevoeging aan volle melk of als orale gift, moet op z’n vroegst na de tweede levensweek worden gedaan. Het lage ijzergehalte in biest en volle melk is een beschermingsmechanisme dat bijdraagt aan het opbouwen van een gezonde darmflora en aan het voorkomen van het vermeerderen van ziekteverwekkers. Daarom pas ijzer toedienen na de tweede levensweek.

Score anti-lichamen lgG in serum (g/l) Totaal eiwit in serum (g/l) Brix % in serum Aanbevolen aantal kalveren in categorie
Uitstekend >25,0 >62 >9,4 >40
Goed 18,0-24,9 58-61 8,9-9,3 “30
Voldoende 10,0-17,9 51-57 8,1-8,8 “20
Slecht <10,0 <51 <8,1 <10
Met een Brix-refractometer kan het antilichamengehalte in biest en bloed worden gemeten. Foto: Lorenz

Antibioticum alleen bij bloedvergiftiging

In principe is een ongecompliceerd geval van ­diarree bij een pasgeboren kalf geen basis om met antibiotica te behandelen. De verwekkers zijn immers geen bacteriën. Als kalveren in de loop van de ziekteperiode zware algemene ziektesymptomen laten zien (koorts, niet kunnen opstaan, uitdroging, bloedige diarree, niet willen drinken) bestaat een verhoogd risico dat bacteriën via de darm in het bloed komen en zo een bloedvergiftiging veroorzaken. In zulke gevallen is een injectie nodig van tegen E. coli werkende middelen, bijvoorbeeld amoxicilline of trimethoprim/sulfonamide. Om de vergiftigingssymptomen milder te maken, heeft het kalf vloeistof nodig (infuus) en een ontstekingsremmer (NSAID). Over de noodzaak van reserveantibiotica (cefalsporine, fluorchinolon) moet de begeleidende dierenarts beslissen op basis van resistentietests.

Zijn de bloedvaten in de ogen rood verkleurd en doorgelopen, dan duidt dat op bloedvergiftiging.
Foto: Lorenz

Tekst: Marion Weerda in samenwerking met dr. Ingrid Lorenz, TGD Beieren (D)  

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Elite Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?