Algemeen

LBV: één zekerheid

13.000 melkveehouders kunnen zich vrijwillig aanmelden voor de LBV. 3.000 ervan zijn piekbelaster. Rond 200 melkveehouders hebben zich aangemeld.

Alleen als je jezelf nu aanmeldt heb je zekerheid. Over wat stikstof en fosfaat en de sloopvergoeding opbrengen. Hoe minder melkveehouders zich inschrijven, hoe minder zekerheid dat de overblijvers geeft. Als je overblijft, heb je na de LBV-ronde, waarschijnlijk net zoveel zekerheid als nu, of beter gezegd net zo weinig. Met 200 aanmeldingen is de vraag immers hoe vrijblijvend de regeling zal blijven.

In het gebied waar ik woon is vrijwel elke melkveehouder piekbelaster. Niet gek, het grenst aan de Veluwezoom, een belangrijk Natura 2000-gebied, en de IJssel en Rijn lopen er midden door. Een schepje erboven op: het deel waar de meeste melkveehouders zitten was voorheen een landbouwontwikkelingsgebied, niet heel groot. Maar veel melkveehouders en hun opvolgers hebben de rol van het gebied serieus opgepakt en een gezonde groei qua omvang en productie doorgemaakt. De ene in wat grotere stappen dan de andere, maar allemaal volgens het concept van meer koeien met meer melk. Nu zijn er veel jonge ondernemers met moderne bedrijven en hoge producties. Die hebben allemaal de LBV-brief gehad. Dat er één meedoet, die kans acht ik niet groot.

Toch, alles wat nu op de melkveehouderij afkomt, zal als gevolg hebben dat er over niet al te lange tijd minder ondernemers in de branche actief zijn. Blijvers zullen hun bedrijfssysteem nog veel meer moeten aanpassen aan de mensen en de natuur in de omgeving. Als je passie voor het runnen van een melkveebedrijf grenzeloos is, zal een ander bedrijfssysteem je die passie niet ontnemen. Ook niet als dat als gevolg heeft dat je minder koeien in de stal of minder melk in de tank hebt.  Het systeem van de buurman kopiëren gaat niet meer. De diversiteit aan ondernemers zal enorm toenemen met idealen en doelen die ver uiteen liggen. We hebben drie melkveehouders gevraagd wat zij vinden van veestapelkrimp. Ik ben de laatste jaren best wat melkveehouders tegengekomen die al gekrompen zijn of daarop afstevenen. Niet vanwege een fosfaat- of stikstofprobleem, maar met het oog op het afzetkanaal of het sluiten van de kringloop. Moedige keuzes. Maar ook financieel haalbaar? Dat is tegenvraag één als je een melkveehouder vraagt naar het perspectief van krimp. Dat zien we ook terug in de antwoorden van twee van de drie bevraagde melkveehouders. Als het verdienmodel passend zou zijn, zouden ze tot krimp bereid zijn. Niet bij krimp, maar wel bij generieke krimp zetten alle drie de melkveehouders in de rubriek vraagtekens. Terecht. Elk bedrijf zal moeten uitzoeken en definiëren wat kan en wat niet kan in de fysieke en sociale omgeving.

Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen Elite...
Meer over:
Algemeen
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?