Onderzoek in de Imperial Valley in Californië (Verenigde Staten) heeft aangetoond dat Angus-Holstein-stieren efficiënter omgaan met voer, maar minder goed bestand zijn tegen hitte dan kruislingen van Holstein met een vleesras.
Historisch worden in de warme Imperial Valley vooral stierkalveren uit de melkveehouderij afgemest. Rantsoenen en management in de feedlots zijn dan ook gericht op Holstein-stieren. Doordat op melkveebedrijven toenemend volgens de strategie beef on dairy wordt geïnsemineerd, telt de regio Imperial Valley nu evenveel kruislingen als Holstein-stieren. Uit een recente enquête onder melkveebedrijven in Californië bleek dan ook dat 81 procent van de respondenten vleesrasstieren gebruikt in hun melkveestapel. Veel van deze bedrijven zijn hiermee na 2017 gestart.
Toch hebben sommige veehouders nog hun bedenkingen bij het volledig overstappen van zuivere Holstein-stieren naar vlees-zuivelkruisingen. Om de vraag te beantwoorden of de kruislingen in de feedlots om ander voer of ander management vragen, zijn meerdere studies gedaan in de regio die zo’n 400.000 runderen in feedlots telt.
Zuivere Holstein-stieren versus Angus-Holstein-stieren
De eerste studie richtte zich op de verschillen en overeenkomsten tussen zuivere Holstein- en Angus-Holstein-kruislingen die hetzelfde energiedichte rantsoen kregen in de feedlot. Het management voor beide groepen was identiek. Alle stieren kwamen met 129 kg de feedlot binnen en werden 328 dagen gevoerd. Gedurende de hele voerperiode hadden de kruislingen een drie procent lagere drogestofopname en een vijf procent betere voerconversie in vergelijking met de zuivere Holstein-stieren.
Karkaskenmerken
Ook werden significante verschillen in karkaskenmerken tussen beide groepen waargenomen. Over het algemeen hadden de Angus-Holstein-stieren een hoger levend slachtgewicht, een hoger slachtrendement, een dikkere vetbedekking, een grotere ribeye (longissimus dorsi-spier) en een betere marmering dan de zuivere Holsteins.
Vergelijking van vleesrassen
In een andere studie werden twee van de meest gebruikte vleesrassen in beef on dairy-kruisingen onderzocht: Angus en Charolais. De Angus-Holstein- en Charolais-Holstein-stieren kwamen met een gemiddeld gewicht van 191 kg de feedlot binnen en kregen 301 dagen lang hetzelfde rantsoen.
Over de hele voerperiode hadden de Angus-Holstein-stieren een drie procent hoger eindgewicht en een vijf procent hogere droge stofopname dan de Charolais-Holstein-stieren. Er waren echter geen andere productieverschillen tussen de rassen, en alle dieren hadden een vergelijkbare voerconversie.
Wat betreft karkaskenmerken hadden de Angus-Holstein-stieren een dikkere vetbedekking en een betere marmering dan de Charolais-Holstein-stieren. Daarentegen hadden de Charolais-Holstein-stieren een grotere ribeye. Wederom bleken de Angus-kruisingen de voerperiode zwaarder te eindigen en meer vet aan te leggen in het karkas.
Hittetolerantie van Holstein-kruislingen
In de Imperial Valley in Californië kunnen in de zomer meerdere dagen achtereen temperaturen van boven de 49 graden Celsius worden bereikt. De manier waarop de dieren met deze extreme hitte omgaan, heeft een grote impact op hun prestaties.
Uit studies bleek dat Angus-Holstein-stieren in de vroege zomer een hogere interne lichaamstemperatuur hadden dan zuivere Holstein-stieren. Tijdens de midden- en nazomer was er echter geen verschil waarneembaar. Groeidata tonen aan dat, hoewel er in het begin mogelijk sprake was van een verschil in hittetolerantie, dit geen invloed had op de algehele gewichtstoename en voerefficiëntie.
Bij de vergelijking tussen Angus-Holstein- en Charolais-Holstein-stieren hadden de zwarte Angus-Holstein-stieren gedurende de zomer een hogere interne lichaamstemperatuur dan de Charolais-Holstein-stieren. Net als in de eerste proef bleek dat, ondanks deze hogere lichaamstemperatuur, de Angus-Holstein-stieren beter presteerden. De verhoogde lichaamstemperatuur lijkt dus geen negatieve invloed te hebben op de groei over een langere periode.
Bronnen: Brooke Latack. Adviseur departement voorlichting van Universiteit Californië, en Pedro Carvalho, assistent-professor en feedlot-specialist, AgNext, Colorado State University
Foto: The Lyda Hill Texas Collection of Photographs in Carol M. Highsmith’s America Project, Library of Congress, Prints and Photographs Division, via Picryl