Controle van dracht kan met echoscopie al vroegtijdig plaatsvinden en zo helpen de koe sneller drachtig te krijgen en de gemiddelde tussenkalftijd te verkorten. Melkveehouders die zelf een ultrasoonscanner hebben zijn nog zeldzaam. Dit artikel legt uit hoe zelf scannen in zijn werk gaat.
Op veel bedrijven zijn het veeartsen of mensen van fokkerijorganisaties die via echoscopie (ultrasoon scannen) de drachtigheidsonderzoeken uitvoeren. Door de toenemende koppelgrootten zijn er tegenwoordig melkveehouders die zelf een echoscopieapparaat aanschaffen (kosten meer dan circa 3.000 euro). Wat zijn de voordelen en waar moet je op letten?
Vroegtijdige drachtdiagnose
Zelf onderzoek doen met behulp van echoscopie biedt veel voordelen waaronder:
- Vroegtijdige bevestiging van de dracht (afhankelijk van de ervaring van de gebruiker van het apparaat), ongeveer vanaf de 30ste drachtigheidsdag, bij runderen soms zelfs twee dagen eerder;
- Bevestiging van levensvatbaarheid van de foetus (hartslag, grootte van het embryo, vorm van de baarmoeder);
- Leeftijd van de foetus (op basis van de grootte);
- Het kunnen herkennen van tweelingen om daarop vervolgens in te kunnen spelen met aangepast koemanagement;
- Beoordeling van de follikels/lichamen op de eierstokken (cystes, geel lichaam enzovoort);
- Herkennen van koeien met stille tocht;
- Rugvetdikte meten.
Om goed gebruik te kunnen maken van deze mogelijkheden voor koemanagement aan de hand van echoscopie, moet zeer goede kennis van de voortplantingsorganen (baarmoeder, eierstokken) aanwezig zijn. Het is daarom een voordeel als je vóór de aanschaf van een echoscopieapparaat reeds een opleiding voor doe-het-zelf-KI hebt afgesloten.
Systematisch te werk gaan
Voordat met het echoscopieonderzoek wordt begonnen, moet erop worden gelet dat het dier goed gefixeerd is in bijvoorbeeld het voerhek. Als het rectum veel ontlasting bevat, moet het eerst worden leeggemaakt. Je houdt de sonde (echoscopiekop) overlangs vast in je hand (met handschoen) en brengt glijmiddel aan op de volledige hand en sonde. Na het invoeren kun je met de vingertoppen op de darmwand voelen waar je ongeveer bent (bijvoorbeeld bij de cervix). Daarbij moet je de sonde met zachte druk op de darmwand drukken (net als bij een rectaal onderzoek) om een zo goed mogelijk beeld te krijgen. Het is aanbevolen bij de beoordeling van het voortplantingskanaal systematisch te werk te gaan, dat wil zeggen beginnen bij de baarmoederhals (cervix) en vanuit daar langzaam langs de baarmoederhoornen (uterus) naar de eierstokken (ovaria) links en rechts (Figuur 1).

Vruchtwater ziet er zwart uit
Op een echoscopiebeeld kan een drachtigheid worden herkend aan de hand van de volgende punten:
- Het vruchtwater ziet er op het beeldscherm totaal zwart uit omdat het echo-arm is en dus geen golven reflecteert.
- De vrucht is lichtgrijs tot witachtig en kan worden herkend in het zwarte vruchtwater. Op de 30ste tot de 35ste drachtigheidsdag is het embryo circa 10 tot 12 millimeter groot.
- De wand van de vruchtkamer is zichtbaar.
- Het hart van de foetus is herkenbaar als een klein, pulserend blaasje.
- Op de eierstokken is een geel lichaam te herkennen.
Desalniettemin kunnen er foute diagnoses worden gesteld, vooral bij weinig ervaring met echoscopietechniek. De urineblaas, eierstokcystes en grote
bloedvaten worden bijvoorbeeld net als het vruchtwater op het beeldscherm zwart weergegeven. Daarnaast kan het ook bij verder gevorderde drachtigheid tot foute diagnoses leiden omdat de baarmoeder dan diep voor het bekken indaalt en er nauwelijks nog iets te herkennen is.
Hoe meer koeien, hoe beter
Om diagnoses te kunnen stellen (met name om ovaria te kunnen beoordelen) is veel oefening nodig. Er zijn vakinhoudelijke boeken met afbeeldingen van de verschillende drachtigheidsstadia verkrijgbaar. Ook enkele fabrikanten van scanapparatuur bieden cursussen aan. Daarnaast is het zinvol mee te lopen met een expert en samen met hem/haar echoscopiebeelden te interpreteren. Ook kun je bij de eerste onderzoeken in je eigen veestapel alleen die koeien onderzoeken waarvan al bekend is dat ze drachtig zijn. Het best kun je beginnen met koeien die al op hun 45ste of 70ste drachtigheidsdag zijn en pas later beginnen met koeien op de 30ste drachtigheidsdag.
Advies vragen
Drachtigheidsonderzoeken met behulp van echoscopieapparatuur mogen gewoon worden uitgevoerd door melkveehouders. Ulrasone drachtscanners zijn via reguliere kanalen verkrijgbaar. Wat je
echter niet moet doen is resolute beslissingen (zoals behandeling of ruiming) nemen op basis van eigen diagnoses. Wanneer je als melkveehouder bijvoorbeeld een koe als niet-drachtig diagnosticeert en vervolgens verkoopt voor de slacht, kan dat in theorie zelfs juridische gevolgen hebben. Een bindende diagnose met inbegrip van documentatie mag op dit moment uitsluitend door een veearts of door een erkende KI-deskundige worden gesteld. Zodoende is aanbevolen de aanschaf van een echoscopieapparaat altijd in overleg met je eigen veearts te doen.
Tekst: Birte Ostermann-Palz