Als de gezondheid van de koeien gedocumenteerd wordt, kan op lange termijn tijd en geld worden bespaard dat anders opgaat aan behandelingen. Daarom dus gegevens over de gezondheid verzamelen, documenteren, analyseren en gebruiken. In dit artikel tips over welke data wanneer vastgelegd zouden moeten worden.
Veel runderziekten hebben een verband met elkaar en kunnen zich tot laat in de lactatie opbouwen als een lawine. Komen koeien bijvoorbeeld niet goed door de droogstand, dan kunnen ze melkziekte, ketose en een algemeen slecht werkende immuunafweer ontwikkelen. Daarmee stijgt het risico op afvoer in het lactatiebegin alsook het risico op infecties en verstoorde lichaamsfuncties tijdens de productiepiek. Deze problemen kunnen voortduren tot tegen het lactatie-einde en op dat moment wederom de afvoer vanwege gezondheidsredenen verhogen.
Wat de betekenis van goed management van de gezondheid is, werd besproken in het Duitse Rensburg tijdens een informatieve bijeenkomst van de landbouwkamer en de fokkerijorganisatie van de deelstaat Schleswig-Holstein. Wil je gezonde koeien managen, dan zul je professioneel moeten documenteren, verklaren Sabrina Diestelow (LVZ Futterkamp) en Dr. Regina von Leesen (RSH). Beide onderzoeksters vinden dat verkregen data vaak niet goed benut worden omdat melkveehouders vaak alleen de hoeveelheid extra werk zien en niet het nut op lange termijn. Gebruiken van gezondheidsdata lonend. Met getallen en feiten kun je oorzaken van ziektes sneller vinden dan met je buikgevoel.
Om welke data gaat het?
Gezondheidsdata zijn alle data die iets zeggen over de gezondheid van de koeien, daartoe behoren ook de MPR-uitslagen, diagnoses van de dierenarts, bevindingen van de klauwverzorger en uitslagen van laboratoriumonderzoeken. Ook data die je als melkveehouder zelf (bijvoorbeeld de BCS) of met technische hulpmiddelen (tocht) inwint behoren tot de gezondheidsdata. Als je deze data kent en gebruikt om beslissingen te nemen, kun je de diergezondheid en daarmee ook het rendement van je bedrijf op lange termijn verbeteren.
Een belangrijke bron voor gezondheidsdata is de MPR-uitslag. De meeste melkveehouders ontvangen deze al online. De uitslag bevat de hoeveelheid geproduceerde melk, het gehalte vet en eiwit, de vet-eiwit-quotiënt, het ureumgetal en het celgetal van iedere individuele koe. Aan de hand van deze getallen kun je al de tendens in de gezondheidsstatus van de koe aflezen. De vet-eiwit-quotiënt bijvoorbeeld, zou tussen 1,0 en 1,4 moeten liggen. Ligt deze lager, dan kan er sprake zijn van pensverzuring. Ligt deze hoger dan 1,4, dan is de koe ketotisch. Het risico op ketose is er bij verse koeien altijd. Daarom zou het goed zijn van deze koeien altijd een bloedmonster in te sturen.
Technische hulpmiddelen gebruiken
Naast de MPR, kun je de dagelijkse melkproductie per koe via de melkmeters van de melkstal bijhouden. Een geoefende melker ziet productieverschillen tussen twee melkbeurten. Zakt deze, dan is dat meestal een eerste aanwijzing voor de verstoring van de gezondheid. Een kritisch controlepunt voor de hoeveelheid geproduceerde melk ligt bovendien in het verschil tussen de tweede en derde lactatie, In de derde lactatie moeten koeien aanzienlijk meer melk geven dan in hun tweede. Is dat niet het geval, dan is dat ook een duidelijk teken van een verstoring van de gezondheid van de koe.
De activiteit en het herkauwgedrag van koeien zijn zeer bruikbare indicatoren. Bij het inwinnen van deze data is het gebruik van meetapparatuur zeker geen luxe. Manueel is het onmogelijk per koe 24/7 gegevens te hebben met (herkauw-)activiteit. Belangrijk is dat de data die de meetapparatuur inwint overzichtelijk worden weergegeven en begrijpelijk worden geëvalueerd. Bovendien moeten de data op de smartphone beschikbaar zijn. Anders ontstaat een papierberg op het bureau en gaan de data uiteindelijk onbenut de papierbak in.
Naast de data van technische hulpmiddelen en de MPR-uitslag zijn er data die je zelf kunt en ook zou moeten verzamelen. Zo helpt regelmatig vastleggen van de BCS bij het op lange termijn beoordelen van de lichaamsconditie. Als je de BCS handmatig scoort, leg de scores dan ook vast. In een Excel-document bijvoorbeeld. Dan kun je veranderingen bij een koe in één oogopslag zien. Er zijn ook automatische systemen voor het vastleggen van de BCS, maar deze worden in de praktijk nog niet veel gebruikt. Voor het scoren van de BCS zijn de volgende drie momenten geschikt: kort voor afkalven, na de productiepiek en voor het droogzetten. Belangrijk is dat altijd dezelfde persoon de koeien scoort.
Documenteer tijdens de koppelbehandeling de waarnemingen van de klauwverzorger, bij voorkeur ook digitaal. Sommige klauwverzorgers documenteren zelf en stellen de waarnemingen beschikbaar, schrijf anders zelf mee. Daarnaast zou je ook iedere koe op technopathieën aan schoft, sprong-, of carpaalgewricht moeten scoren. Met technopathieën worden alle letsels, schades en gebreken (kale plekken, wonden, zwellingen) aan de koe bedoeld die hebben te maken met gebrekkige stalinrichting. Ook dit zou tweemaal per jaar moeten gebeuren. Documenteer ook deze scores.
Gezondheidskengetallen vergelijken met doel
Alle verzamelde data over de gezondheid van een koe moeten schriftelijk worden vastgelegd. Om papierbergen te voorkomen, is het aanbevolen software te gebruiken. Zeer belangrijk bij gezondheidsmanagement is; altijd strategisch werken. Dat betekent: iedere medewerker legt gegevens op dezelfde manier vast in dezelfde volgorde. Alleen dan kan vergeleken worden,
En hoe gebruik je deze data het best?
Stel doelwaarden op. Voor het celgetal kan dat bijvoorbeeld maximaal 170.000 zijn. Vergelijk de doelwaarde met de daadwerkelijke waarde uit de MPR. Zo kun je gestandaardiseerde beslissingen nemen en bijvoorbeeld koeien met een chronisch hoog celgetal selecteren en afvoeren en zo het koppelgemiddelde voor de lange termijn verlagen.
Het belangrijkste bij het verzamelen en vastleggen van gezondheidsdata blijft echter: je moet het daadwerkelijk doen. Alleen dan, als je beslissingen neemt op basis van getallen en feiten, kunnen doelgericht ziekteoorzaken worden opgespoord en uitgeschakeld om op lange termijn de productiekosten te verlagen.
Tekst: Sophie Oehler – Foto: Stöcker-Gamigliano
Bronnen: Sabrina Diestelow, Dr. Regina von Leesen, ‘Gezondheidsmanagement – voorwaarde voor rendabele melkveehouderij’, informatieve bijeenkomst van landbouwkamer Schleswig-Holstein en rundveefokkerij-organisatie Schleswig-Holstein op 19 november in Rendsburg (D).