Premium | Veevoer

Adviseursblog: Verdenkingen op mycotoxinen en preventie

Schimmels produceren onzichtbare gifstoffen die heftige gevolgen voor runderen met zich meebrengen. Vooral vruchtbaarheidsproblemen kunnen een aanwijzing zijn voor de contaminatie van voer met giftstoffen. Zekerheid over de contaminatie krijg je enkel via een voeranalyse.

Mycotoxinen, iedereen kent het woord. Welke gevolgen deze door schimmels geproduceerde onzichtbare gifstoffen veroorzaken als runderen ze via het voer opnemen, dat weet echter bijna niemand. Praktiserend dierenarts Ulf Stumpe deelt zijn ervaringen met mycotoxinecontaminaties en gaat in deze blog in op de risico’s, het herkennen van de contaminatie en op wat je nog kunt doen als je eenmaal gecontamineerd voer hebt.

Onzichtbaar en moeilijk in te dammen

Mycotoxinen spelen een belangrijke rol in de rundveevoeding. Dat heb ik moeten ervaren in een vruchtbaarheidsonderzoek naar vroege diagnose van dracht. De abortussen tussen  de 26e en 42e drachtigheidsdag snelden ineens van iets boven nul procent naar 50 procent. De oorzaak was een mycotoxycologische besmetting van een partij ruwvoer.

Het probleem bij mycotoxinen is naast hun onzichtbaarheid, dat ze in een zeer grote bandbreedte voor komen en ook zeer specifieke effecten hebben. Sommigen werken direct op de hormonen, anderen op het immuunsysteem of antibiotisch. Van velen is niet verklaard hoe ze het organisme beïnvloeden. Nog moeilijker wordt het doordat ze ziektesymptomen veroorzaken, die ook het gevolg zijn van andere aandoeningen. Denk aan verterings- en stofwisselingsproblemen, hoge of ook te lage celgetallen (immunosuppressie), mastitis, verstoring van de dynamiek van de eierstokken en meer terugkomers (vroege embryonale sterfte).

In mijn intensieve veterinaire routine herkennen we mycotoxinebesmettingen binnen een koppel, door het onderzoeken van dieren in alle lactatiestadia, relatief vroeg. Zo zijn naar mijn ervaring met name de eierstokken en embryo’s bijzonder gevoelig voor invloeden door mycotoxinen. Bij vruchtbaarheidsproblemen kan vaak eenmalig een vroege drachtcontrole via melk of bloed (PAG-test) worden gedaan om vervolgens bij de drachtscans op dag 42 te achterhalen hoeveel embryo’s er nog zijn. Deze resorptieratio is een goede indicator.

Zie je daarentegen meer smerige, bruinige, eventueel iets rode mest, dan moeten de voervoorraden geïnspecteerd worden. Deze symptomen zie ik vaak in samenhang met zware mycotoxine- en bactieriecontaminatie. Ziekten die daardoor veroorzaakt worden zijn vaak moeilijk te behandelen.

Contaminatie met zekerheid herkennen

Alle voersoorten kunnen zijn belast met mycotoxinen, ook stro en krachtvoer. Groene of blauw gekleurde schimmelbollen in het voer zijn er altijd een aanwijzing voor. Maar het voorkomen van mycotoxinen in niet perse aan zichtbare schimmelnesten gebonden. Ze ontstaan namelijk niet alleen door schimmels in de voeropslag (secundaire contaminatie), maar ook al eerder. Namelijk door toxinen die door schimmels op het gewas worden achtergelaten als het nog op het veld staat. Deze toxinen kunnen het fermentatieproces in tegenstelling tot de schimmel zelf, ongehinderd doorstaan (primaire contaminatie). Mycotoxinen zijn zeer bestendig tegen zuren en warmte.

Om een eerste inschatting te maken van de contaminatie van voer, hebben sneltests zich bewezen: pH-waardemeting met lakmoespapier van in gedestilleerd water gedompeld voer. Daarbij moeten altijd monsters uit meerdere plekken van de kuil of opslag worden gebruikt. Vuistregel: Ligt de pH-waarde van het voer-watermengsel op of onder vier, dan hebben schimmels die in het voer voorhanden zijn in ieder geval geen kans om zich te vermeerderen. Een primaire contaminatie is daarmee echter niet uit te sluiten. Primaire contaminatie met mycotoxinen is alleen met een laboratoriumanalyse uit te sluiten. Analyses van bloed, melk en urine zijn niet voldoende eenduidig. Dat er al voer met mycotoxinencontaminatie is gevoerd, voordat het aan de dieren wordt gemerkt, doet vermoeden dat er een groot grijs gebied is.

To do: Best Practice ruwvoerproductie

Is ruwvoer eenmaal sterk besmet, dan kan niet veel meer gedaan worden. Het enige wat je kunt doen is het voer met de laagste besmetting voeren aan de dieren die het meeste last zullen ondervinden van mycotoxinen: kalveren, droge koeien en de  (hoog)productieve koeien. Ook kunnen op gisten gebaseerde mycotoxinebinders met alle rantsoenen mee gemengd worden. Wel geldt: voorkomen is het best. daartoe behoren ruwvoerteelt met kennis van zaken, stoppelbewerking, vruchtwisseling, gewasbescherming, mais hakselen met een hoge stoppel bij moeilijke oogstomstandigheden, de juiste inkuilmiddelen en zeer goede verdichting van de kuilen.

Auteur: Ulf Stumpe, praktiserend dierenarts, Brandenburg (D)

Tekstbewerking en foto: Katrin Hilbk-Kortenbruck

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilbert Beerling
Wilbert Beerling groeide op een melkveebedrijf op. Sinds 2011 werkt Wilbert bij AgriMedia waar hij nu zorg draagt voor de samenstelling van de vakbladen Elite...
Meer over:
Veevoer
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?