Een lagere melkprijs, ruwvoerkrapte en hoge kosten. Op veel plaatsen is de situatie gespannen als het gaat om beheersing van de voerkosten.
Het kengetal IOFC (income over feed costs) is internationaal aanvaard als controle-instrument voor het rendement in de melkveehouderij. Om de IOFC te berekenen, worden van het melkgeld de voerkosten afgetrokken. Via de IOFC kan daardoor makkelijk worden bepaald of een rantsoenaanpassing rendement oplevert. Het is zinvol de prijswaardigheid van de componenten op basis van een kosten-batenanalyse te beoordelen. Naast veel melk per dier per dag (tabel 1) is controle van de kosten belangrijk om succes te boeken met het IOFC-systeem.
Enkele bevindingen van het werken in de praktijk met het kengetal IOFC:
Zeer goede ruwvoerkwaliteit
Alleen zeer goed ruwvoer melkt veel melk en is de absolute basis voor controle van de kosten. Alleen ruwvoeders van uitstekende kwaliteit maken hoge melkproductie bij een hoog aandeel ruwvoer in het rantsoen mogelijk.
Grondstoffen inkopen
Mengvoer bestellen is makkelijk en voelt vertrouwd. Kostentechnisch zijn mengvoeders echter moeilijk te beoordelen. Alleen de kosten voor het mengen bedragen vaak meer dan een euro per 100 kg en bij afname van kleine hoeveelheden lopen de kosten op. Het kopen van volle vrachtwagens, direct uit de haven, is qua kosten het gunstigst. Dan bespaar je naast kosten voor het mengen ook op transportkosten. Voor een rantsoen zouden zo min mogelijk componenten gebruikt moeten worden. Kleine aandelen van enkelvoudige componenten vermindert de mengnauwkeurigheid, en bij de inkoop ervan kan geen voordeel genoten worden van grootschalig inkopen.
Drie veilige speciaalvoeders
Speciaalvoeders in rantsoenen kunnen de melkproductie en gezondheid positief beïnvloeden. De drie speciaalvoeders die qua effectiviteit als beste uit het onderzoek rolden zijn: 1) vetten, 2) natriumbicarbonaat en 3) hoogwaardig bestendig sojaschroot.
Het toepassen van productiegroepen binnen het bedrijf kan helpen bij optimaal inzetten van voercomponenten en grip houden op de kosten. Het inzetten van een duur component voor alle dieren in een groep, is vanuit kostenoogpunt nooit een makkelijke overweging. Gisten zijn een goed voorbeeld. Het gebruik ervan wordt in de VS veelal gepropageerd, maar de omstandigheden zijn er ook anders. De kosten voor producten liggen in de VS tussen 2 en 3 eurocent per dier per dag. De wetenschappelijke resultaten over de werking van gisten zijn veel uiteenlopender dan die van de drie genoemde speciaalvoeders.
Mineralen hoeven niet duur te zijn
Mineraalvoeders kunnen eenvoudig van samenstelling zijn en toch hun taak absoluut vervullen. De totale mineralisering plus vitaminisering (kalk, zout, minerlaen) mag niet meer dan 10 cent per dier per dag kosten.
Raapzaadschroot in het voordeel
Raapzaadschroot is de methode om koeien van hoogwaardig eiwit te voorzien. De prijs-kwaliteitsverhouding wordt vaak beoordeeld op basis van het percentage eiwit. Dat is echter niet de juiste manier. Voor een goede vergelijking van twee eiwitbronnen moet worden gekeken naar de verhouding tussen prijs en eiwitpercentage.
Bovendien tonen nieuwere onderzoeken aan dat het aminozurenpatroon van raapzaadextractieschroot zeer goed tegemoet komt aan de eisen die aan melkveevoeding gesteld worden.
Tabel 1. Bedrijfsvergelijking voerkosten.
Eenheid | Bedrijf A | Bedrijf B | |
Melkprijs | € | 0,32 | 0,32 |
Melkproductie | kg | 29 | 34 |
Voerkosten/dier/dag | € | 3,9 | 4,7 |
Voerkosten/kg melk | € | 0,13 | 0,14 |
Melkgeldopbrengst | € | 9,28 | 10,88 |
Melkgeldopbrengst na voerkosten (IOFC) | € | 5,38 | 6,18 |
Meeropbrengst | € | / | 0,8 |
Door de hogere melkproductie houdt bedrijf B na aftrek van de voerkosten
80 eurocent per dier per dag meer over. Bron: Christian Deux
Tekst: Theresa Hagemann in samenwerking met Christian Deux, dierenarts Agro Prax (D)