Zeker droog gras conserveert in balen beter dan in de kuil. Maar ook voor najaarssnedes wordt vaak op het persen en wikkelen van balen teruggevallen. Waarop moet je hierbij letten?
Wikkelbalen nemen toe in populariteit, omdat aan sleufsilocomplexen milieutechnisch hoge eisen worden gesteld, maar ook door de voorbije droge jaren. Naast het voordeel van een hoge voerkwaliteit en weinig verliezen, is het voer makkelijker te transporten en daarmee ook te verhandelen dan voer in een rijkuil of sleufsilo. Maar balen persen en wikkelen is ook niet bepaald voordelig. Als je wilt dat het zich terugbetaalt in de beste voerkwaliteit, moeten de balen onder optimale condities gemaakt worden. Ook als de balen worden gemaakt van slechts één snede of in het kader van een logistieke oplossing.
1. Probleemsnedes
De kwaliteit van de baal kan slechts zo goed zijn als het uitgangsmateriaal. De hoge kosten van het pers- en wikkelproces leveren bij goede snedes dan ook het beste voer op. Vaak gaat in ieder geval de eerste snede de sleufsilo in en latere snedes gaan in de baal. Latere en ook minderwaardige snedes zijn met het oog op arbeid juist geschikt voor balen, maar ook als percelen verder weg liggen, ongunstig liggen of als er te laat wordt gemaaid. Ook als de weersverwachtingen instabiel zijn of er tijdtekort is, kan het uitkomst bieden een snede of een deel ervan in balen te wikkelen.
Let op: het inkuilen van herfstgras in balen is riskant. De snedes zijn niet makkelijk te drogen, het voer blijft vochtig met als gevolg zware, instabiele balen. Voor droogtegerelateerde probleemsnedes (hoog drogestofgehalte, weinig opbrengst et cetera) functioneren balen daarentegen zeer goed. In een rijkuil of sleufsilo hebben deze snedes vaak snel broeiproblemen. Gras van extensief beheerde percelen in balen wikkelen en gebruiken voor de droge koeien en het jongvee, wordt aanbevolen.
2. Drogestofgehalte
Voor wikkelbalen wordt 35 tot 45 procent drogestof aanbevolen. Tot 55 procent zijn balen ook nog goed mogelijk, in tegenstelling tot in een kuil. Maar des te droger het materiaal, des te minder het zal fermenteren. Bij vochtig kuilvoer met minder dan 30 procent drogestof, kunnen perssappen en stapel- en vormstabiliteit problematisch worden. Daarom moet vochtig gras met veel blad minder kort gesneden worden. Bij overtollig vezelrijk materiaal, zijn gehakselde balen de gouden standaard. Hierbij geldt:
Hoe korter, hoe beter. Maar niet te kort, zodat de balen wel voldoende structuur bevatten en vormvast zijn. Sowieso niet korter hakselen dan 2 centimeter.
En: des te droger en vezelrijker het materiaal, des te korter het gesneden moet worden. De snijlengte hangt van de pers af. Maak daarover tijdig afspraken met de loonwerker. Er zijn persen met snijlengtes van 3,6 tot 9 cm op de markt. Vaak is 4,5 cm de standaard. Belangrijk is om met geslepen messen en het maximale aantal in de pers te snijden.
3. Oogst
De belangrijkste regel: balen zo snel mogelijk na het persen wikkelen en van het veld halen. Dan zijn ze beschermd tegen indringende lucht en tegen beschadiging. Als niet met een perswikkelcombinatie wordt geoogst, maar met een pers en een wikkelaar, mag er tussen het persen en wikkelen niet meer dan vier uur voorbij gaan. Ideaal is als de balen worden gemaakt als de temperatuur onder 25 graden Celsius is en er niet veel stof ontstaat. Na het persen en wikkelen moeten de balen direct naar hun opslagplaats worden getransporteerd en worden beschermd, bijvoorbeeld met een vogelnet. Als de balen langer op het veld blijven, krijg je vrijwel altijd te maken met schade aan het folie door pikkende vogels. Liggen balen langer dan een dag op het veld, controleer ze dan op beschadigingen tijdens het laden of lossen.
4. Inkuilmiddelen
Het gebruik van inkuilmiddelen dient ter afzekering van een goed inkuilproces. Zo is bijvoorbeeld te laat gemaaid gras sterker belast met schimmels. Dan is inkuilmiddel ook bij balen aanbevelenswaardig. Het homogeen verdelen ervan is echter een uitdaging.
Bij drogestofgehalten van minder dan 45 procent, een korte veldtijd en voldoende voersnelheid: biologische inkuilmiddelen met homofermentatieve melkzuurbacterien. Deze verbeteren de conservering en de smakelijkheid.
Bij drogestofgehalten van minder dan 28 procent, veel vervuiling of een laag suikergehalte: alleen chemische inkuilmiddelen zijn afdoende effectzeker.
Bij droger gras met meer dan 55 procent drogestof leveren vaak ook enkel chemische inkuilmiddelen afdoende effectzekerheid.
5. Foliekwaliteit
Ruwvoertelers en loonwerkers doen er goed aan al in een vroeg stadium afspraken te maken over het folie. Vaak is zes lagen folie de standaard. Bij hogere drogestofgehalten (hooi), langer opslaan (meer dan een halfjaar) of grofstengelig materiaal (bijvoorbeeld luzerne) is het raadzaam om in ieder geval met acht lagen folie te wikkelen. Des te ouder en droger het gras, des te meer lagen folie nodig zijn. Een foliesterkte van tenminste 25 µm is aan te bevelen. Als folie dunner is, moeten meer lagen gewikkeld worden. Heldere folies reflecteren UV-licht, worden minder warm en laten minder gas door.
Let op: voor de UV-bestendigheid geldt over het algemeen een jaar garantie, dus let op de opslagtijd.
6. Transport
Zodra er folie om de balen zit, begint de conservering. Elke handeling of beschadiging bergt vanaf dit moment een gevaar voor het conserveringsproces en de voerkwaliteit. Pak de balen daarom niet vaker vast dan nodig. Eenmaal op de opslagplaats heeft het de voorkeur om de balen zo op te stapelen dat je elke partij of snede altijd pakken kunt, zonder eerst een andere partij weg te zetten. Pak en transporteer balen met daarvoor bestemd materiaal zoals hydraulische balenklemmen of speciale balentransportwagens. Let op: controleer de balenklem met regelmaat op scherpe kanten.
7. Opslag
Stapel de balen niet hoger dan twee of drie, afhankelijk van de vormstabiliteit. Is het aantal op elkaar gestapelde balen hoger, dan kan te veel gewicht op de onderste balen drukken. Tussen partijen balen moet zoveel ruimte zitten dat je er eventueel bij kunt om folieschade te repareren. Een extra afdekking met een net of zeil beschermt tegen vogels. Zorg ervoor dat deze niet tot op de bodem hangen, dan gaat er ongedierte tussen zitten. Ook is het handig het net niet direct op de balen te leggen, maar met bijvoorbeeld banden of balken ertussen om vastvriezen te voorkomen. De ondergrond moet hard en/of ongedierteonvriendelijk zijn: folie, kunststofplaten, zand. De balen sorteren per snede kan enorm helpen in de voerplanning en bij het dagelijks voeren. Wat hierbij helpt, zijn verschillende foliekleuren of markeringen tussen de stapels. Ook markeren met een spuitbus of watervaste stift kan worden gebruikt om balen te merken.

8. Erflogistiek
De afmetingen en vorm van de balen moeten passen bij de gebouwen, de erflogistiek en bij de voertechniek. Zowel met ronde als vierkante balen is dit bereikbaar. Met vierkante balen zijn kortere snijlengtes mogelijk alsook een hogere verdichting. Het gewicht per eenheid inhoud is dan ook hoger. Het transport en het stapelen gaat bij vierkante balen over het algemeen makkelijker. Bij ronde balen functioneert de wikkeltechniek beter.
9. Voermonsters
Het bemonsteren van wikkelbalen voor voederwaardeanalyse is lastig, maar noodzakelijk. Om een zo representatief mogelijk monster te nemen, is het nodig een mengmonster te maken van meerdere balen of snedes of van de balen van elk perceel. Hoeveel monsters genomen moeten worden, hangt af van het ingekuilde voer. Des te heterogener het plantenbestand, des te meer monsters nodig zijn. Des te nauwkeuriger de monsters worden genomen, des te nauwkeuriger de latere rantsoenberekening zal zijn.
10. Voeren
De belangrijkste voorwaarden voor een constante voeding met balen, is balen sorteren naar snede, perceel en de kwaliteit categoriseren. Bovendien: afhankelijk van het rantsoen en de koppelgrootte ontstaat dan de mogelijkheid om van veel verschillende snedes te voeren. Bij problemen met broei is het zaak het resterende gras in opengemaakte balen dat een dag bewaard moet worden, niet los te trekken, maar compact te houden. Ideaal is om balen na de oogst zes tot acht weken dicht te houden. Deze termijn hoef je bij balen echter niet zo streng in acht te nemen als bij gras in een kuil. Als je het verbruik van de balen bijhoudt, maakt dat het later mogelijk conclusies te trekken over de hoeveelheid voer die je nodig hebt en dat helpt ook met inschatten van de grootte van de buffer die je moet aanleggen. Omdat gras in balen doorgaans langer en droger is dan gras dat is ingekuild, vraag selectief voer opnemen door de koeien om extra aandacht.
Let op, afval afvoeren: er zijn afvalverwerkers die wikkelfolie en –netten gescheiden innemen. Op regionaal niveau worden soms inzamelingsacties voor landbouwplastic en wikkelfolie georganiseerd. Wikkelfolie hoort niet in de PMD-zakken. Er bestaan inmiddels ook recyclebare folies, zoals Teno Spin Loop van Trioworld.
Tekst: Katrin Hilbk-Kortenbruck in samenwerking met Dr. Susanne Ohl (LWK Schleswig Holstein), Johannes Resch (LKV Beieren) en Barbara Misthilger (LfL Beieren)
In ’t kort
- Makkelijk opslaan, weinig voederverliezen en het snel opvoeren van een geopende verpakking, zijn voordelen van gras in wikkelbalen.
- Probleemsnedes, bijvoorbeeld door droogte, zijn met balen vaak beter te benutten dan met grote sleufsilo’s.
- De afstand tot percelen en de voertechniek die gebruikt wordt, moeten passen bij wikkelbalen.
- Alleen als het voer onder optimale condities in de baal gaat, kan het later breed worden ingezet.