Het indringen van de regen in het snijvlak van de kuil, kan het drogestofgehalte van het rantsoen tot wel twee kg per koe per dag verlagen.
Bij sterke schommelingen van het drogestofgehalte in het rantsoen door het het afwisselend gebruiken van voerpartijen met verschillende vochtgehalten, of door het indringen van water in de kuil door regen, kan het drogestofgehalte in het rantsoen tot twee kg per koe per dag variëren zonder dat de rantsoensamenstelling is gewijzigd. Koeien kunnen deze wisselingen in drogestofhoeveelheid meestal goed opvangen zolang er voldoende drogestof wordt aangeboden. Ze zijn in staat het tekort snel aan te vullen door een hogere voeropname. Dat kan echter alleen als ook één tot twee kg drogestof extra aangeboden wordt. Bij 100 koeien en voer met 30 procent drogestof, moet 450 tot 500 kg vers voer per dag extra aangeboden worden. Een nieuwe rantsoenberekening is niet nodig, simpelweg alleen meer voeren. Een nieuwe rantsoenberekening is wel nodig bij een structurele wijziging in het drogestofgehalte, bijvoorbeeld als een kuil met meer vocht wordt aangebroken.
