De melkkoeien in Duitsland worden steeds ouder, maar er zijn nog aanzienlijke gebreken op het gebied van uiergezondheid en kalveropfok. Dat blijkt uit de nationale dierenwelzijnsmonitor die De Bundesverband Rind en Schwein (BRS) heeft gepresenteerd.
Voor het onderzoek is gekeken naar de gegevens van 3,1 miljoen melkkoeien (87 procent van alle Duitse melkkoeien) van 33.000 melkveebedrijven. De data die voor de berekening werd gebruikt kwam van Duitse melkcontrole-organisaties en het Duitse I&R systeem HI-Tier.
Uiergezondheid
De meerderheid van de Duitse koeien heeft gezonde uiers. Onderzoekers keken naar het aantal koeien met een celgetal lager dan 100.000/ml melk. Bij de helft van de bedrijven heeft minstens 59,5 procent van de koeien een gezond uier. Zelfs de best presterende bedrijven halen het doel van 75 procent niet.
Bij vrijwel alle van de beste 25 procent van de bedrijven had minstens 68 procent van de koeien een goede uiergezondheid, wat iets beter is dan vorig jaar. Vooral bij de slechtst presterende bedrijven zijn er nog veel maatregelen nodig om te zorgen dat het beter gaat.
Bij het aantal chronisch zieke dieren en nieuwe besmettingen tijdens zowel de lactatie als de droogstand is vooruitgang geboekt. Duitse veehouders hebben er met succesvolle strategieën voor gezorgd dat het aantal ziektes en infecties bij de melkkoeien verminderd is.
Langere levensduur
Het vervangingspercentage van Duitse koeien is gedaald van 29,1 naar 27,6 procent. Ook de levensduur is in het laatste jaar omhoog gegaan. Bij de helft van de bedrijven worden koeien ten minste gemiddeld 40,1 maanden oud. Bij 25 procent van de bedrijven wordt het doel van 48 maanden gehaald.
Uitval van kalveren
Er werd dit jaar voor het eerste naar de cijfers van de uitval van kalveren gekeken. Die laten in het onderzoek zien dat er nog verbetering nodig is. Wel liggen de verliezen van dag 8 tot 28 en dag 29 tot 180 bij de helft van de bedrijven onder de 5 procent.
Auteur: Anik Mühlinghaus
