Kennispartnerbericht van TheTransitionCompany

Voeden van het ongeboren kalf

Als we kijken naar de betekenis van voeren, is dat platgezegd het aanbieden van voer aan de koe. Vaak is daar nog de gedachte dat de koe het voer hoe dan ook wel opvreet. Alles lijkt onder controle, de koe blijft toch wel melk produceren. Er is alleen een heel duidelijk verschil tussen het voeren en voeden van een koe. Koeien voeden betekent dat je kijkt naar de behoeftes van de koe en hier op anticipeert. Wat heeft ze nodig voor een optimale melkproductie en vruchtbaarheid? Zo goed mogelijk op haar wensen aansluiten, aansturen op drogestofopname, energie en eiwitwaardes per kilo drogestof is van groot belang voor een optimaal resultaat. Dat is wat wij verstaan onder voeden.

Het wordt steeds beter mogelijk om het genetisch potentieel van koeien echt te benutten. Maar om dit te doen, moet je voeden, niet voeden. Eten geven is niet meer genoeg. Je moet goed kijken naar de behoeftes van de koe.

Het ongeboren kalf

Maar welke rol speelt voeding bij de kwaliteit van de biest en het ongeboren kalf, en vooral de microbiële eiwitproductie. De pens moet voldoende microbieel eiwit produceren. Dit komt niet alleen tot uiting in de kwaliteit van de biest, maar ook in de voeding van het ongeboren kalf.
Als je een koe insemineert, match je de genen van de moeder en vader. Samen vormt dit de genetica van het kalf, de hardware, om zo te zeggen. Dan gaat het erom hoe die genetica verder geprogrammeerd is. Dit is waar software, de epigenetica, een rol speelt. De voeding van het ongeboren kalf, oftewel van drachtige koeien en vaarzen, lijkt een significante invloed te hebben op de programmering en dus op de toekomstige prestaties van het kalf.

In de praktijk

‘In de praktijk zien we dit onderwerp ook voorbij komen’, zegt onze specialist Harrald Helmers, zelf ook melkveehouder in Giethoorn. Hij heeft op zijn bedrijf, maar ook bij zijn klanten de eerste lactaties van vaarzen geboren uit vaarzen vergeleken met vaarzen geboren uit tweedekalfs en oudere koeien. Wat opvalt is dat bij het merendeel van de bedrijven de vaarzen uit tweedekalfs en oudere koeien beter presteren in de eerste lactatie dan de vaarzen uit vaarzen. Dit is opmerkelijk omdat genetisch gezien de vaarzen uit vaarzen gemiddeld ca. 200 liter meer melk zouden moeten geven.
Hoe is dit te verklaren? De tweedekalfs en oudere koeien kregen, terwijl het kalf nog aan het groeien was, vaak een kwalitatief goed uitgebalanceerd melkvee- of droogstandsrantsoen. De vaarzen daarentegen kregen het kwalitatief mindere pinkenrantsoen. Het gevoerde rantsoen tijdens de dracht heeft dus effect op de prestaties in de eerste lactatie van het dan nog ongeboren kalf.

TIP! Zoek op een regenachtige middag eens uit wat het effect is van de voeding van het ongeboren kalf op uw bedrijf. U zult versteld staan.

Lees meer op thetransitioncompany.nl

The Transition Company
Over TheTransitionCompany
Met een voorsprong de lactatie in, meer energie voor verse koeien en het verhogen van waarde van ruwvoer. Dit is waar wij ons dagelijks mee bezighouden.

Elite Nieuwsbrief

Nieuwsbrief Wil je ook de wekelijkse nieuwsbrief ontvangen en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van melkvee?